Hoofdstuk 1

5.2K 363 165
                                    

Hoofdstuk 1 - Pax

De regen kletterde genadeloos tegen het groezelige glas. Buiten rukte de wind de ramen bijna uit hun sponningen en kraakte het hout vervaarlijk. Pax kroop dichter naar de haard en warmde zijn handen aan het magere vuurtje dat steeds uit dreigde te gaan. Hij rilde van de kou die het natte weer met zich had meegebracht en wilde zich het liefst oprollen in een stel warme dekens.

Toch deed hij dat niet.

De duif van Genesis was aangekomen en het beestje was er slecht aan toe. Het had dagen gevlogen om Argenta te bereiken en ging bijna van zijn stokje. Pax was enorm had geschrokken toen het dier tegen het raam was gevlogen en even had hij gedacht dat de vogel overleden was, maar hij bleek het gehaald te hebben.

'Je had moeten schuilen in dit weer,' mompelde hij terwijl hij de vogel nog wat dichter naar het vuur schoof – maar niet dicht genoeg om hem te verbranden. 'Welk beest is nou zo dom?'

Natuurlijk gaf de duif geen antwoord, maar er kon wel een zacht en hees gekras af. Pax zuchtte overdreven. Het dier moest Genesis' orders – die waarschijnlijk iets waren geweest als: 'Zorg verdomme dat je er zo snel mogelijk bent!' – iets te letterlijk hebben genomen. Het beest had zich wel kapot kunnen vliegen. 'Ik hoop dat je je snel beter voelt.'

Hij leunde vermoeid achterover en kroop beter op de harde, houten stoel die zijn nieuwe woonst was geworden voor vannacht. Het kleine kamertje dat hij huurde, kon ermee door, maar Pax droomde nog steeds van een echt huis met zijn vader, zoals het ooit was geweest. Het was absurd dat hij net voor die man was weggerend en gedwongen was geweest om naar een ander land te vluchten.

Het leven in Argenta was nog zo slecht niet, maar toch kon het niet opboksen tegen Terra. Hier was het weer beter, alsof het altijd zomer was, maar de mensen waren van een heel ander volk. Hun gedragingen waren anders, de taal was niet hetzelfde, en ze leefden op een manier die Pax niet begreep. Hij miste Terra iedere dag meer en vroeg zich vaak af hoe het met Genesis ging. En met Syren.

Pax was er niet zeker van, maar de laatste maanden werd hij geteisterd door nachtmerries en onheilspellende voortekens. Ze gingen over bloed en dood, schaduw en duisternis, en brachten hem van de wijs wanneer hij schreeuwend wakker schoot en de hele buurt bij elkaar gilde. Soms droomde hij ook over iets anders. Over iemand anders. Hij zag zijn moeder terug in zijn domen, als een spookachtige reïncarnaties van zichzelf.

Het moeilijkste was nog wel dat hij het er met niemand over kon hebben. De inwoners van Argenta begrepen het niet en niemand van hen was Begaafd, dus Pax hield zijn Gaven ook angstvallig geheim. Als hij op het land werkte en de planten bemestte, durfde hij zijn Floragave wel eens te gebruiken om het graan sneller te laten groeien, maar meer dan dat deed hij niet in het openbaar – het was te riskant.

Hij zuchtte. 'Nou, nu heb ik jou toch als vriend,' mompelde hij tegen de duif. Het beestje zag er al wat beter uit nu zijn veren waren opgedroogd en stak zijn kop vanonder de laag dekens naar buiten. Een zacht koerend geluidje verliet zijn snavel. Fronsend boog Pax zich voorover en stak zijn hand uit.

De duif beet hard in zijn vinger. 'Verdomme!' vloekend trok Pax zijn hand terug en zoog op het wondje, de metaalachtige smaak van bloed ontstond in zijn mond. 'Waarvoor was dat nou weet goed?'

De vogel bleef krassen en naar zijn poten pikken. Pax liet zijn blik afglijden en hapte plots naar adem. 'Natuurlijk...' Heel voorzichtig deze keer reikte hij naar de poten van de duif en haalde de brief eraf, waarna hij de dekens weer rond het beestje wikkelde. De duif kraste tevreden en bleef stil liggen.

Zwijgend rolde Pax de doorweekte bladeren open en bekeek wat erop geschreven stond.

Pax,

CLARA - De BegaafdenWhere stories live. Discover now