Tired - 4

247 19 1
                                    

(Vanaf Mila gezien).

Langzaam gaan mijn ogen open. We zijn zo moe geworden dat we alledrie al snel in slaap zijn gevallen in de trein. Gelukkig hebben we de wekker gezet voor wanneer we uit moeten stappen, zodat we ons niet verslapen. Maar toch ben ik nu al eerder wakker.

Ik kijk naar hoe we erbij liggen. We konden gelukkig een plek vinden. Noa ligt tegenover mij als een soort ingezakte pudding te slapen, haar enorme rugzak als een kussen gebruikend. Jack ligt naast me, met zijn armen om mij heen geslagen, ik aan de raamkant. Onze tassen op de grond. Ik glimlach en wrijf met mijn handschoenen over elkaar. Zelfs in de trein is het koud.

Dan richt ik mijn blik op buiten. We zoeven langs alle witte typisch Nederlandse landschappen. Nog steeds sneeuwt het, maar deze keer minder hevig. Dan gaan we door een tunnel. Het wordt donker, op de paar lichten die er zijn. Opeens zie ik een tekst voorbij flitsen. Ik kan net niet lezen wat er staat. Voor ik het weet zijn we alweer de tunnel uitgereden. Ineens hoor ik een stem fluisteren.

'Goeiemorgen.'

Ik kijk Jack recht in zijn slaperige ogen aan. 'Goodmorning Jack.' Hij knuffelt kort en kijkt dan naar de klok. 'Over een half uur stappen we uit.' Hij pakt zijn te grote kaart weer tevoorschijn en bekijkt hem goed. Nog steeds snap ik niet hoe hij het doet. Ik ben zo ontzettend slecht in kaart lezen, geef mij maar een navigatiesysteem.

'Hé, let op.' Jack wijst naar zijn tas. Hij propt de kaart in een van de vakjes en haalt uit een andere een thermosbeker. Hij brengt zijn lippen naar mijn oor. 'Hot chocolate milk.'

Er verschijnt een enorme grijns op mijn gezicht. Warme chocolade melk is echt mijn lievelings winterse drinken. Dat Jack daar weer aan heeft gedacht. Ik bedankt hem en neem een slok. Gelijk wordt mijn lichaam weer opgewarmd. Zo zitten we een tijd lang tegen elkaar aangeleund voor warmte, totdat er wordt omgeroepen dat we ons station naderen.

'Noa.' ik schud zachtjes tegen haar schouders. 'Noa, wake up, we moeten uitstappen.' ik duw nog nog een keer en dan gaan haar ogen langzaam open. Jack staat al klaar om te gaan. Noa rekt zich nog een keer uit en staat dan ook op.

'Hoelaat is het?' murmelt ze en wrijft in haar gezicht. 'Zeven uur, we zaten een uur en een kwartier in de trein.' vertel ik haar en we lopen met z'n drieën naar de deur van de trein. We stappen de trein uit en een ijskoude wind waait ons tegemoet.

Zouden onze ouders al gemerkt hebben dat we weg zijn?

'We hebben een half uur voor we de volgende trein moeten pakken.' kondigt Jack aan. 'Aangezien we nog niet hebben ontbeten, kunnen we dat nu maar beter gaan doen.' Noa en ik knikken en lopen achter de zwartharige jongen aan. Zo lopen we even later een kleine bakker in.

Lost all over again (part 3)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu