Epiloog

2K 220 48
                                    

'Dus dit is het?' vroeg hij.

Hij schudde langzaam zijn hoofd, liet de woorden tot zich doordringen, ademde diep in en uit en dacht na over alles wat ze had gezegd.

De vrouw met de witte haren zat zwijgend tegenover hem en knikte, haar mond een dunne streep. Ze keek hem meelevend aan en hij zag de tranen in haar ogen, het alles verscheurende verdriet dat ze probeerde te bedwingen in deze kamer van hout.

Hij ademde uit.

Keek naar de jongen met de gouden ogen naast hem.

Naar zijn nachtzwarte huid, prachtig, zacht, warm.

Goud en groen.

'Dus dat zal ik moet doen en dat zal gebeuren?' vroeg hij opnieuw aan de vrouw.

Ze knikte. 'Ja, mijn jongen, dat is je toekomst.'

'Onveranderlijk?'

'Onveranderlijk.'

Hij ademde uit, stond op, voelde zich in trance en bewoog als in een waas. Nu pas snapte hij de getallen, de drie op zijn borst in zijn droom en de man met de zilveren ogen die hem steeds had bezocht.

Nu werd hem alles duidelijk, in dit zwarte, verdorven woud.

Helder, duidelijk, begrijpelijk.

Hij sloot zijn ogen.

Zuchtte. Alles was plots glashelder.

'Clara.'


CLARA - De BegaafdenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu