O. Genesis blikte rond. Aster had blijkbaar vermoedens over Duvalls ware leeftijd en de Begaafde had haar bevolen om de waarheid aan niemand te vertellen. Genesis veronderstelde dat de meeste docenten het wel wisten, maar ze bedacht zich dat Duvall niet erg blij zou zijn als alle leerlingen erachter kwamen. En daar was een goede reden voor. Als hij de tijd mocht stilzetten, waarom zouden zij de grenzen van hun Gaven dan niet verder mogen aftasten? De waarheid zou alleen maar voor méér problemen zorgen en rebellie was wel het laatste dat de Elite nu kon gebruiken.

Toch vond Genesis het alles behalve fijn om tegen Aster te liegen toen ze zei: 'Hij is écht achttien. Ik heb al wel vaker contact met Duvall, dus ik gok dat hij de waarheid sprak toen hij het aan me vertelde.'

'Waarom zou hij aan jou zijn leeftijd zeggen?' vroeg Aster met opgetrokken wenkbrauwen. Er begon een flauwe grijns rond zijn lippen te spelen. Eén die Genesis het liefste van zijn gezicht had willen vegen. 'Geen idee.' Ze haalde haar schouders nonchalant op, negeerde het schaamrood dat zijn weg over haar wangen vond, en forceerde een glimlach. 'Misschien wilde hij het me gewoon graag vertellen.'

Aster lachte zacht. 'Natuurlijk, Genesis. Natuurlijk.'

Het gesprek begon uit de hand te lopen, dus ze begon naar een oplossing te zoeken, maar dat hoefde niet meer want plots gleden de deuren open. Een hele colonne aan docenten en officiers, geflankeerd door wachters, liep naar binnen.

Op een teken van Jayvë kwamen alle leerlingen overeind en gingen ze in het gelid staan. Uiteindelijk werd de rij gesloten door niemand minder dan Duvall, gekleed in – alweer – een zwart gewaad. Zijn haren zaten warrig en een paar lokken vielen voor zijn gezicht, maar hij zag er niet zo vermoeid uit als Genesis verwacht had en ze bloosde diep toen het tot haar doordrong dat ze op ieder detail lette. Zijn mond was een dunne, fijn geperste streep toen hij vooruit liep, zijn cape wapperde als een golf van donkere mist achter hem aan.

Toen de Begaafde voorbij kwam, bogen alle leerlingen diep en hielden daar pas mee op toen Duvall aan de tafel was gaan zitten. Hij werd gevolgd door Prins Eden, gekleed in een groen uniform met gouden knopen en bruine laarzen en handschoenen. Op zijn rug had hij een machete hangen, in een leren schede geschoven, en zijn blonde haren waren netjes in een middenstreep gekamd. Zijn blik – die vanmiddag speels was geweest – stond nu serieus en streng, zoals het hoorde.

Toen hij voorbij kwam gelopen, met afgemeten passen, bogen alle leerlingen diep – zo diep dat het pijn deed aan Genesis' rug. Ook de docenten knikten respectvol terwijl de prins aan het hoofd van de tafel schoof, tegenover Duvall, die hem strak aanstaarde, zijn groene ogen knipperden niet.

'Genoeg!' Prins Eden spreidde zijn armen en de leerlingen gingen weer rechtop staan. Een paar meisjes wierpen elkaar veelbetekenende blikken toe terwijl ze naar de prins keken. 'Ga zitten!'

Iedereen deed wat Eden had bevolen en het geroezemoes begon weer. De prins hief zijn glas en stond op, zijn stoel schraapte nogal luidruchtig over de marmeren vloer, en er heerste meteen stilte. Met een brede, oogverblindende grijns keek prins Eden rond en wierp de leerlingen bemoedigende blikken toe. 'Vandaag zijn u allen verblijd met mijn bezoek, opdat ik het toekomstige leger van Terra kom controleren. Ik heb op afstand naar uw vorderingen gekeken en ben tot de conclusie gekomen dat er nog steeds hoop is voor het rijk. Nu mijn vader niet meer is, zal ik de troon moeten bestijgen, maar dat wil ik doen onder het besef dat er een leger met vertrouwelingen achter me staat waarop ik steeds kan steunen. Heer Duvall heeft mij verzekerd dat u allen sterke en moedige krijgers zullen worden, soldaten waarop ik kan vertrouwen en die ik kan geloven. Daarom ben ik hier, om u allen te bedanken. Ondanks de donkere schimmen die de school een tijd wisten te bedoezelen, geloof ik nu dat er voorspoed op komst is. De school is gezuiverd nu, en u zijn allen weer puur in het hart. Dus onthoud, wees sterk en dapper voor uw volk en steun het tot de laatste adem. Laat de kling van uw zwaard niet zingen voor dood, maar voorspoed. Iedere vlek zwart demonisch bloed dat uw wapen bevuilt, zal ons een stuk dichter bij de vrede brengen.'

Als op een stil teken trokken alle omstanders hun zwaarden, die sissend uit de scheden schoven en hieven hun wapens met kreten vol overtuiging. Prins Eden leek nog iets rechter te gaan staan en Genesis vond dat hij er zo, op dit moment, echt uitzag als een machtige koning. Zijn hemelsblauwe ogen glommen kil in het licht van de vlammen. 'Ik tolereer geen verraad en radeloosheid. Als één van u zich tegen zijn soortgenoten keert en de kant van het duister besluit te dienen, zal ik maatregelen nemen, maar ik heb nog steeds vertrouwen. En hoop. Hoop doet leven, jongelingen. Vergeet dat niet. Dus nu, wie zal mij volgen als ik op de troon over Terra heers en met alles wat in mijn macht ligt het rijk zal proberen te redden van de ondergang?'

Juichend hieven de leerlingen hun zwaarden en riepen woorden van trouw en gedrevenheid, zich duidelijk niet bewust van het feit dat er misschien nog tientallen verraders onder hen waren. Genesis deed vol overgave mee, haar ogen en oren leken te barsten door de luide tonen om haar heen, maar er was een uitzinnige grijns op haar gezicht verschenen. Ze wilde dienen. Ze wilde Terra redden. Ze wilde sterven voor haar rijk.

Uiteindelijk maande prins Eden hen tot stilte en lieten de leerlingen hun zwaarden weer zakken. Hij hief zijn handen, met twinkelende ogen, en keek naar heer Duvall. 'Als dit mijn lot is, neem ik het aan.'

Duvall knikte en kwam langzaam overeind. Zijn passen waren afgemeten terwijl hij dichterbij wandelde, zijn laarzen knerpend op de vloer. Genesis keek ademloos toe hoe hij voor Eden tot stilstand kwam en naar hem knikte.

Prins Eden leek even te slikken, want zijn adamsappel wipte op en neer. Toen ging hij met een grimas door zijn knieën en knielde hij voor zijn officier neer. Genesis had nooit geweten dat Duvall de man was die de prins tot koning zou kronen, maar ergens leek het best logisch.

Er heerste een doodse stilte toen Duvall zijn zwaard uit de schede trok. Het was pikzwart, ingelegd met groene smaragden, en glinsterde kil in het licht van de toortsen. Hij hief het wapen en keek prins Eden strak aan, zijn ogen in die van hem borend.

'Zal u, prins Eden Michael Mallyn van Vialen, Terra dienen als was het uw eigen kind? Zal u ons voorgaan in de strijd tegen iedere vorm van het kwade en zal u het land omarmen en nooit meer loslaten, tot uw tijd is gekomen?'

Prins Edens ogen glommen als de blauwste, helderste hemel op Terra toen hij zei: 'Ja. Ja, dat zal ik.'

'Zal u voor ons vechten tot de laatste adem?'

'Ja, dat zal ik.' Zijn stem klonk opvallend krachtig, vol overtuiging.

'Dan kroon ik u nu tot de nieuwe koning van Terra.' Duvall had zijn stem laten dalen tot het geluid diep en ontzagwekkend door de zaal galmde. 'Opdat u ons zal bijstaan tot uw tijd is gekomen.'

Prins Eden boog zijn hoofd en sloot zijn ogen. Duvall liet zijn zwaard neerkomen op diens schouder bezegelde daarmee Edens lot en zijn toekomst. Toen stapte hij achteruit en legde Jayvë de kroon in zijn handen.

Het was een fijn staaltje vakmanschap. Een kleine, onopvallend sieraad, maar bezet met oogverblindende edelstenen die schitterden in het licht en Genesis wilde haar ogen het liefste dichtknijpen. Duvall stapte weer naar voren en zette de gouden kroon op het hoofd van de prins. Die ademde een paar keer diep in en uit, maar bleef nog steeds geknield zitten.

'Aanschouw, koning Eden, zoon van koning Elmar, zoon van koning Ezechiël.'

Onder oorverdovend geklap kwam Eden overeind en boog diep, alsof hij lager in rang stond dan hen, en glimlachte kort. Duvall wierp de nieuwe koning een tevreden blik toe en Genesis zag dat de twee vrienden elkaar het liefste wilden omhelzen, maar ze deden het niet.

Toen er een mantel op de schouders van Eden werd gedrapeerd, liep hij weer naar zijn plaats aan tafel en werd het feestmaal opgediend.

---

Dit hoofdstuk is ook weer opgesplitst omdat het anders héél erg lang zou worden en zie het op deze manier: nu heb ik al een hoofdstuk op voorraad, dus meer updates.

En Normandië is zó mooi! En ik eet chips :3 loveee en ik wil Duvall en ik haat Syren en la la la

CLARA - De BegaafdenWhere stories live. Discover now