Wortels in blik - 15

240 15 7
                                    

(Vanaf Mila gezien).

Na een half uur het gehele mini station te hebben doorzocht, zonder enige aanwijzing, ben ik het zat. Deadline en A zijn te slim om sporen achter te laten. Veel te slim. Ik kan beter mijn tijd verdoen met bedenken welke trein ik ga nemen en hoe ik aan geld kom. En misschien moet ik toch maar een ontbijt nemen.

Met trillende handen van de kou doorzoek ik mijn tas op eten, maar vindt een beschimmelde boterham en een aantal zakjes snoep. Niet echt geschikt als ontbijt.

Ik besluit naar de dichtstbijzijnde supermarkt te gaan om goedkoop en veel eten in te slaan. Ik loop het station uit en de onbekende stad in.

Al snel vindt ik een grote supermarkt. Binnen is het stukken warmer dan buiten, zelf bij de vriesvakken en koelkasten. Ik doorzoek alle rijen eten. Misschien is het handig dat ik ook blikken eten mee neem voor in de trein inplaats van bij een restaurant avond te gaan eten.

Ik pak twee blikken van het goedkoopste merk. Een met wortels in blik - gewoon omdat ik die zo lekker vindt en ze nog goedkoop zijn ook -, de ander zijn knakworstjes.

Ook een zak boterhammen en kaas. Dan gris ik nog een pak verse mozzarella salade en een fles Arizona mee.

Als laatst besluit ik - omdat vandaag toch mijn verjaardag is - een simpel pak met cakejes te kopen. Mocht ik Jack en Noa ergens zien, wat heel lastig gaat worden, dan kan ik ze tenminste trakteren.

Vervolgens loop ik naar de kassa.

'Acht euro en vijfentwintig cent, alsjeblieft.' zegt de vrouw achter de kassa. Ik knik en ben opgelucht dat het niet veel is. Dan pak ik mijn portemonnee uit mijn zware rugzak.

Ik geef haar een briefje van tien en wacht tot ik het geld terug krijg.

'Eh, dame,' begint de kassa vrouw, 'dit zie ik niet als een briefje van tien.'

Ik kijk op en zie dat ze een wit papiertje vasthoudt. Nee, een briefje. Mijn ogen worden groot en ik gris het briefje uit haar handen. Verontwaardigd kijkt de vrouw mij aan.

'Sorry.' mompel ik en reken snel goed af en loop dan gehaast de winkel uit, de kou in.

Ik ga op een bankje zitten en vouw het briefje open.

Happy Birthday, Mila

Vindt Noa en Jack. Zo niet, dan zal iets van je worden weggenomen.

D.N.

Ik adem in en zucht dan heel diep uit. Verslagen gooi ik het briefje weg en kijk naar de straat. Een busje rijdt voorbij.

Hoe moet ik in vredesnaam Noa en Jack vinden? Ik heb bijna geen geld, geen mobiel en ze zullen al aan de andere kant van Nederland zitten. Die rotbriefjes, wanneer houdt het op?

Ik maak voor mezelf een boterham en kauw bedachtzaam. Waarom komen we altijd maar in de problemen? Wat als we gewoon thuis waren gebleven? Ik zucht diep en nadat ik mijn boterham heb opgegeten loop ik terug naar het station en neem de trein naar Den Haag Centraal. De trein die Noa en Jack ook hadden genomen.

(Vanaf Noa gezien).

'Wat doen we?'

We zijn terug op station Den Haag Centraal. We hebben deze nacht in een klein hotelletje geslapen, wat op zich wel te doen was. Maar nu zitten we met de vraag of we verder moeten reizen of dat we op Mila moeten wachten.

'Ik denk dat we moeten gaan.' zegt Jack en kijkt me diep in mijn ogen aan. Ik haal mijn schouders op.

'Want als we gaan en David eerder bereiken, kunnen we vertellen wat er is gebeurd.'

Daar heeft hij een punt. Ik knik. 'Maar hoe komt Mila er dan?'

'Mila weet de weg echt wel.'

'Oh, wacht, wat nou als we een briefje ergens achterlaten - net als Deadline - maar dan voor Mila, zodat als ze hier mocht komen, dat ze weet waar ze naartoe moet gaan.'

Jack knikt en haalt uit zijn tas een bloknootje en een pen. Hij scheurt een papiertje af en begint wat erop te schrijven.

Uiteindelijk besluiten we het op te hangen boven het bord waar de spoorkaart op staat en dan nemen we de trein naar Leiden.

Lost all over again (part 3)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu