~4~

1.4K 112 4
                                    

Hoofdstuk 4 – Alec

Ze was nog maar net vertrokken of ik voelde me al slecht. Waarom had ik haar ooit laten gaan? Oke, het was maar voor twee dagen. Twee dagen te lang naar mijn goesting. Ik hoopte maar dat mijn wolf het ging volhouden én dat dit iets ging opleveren. Anders had Lewis een groot probleem, want hij was diegene die op dit idee was gekomen.

Ik ijsbeerde door mijn kantoor. Ik kon me op niets concentreren. Zou een kort telefoontje teveel zijn? Voor ik er goed en wel over nagedacht had drukte ik haar nummer in. Jammer genoeg kwam ik op voicemail. Het maakte me wel ongerust. Was er soms iets gebeurd waardoor ze niet kon antwoorden? Of was ze boos geworden op me? Het maakte mijn wolf nog verdrietiger. Als het van hem afhing was ik al lang naar haar toegegaan.

Een hele dag was ik aan het denken. Aan haar. Ik had haar nog een paar keer problemen bellen, zonder resultaat. Het zorgde er ook voor dat het slapen maar niet wou lukken. Ik had het wel geprobeerd. Echt waar. Ik had zelfs een t-shirt van haar naast me gelegd in de hoop zo te kunnen slapen.

Ik lag nu op mijn rug, naar het plafond te staren. Verschillende gedachten gingen door me heen. Vooral mijn wolf die me bleef overtuigen om naar haar toe te gaan. Hij miste haar. Nouja, hij niet alleen. Ik miste haar ook. Dit was echt het slechtste idee ooit. Als ze terug kwam zou ze nooit meer een paar centimeter van me vandaan mogen gaan. Nooit!

Ik legde me voor de zoveelste keer op mijn zij en sloot mijn ogen. Nee, het bleef maar niet lukken. Het leek alsof ik klaar wakker was. Opnieuw nam ik zonder na te denken mijn gsm en toetste haar nummer in. Weer voicemail. Mijn gsm belandde tegen de muur en ik vloekte. Waarom kon ze me niet gewoon antwoorden?

Ik sloeg mijn benen over de rand van het bed en deed me wat kleren aan. Ik ging naar ze toe. Gewoon kijken of ze in orde waren en daarna zou ik terug weggaan. Niet meer, niet minder. Ik knoopte mijn veters en liep naar buiten. Het enige waar ik voor moest zorgen was mijn wolf. Ik moest hem binnen zien te houden. Het was de reden waarom ik als mens naar haar ouderlijke huis ging.

Ondertussen begon het al licht te worden. Een uur of 7 ongeveer. Misschien al iets later. Ik keek door een raam naar binnen en zag wat spullen staan. Daarna luisterde ik goed om te horen of ik twee hartslagen hoorde. Wat het geval was. Gelukkig. Er was niets gebeurd met hen. Ik zuchtte opgelucht en draaide me om, klaar om terug weg te gaan toen ik de voordeur hoorde open gaan.


A/N: Sorry dat het zo lang geduurd heeft :s Weinig tijd, maar ik hoop dat ik het goed gemaakt heb. Schattig hoofdstukje al zeg ik het zelf. Iemand een idee wie naar buiten komt en waarom?

Vote/Comment/Follow

The Werewolf LunaWhere stories live. Discover now