Elves deel 27

1.2K 93 6
                                    

Hejo!!! Het is al een tijdje geleden dat ik nog iets heb gepost, SORRY. Ik heb het redelijk druk met school enz. Dit weekend heb ik ook niet veel tijd, door dansshow... Dus voor MoonGirl kan ik nog geen nieuwe uplaods doen, sorry. Maar toch hier nog een deeltje van ELVES, ENJOY!!!! <3 <3 <3

Edmund

De zon is ondertussen al een kwartier en we zitten onrustig te wachten op Edana die speciaal nog iets moest gaan halen. Als ze er eindelijk is sluipen we met z’n drieën over de daken van Aquarinthe. Volgens Druce is het paleis vlak bij en zijn we er in minder dan tien minuten. We sluipen de poort uit en volgen de route die Druce ons aanrade. We sluipen door en bos en steeds kijk ik op als ik geritsel hoor. Ik kijk rond en let op elke beweging, na een onrustige wandeling komen we bij een groot paleis omhult met een dikke zwarte mist. We sluipen naar de ingang. Shit, er staan wel tien bewakers. Ik kijk naar Edana en ze begrijpt direct wat ik bedoel en begint snel achter elkaar vuurballen af te schieten op de bewakers, nu zijn er nog drie. Murrough en ik sluipen ernaar toe ik begin een gevecht met een bewaker en Murrough ook, Edana had gelukkig de derde al dood geschoten! Ik haal uit naar zijn hoofd, maar hij kan het nog juist weg werken en ik haal weer uit, en weer kan hij zich verdedigen. Ik begin steeds sneller achter elkaar aan te vallen en dan raak ik hem recht op de juiste plek en hij zakt door zijn voeten en hij ligt dood op de grond. Ik hou niet echt zo van mensen doden maar ik moet Aine zien te vinden, ze is in groot gevaar! Als Murrough ook zijn tegenstander heeft uitgeschakeld lopen we weer samen het paleis in en sluipen in de donkere plekken naar verschillende kamers. We hebben wel twintig kamers gedaan als ik geroep hoor van in een toren aan de linkerkant van het paleis. De stem komt van Aine. Ik ren alle trappen op, Murrough en Edana  komen iets minder snel mee naar boven, als ik boven kom word ik eerst door twee bewakers tegen gehouden, nu liggen ze dus bewusteloos op de grind. Ik doe de deur open en roep luidt ‘Aine!’ ik zie haar zitten op de grond met een man die nu recht voor haar staat. Er zijn nog twee andere elven in de kamer maar die zijn hevig in gevecht, is dat Daray? Vraag ik me even af maar ik kijk alweer snel naar Aine die in en benauwde situatie zit. 

Aine

Edmund staat te kijken en ik probeer hem te zeggen dat hij nu iets moet doen. De Wrede Koning houd een hand die omringd is met een soort duystere mist boven me en ik voel me leeg worden. Ik kijk hem aan, ‘Wat doe je?’ zeg ik happend naar adem. ‘De krachtigste van dit hele rijk worden.’ Hij lacht gemeen en dat is niet zo’n goed idee. Edmund die in actie is gekomen geeft een trap in zijn zij en al snel verandert zijn lach in een pijnkreet. Edmund probeert hem te slaan, maar de Wrede Koning pakt hem met een andere duyster uitziende hand en er komt een zachte pijn kreet, zijn gezicht verzuurd en ik zie hem door zijn benen zakken. Ik ben nu woeden en probeer recht te staan, het lukt me maar stabiel sta ik niet. Ik loop naar Edmund die nu roerloos op de grond ligt, op de plek waar de koning hem vastpakte staat nu een donkere vlek. Ik kijk naar zijn gezicht die nu rustig is en niets van pijn meer uitstraalt. Ik voel een traan over mijn traan rollen, die koning is te ver gegaan. Ik laat zijn hand die ik vast had los en sta recht. De wrede Koning en ik staan nu oog aan oog. Hij heeft een gemene lach en ik weet dat hij iets gaat doen waar ik niet blij mee ga zijn. Ik stap achteruit want zijn hand komt naar mijn hoofd. Ik struikel over Edmund en val op de grond. De koning komt dichter en dichter. Ik kruip steeds verder achteruit en achteruit. Tot ik de muur raak. Dit is niet goed! Spookt het door mijn hoofd. Dit is NIET goed! Zijn handraakt mijn hoofd en ik voel een raar gevoel. Hij lacht gemeen en ik voel me leger en leger worden tot hij stopt en ik zielloos op de grond val. Hij heeft mijn krachten afgenomen en nu ik ze niet meer heb, voel ik me leeg en nutteloos. Ik lig op de grond en kijk naar Edmund die nog steeds roerloos op de grond ligt. Ik voel weer tranen rollen en ik kruip naar hem toe. Ik leg mijn hoofd op zijn borstkas en begin te wenen, hij is… Ik hoor geen hartslag en ik vrees het ergste, de koning loopt trots naar de deur. Ik wou dat ik hem kon raken met iets hard. Ik kijk naar Edmund zijn zwaard ligt naast hem, hij draagt ook een rugzak. Wat zou er in zitten. Ik veeg een paar tranen weg en open de zak, tot mijn verbazing komt mijn boog tevoorschijn en de koker met pijlen. Ik doe de koker om en sta recht met de boog in mijn handen. Ik pak een pijl en span mijn boog op ik mik op de rug van de Wrede Koning… Het is alles of niets, denk ik en ik  laat de gespannen boog los en het is alsof alles vertraagd. De pijl die door de kamer gaat richting de koning wijkt niet uit en volgt zijn baan precies. Hij raakt de Wrede Koning een de koning draait zich om en kijkt me aan. Aan zijn blik kun je zien dat hij dit niet had verwacht. Hij houd zijn handen bij zijn hard en valt op zijn knieën en dan helemaal op de grond. Ik zie een soort regenboog mist uit hem komen en naar mij toe komen. Ik voel hoe ik me weer beter begin te voelen, mijn krachten zijn terug. De deur gaat open en ik zie Edana en een vreemde jongen. Edana kijkt me vragend aan en dan naar de Wrede Koning. Ze steekt haar duim omhoog en komt naar me toe lopen. Ik wacht niet tot ze er is en ga naar Edmund. Die nog steeds roerloos op de grond ligt. Edana wijzigt haar pad en komt geschokt naar Edmund, de jongen volgt haar. ‘Aine,’ zegt ze zacht en ze legt haar hand op mijn schouder. ‘Ik… ik kon niets meer doen.’ Zeg ik in tranen uitbarstend. ‘Misschien kun je dat wel.’ Zegt Edana. ‘Een aardelve kan wonden genezen.’ ‘Maar ik… ik kan dat niet,’ ik kijk naar Edmunds arm en de zwarte plek die erop zit. ‘Je kunt het altijd proberen.’ Zegt ze. ‘Een waterelve heeft trouwens ook helende krachten.’ Zegt de jongen die een beetje achter Edana staat. Ik kijk naar mijn handen en hou ze dan boven de arm van Edmund. ‘Je hebt wel water nodig,’ zegt de jongen dan opeens. Edana haalt een drinkbus aan mij en de jongen toont even hoe je water bestuurd, niet makkelijk dus! Ik probeer het en wonderlijk genoeg lukt het me. Ik hou mijn handen die in het water zitten op de zwarte plek en concentreer me. Er gebeurt niets en ik voel hoe de moed me in de schoenen zakt, dit gaat me niet lukken. Ik stop en sta recht. ‘Ik denk niet dat ik hem kan helpen.’ Fluister ik en ik loop naar de deur. Ik doe hem met een bibberende hand open en loop de trappen af. Ik kom uit in een zaal met twee grote stoelen, de troonzaal. Ik loop erin rond en kijk naar de schilderijen van de koningen en de koninginnen. Er rollen dikke tranen over mijn wang, Edmund is weg en mijn echte ouders weten niet eens dat ik nog besta. Ik kom aan een plek waar vroeger een schilderij moet hebben gehangen, want je zie duidelijk dat de verf naast de plaats al veel meer is verbleekt dan de binnenkant. Ik laat me op mijn knieën zakken en verstop mijn hoofd in mijn armen. Mijn leven is gewoon één grote mislukking, alles loopt fout!

‘Wat is er prinses,’ ik herken die stem uit duizenden, Edmund. Ik geloof dat ik gek word, ik hoor zijn stem al in mijn hoofd. Iemand pakt mijn kin en heft hem op en ik kijk in de blauwe ogen van Edmund. Ik weet dat mijn gezicht er nu vreselijk uitziet, helemaal betraand. ‘Maar… jij was…’ ‘Inderdaad ik was… Maar één of andere prinses heeft mij gered en me terug levend gemaakt.’ Hij lacht en ik lach terug. Ik val in zijn armen en knuffel hem waarschijnlijk dood. Ik laat hem los en kijk hem aan en dan kust hij me. Ik denk even dat ik droom en wil me knijpen om het zeker te weten, maar als dit maar een droom is dan blijf ik liever in deze droom. We lopen samen uit de troonzaal en Edana en de jongen staan ons al op te wachten. ‘Die jonge naast Edana heet Murrough, ons vierde lid.’ Fluistert hij in mijn oor, zijn warme adem kietelt in mijn oor. Ik knik, dus zo heet dei jongen. Als we samen zijn vertrekken we terug naar Aquarinthe.

Elves, de verloren dochterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu