De serveerster neemt onze bestelling op. Wanneer ze wegloopt op haar afgetrapte zwarte schoenen dringt Miles nog een keer aan om mijn levensverhaal te vertellen. Ik kijk even om me heen, maar op een maandagmorgen, eigenlijk net iets te vroeg voor lunchtijd, is er hier geen zak te doen. Dat komt goed uit, want er gaan gegarandeerd tranen vallen en dan hoef ik me ten minste iets minder te schamen.

'Het is gewoon alles,' begin ik uiteindelijk. 'Mijn hele leven. Niet alleen de dood van mijn beste vriendin, maar ook dat ik geen baan kan vinden en dat ik überhaupt niet weet of ik iets wil met bedrijfseconomie. Ik weet niet meer wie ik ben, wat ik wil of wat ik kan. Eigenlijk wil ik gewoon doodgaan, maar dat wil ik mijn ouders niet aandoen. Zeker niet nu ik gezien heb wat het met de ouders van Alice heeft gedaan.'

Het is de eerste keer dat ik die laatste twee zinnen hardop heb gezegd. Met mijn duimnagel glijd ik over een scheur in de lak van het tafelblad. Ik durf Miles niet aan te kijken. Hij is vast te geschokt door wat ik net gezegd heb of, erger nog, hij vindt me een aansteller.

'En je opa wil je het vast ook niet aandoen,' voegt hij echter op kalme toon toe. 'Hij is zo trots op je.'

'Dat komt omdat hij zo ver weg woont en hij geen idee heeft van wat er werkelijk gebeurt in mijn leven.'

'Daar ben ik het niet mee eens. Weet je hoe vaak hij me vertelt over zijn kleinkinderen in Nederland? Hij heeft het er altijd over dat jij en je zus zo slim zijn.'

'Zal ik je iets nieuws vertellen? Met gematigd slim zijn, zoals ik, bereik je dus helemaal niks in deze wereld. Daar vind je geen baan mee. Om een baan te vinden, moet je jezelf kunnen verkopen, ook al hoef je voor de functie waarop je solliciteert geen verkoopkwaliteiten te hebben. Je moet beter dan perfect zijn. En je moet ook vooral de juiste papieren hebben. Willekeurige winkels wijzen me af omdat ik overgekwalificeerd ben, maar tegelijkertijd kan ik sommige dingen die ik wel interessant zou vinden niet doen omdat ik niet de juiste opleiding heb. Bij het solliciteren ben je gewoon een nummertje dat precies in een vooraf opgestelde mal moet passen, ook al ben je iemand die na een paar weken of maanden werken alsnog in die mal zou passen.'

Gedurende mijn hele monoloog blijft Miles aandachtig naar me luisteren. 'Het zit je wel diep, of niet?'

'Ja.' Dat besef ik eigenlijk nu pas. 'Toen ik net afgestudeerd was, heb ik een aantal sollicitaties verstuurd, maar ik ben nergens aangenomen. Dat vind ik nog het allerergste aan afgestudeerd zijn; al die afwijzingen.'

'Wat vind je er nog meer erg aan?'

'Ik had best nog wel wat langer willen studeren. Ik heb niet het gevoel dat ik nou zo veel geleerd heb. Er kan best nog wat bij.'

Miles knikt begrijpend. 'Dus je concrete problemen zijn dat je meer zou willen leren en dat je geen baan kunt vinden?'

'Even afgezien van mijn dode beste vriendin is dat wel waar het heel kort door de bocht op neerkomt, ja.'

'Dus we zouden van een oplossing spreken als je een baan hebt en een mogelijkheid om jezelf verder te ontwikkelen?'

'Ja, ik denk het wel,' antwoord ik behoedzaam. Zoals hij het stelt, klinkt het veel te makkelijk. 'En nu komt er een verborgen camera tevoorschijn die me vertelt dat MTV dat alles voor me heeft geregeld of wat?'

'Nee, het was gewoon om het beeld duidelijk te hebben voor mezelf. Dan weet ik waar we ons op moeten richten.' Miles zegt het alsof we het hebben over het verwijderen van een splinter die diep in mijn voet zit. Dit probleem is toch wel even wat lastiger aan te pakken.

'Waarom zit je hier eigenlijk als je me toch niet serieus neemt?'

'Waarom denk je dat ik jou niet serieus neem?'

Voor een buitenstaander ziet dit er vast interessant uit. Twee mensen die recht tegenover elkaar zitten met hun blikken in elkaar geboord. Een tijdje blijven we zo zitten, proberend van elkaar in te schatten wie we tegenover ons hebben. Uiteindelijk worden we gestoord door de serveerster die ons eten komt brengen.

Meteen ben ik afgeleid door de adembenemende heerlijkheid op mijn bord. De chocoladepannenkoeken van de IHOP zijn niet voor niks mijn favoriet. Hiervoor zou ik naar Amerika zwemmen als het moest.

Pas als ik de eerste hap heb laten afdalen in mijn slokdarm komt er weer een woord over mijn lippen. 'Als het zo makkelijk was om een baan te vinden dan had ik dat zelf wel gedaan. Als het zo makkelijk was om mezelf te vinden dan had ik dat zelf wel gedaan.'

'Ik heb nooit gezegd dat het makkelijk was.'

En nu weet ik waarom. Dit keer slik ik het grapje in. 'Wat maakt dat je denkt dat je me kunt helpen?'

Miles haalt zijn schouders op en prikt een framboos aan zijn vork. 'Ik heb zelf ook zo mijn periodes gehad dat ik me extreem klote voelde.'

'Had jij ook moeite om een baan te vinden?' Ik probeer het luchtig te houden omdat ik niet durf te vragen wat zijn problemen waren, ook al heb ik hem net de mijne verteld en is hij me dat daarom wel verschuldigd.

'Nee, ik had moeite om mijn plek in de wereld en binnen mijn familie te vinden. Maar laten we het daar nu niet over hebben.'

'Waarom niet? Ik heb toch ook verteld wat mijn problemen zijn?'

'Maar ik heb genoegen genomen met de situatie en ik heb er niet zo'n last van als jij. Hoe zijn je pannenkoeken?'

'Prima.' Ik kan het niet hebben dat hij zo makkelijk van onderwerp verandert. Waarom wil hij alles van mij weten maar wil hij niks over zichzelf vertellen. 'Wat is je plan?'

'Dat moet ik nog bedenken, maar het voelt vast al beter nu je erover hebt kunnen praten, toch?'

Ik knik met tegenzin, want dat is inderdaad wel zo. Nu heb ik niet meer het gevoel dat ik er helemaal alleen voor sta, ook al ben ik nog steeds niet overtuigd van Miles' capaciteiten om me te helpen. Hij weet niks van de banenmarkt in Nederland.

'Ik zei toch dat de IHOP alles beter maakt?'

Ik sla mijn ogen ten hemel. Als hij altijd zo is, begrijp ik waarom hij geen goede band met zijn vader heeft. 'Ik ben blij dat je jezelf zo geweldig vindt.'

Zachtjes schudt hij zijn hoofd. 'Laat dat geweldig maar achterwege. Ik vind mezelf oké, en het wordt tijd dat jij dat ook gaat vinden.'

'Van mezelf of van jou?'

Miles lacht. 'Om te beginnen van jezelf, want het leven is al kort genoeg zonder dat je er zelf voortijdig een eind aan maakt.'

Stiekem hoopte ik dat hij mijn opmerking over doodgaan alweer vergeten was. Of dat hij dacht dat ik overdreef. Wat misschien ook wel een beetje zo is. Ik zou nooit zelfmoord plegen. Dat ik niet meer verder wil leven, wil niet zeggen dat ik dood wil. Dat beschouw ik maar als een goed teken. Misschien komt het daardoor dat ik nog meer eerlijkheden de wereld in spui. 'Ik vind het gewoon zo moeilijk, het leven. Elke dag is weer een nieuw gevecht. Ik ben moe van al dat vechten. Ik wil niet meer.'

Het medelijden in Miles' ogen is zo intens dat ik mijn blik afwend. Gelukkig ontvangt mijn telefoon precies op dat moment de melding van een nieuw bericht, dus heb ik iets anders om me op te focussen. Het bericht blijkt afkomstig van Dusty.

Heb je je huiswerk al gemaakt? Ik kom vanavond langs om je te overhoren ;)

Kreunend stop ik mijn telefoon weer weg. Ook dat nog. Hoewel ze het goed bedoelt, heb ik wel iets anders aan mijn hoofd dan haar stomme huiswerk.

'Vervelend bericht?' informeert Miles.

'Nee, Dusty,' verklaar ik. 'Ze had me de opdracht gegeven om vijf dingen op te schrijven waar ik blij van word, maar dat heb ik nog niet gedaan.'

'Dan wordt het hoog tijd dat we gaan beginnen. Nummer één: de pannenkoeken van de IHOP.'

'Die gaan me vast helpen bij het vinden van een passende baan.'

'Misschien niet direct, maar wel bij het vinden van jezelf. En onthoud dat sommige dingen gewoon op je pad moeten komen.'

Het is een advies waar ik helemaal niks mee kan, behalve me erbij neerleggen. Heel af en toe komt iets inderdaad gewoon aanwaaien. Tot die tijd zal ik moeten wachten, volhouden en ademhalen. En mezelf vinden, dat vooral. 

De snelweg naar mijn hartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu