15_Zweetsokken-ijs
Ik glimlachte beleefd naar Nora en Dirk, de ouders van Tim.
Het was ondertussen vrijdag, de dag dat ik met Tim meeging om met zijn ouders te praten over het baantje. We bevonden ons in de inmiddels gesloten ijsjeszaak om de nodige zaken te bespreken.
Het was een gezellige plek, niet al te groot maar wel leuk ingericht. De vloer had een licht beige kleur, met zwarte ruitjes op. De muur had dan weer een lichtgele kleur met rode lijnen.
Er hingen spiegels aan de muur. Voor de spiegels stond een aanrecht daar op de kassa. Naast het aanrecht zag je allerlei soorten ijs. De tafels waren rond, en hadden een beige kleur, net als de comfortabele stoelen. En het leuke was dat er een ook jukebox aanwezig was.
Nora was op het eerste zicht heel vriendelijk. Ze was aan de brede kant, maar had prachtig lang, golvend blond haar. Ze droeg een rood zomerkleed, wat haar erg goed stond.
Ik merkte dat ze niet zo op haar zoon Tim leek. Maar Dirk had dan weer meer weg van Tim.
Hij had ros haar, dezelfde kleur dat Tim had voordat hij het rood kleurde.
Ook had hij dezelfde vriendelijk ogen, maar zijn neus was wel totaal anders. Hij had een grote bolle neus. Ja, ik keek naar neuzen, wat was daar mis mee?
‘Dus, waarom zou je hier willen werken?’ vroeg Dirk.
Ik slikte even en nam een slok van mijn glas cola dat Nora me had gegeven.
‘Het lijkt me wel leuk, werken in een ijsjeszaak.’ Vertaling: ik fietste tegen iemand zijn auto waardoor ik zeshonderd euro moest ophoesten en ik kon wel een baantje gebruiken.
‘Tim heeft al veel over je verteld, en je lijkt me wel een goede bijdrage aan de zaak. Ik bedoel, je lijkt me geen onhandig iemand. Of heb ik het fout?’ zei Nora en keek me vragend aan. Wat had Tim allemaal over me verteld? Dat ik een vogelhuisje in elkaar had getimmerd of dat ik kon koken?
‘Uhm, ja hoor. De handigste die er is,’ loog ik en net op dat moment moest ik natuurlijk mijn cola glas om stoten door met mijn arm te zwaaien.
‘Dat deed ik expres,’ lachte ik nerveus, en pakte snel wat servieten die op tafel lagen en begon snel alles op te kuisen.
Tim lachte mee, maar ik gaf hem een waarschuwende blik, waarna hij abrupt stopte.
‘Schep eens een bol ijs op. Laat zien wat je kan,’ stelde Dirk met een glimlach voor.
‘O-oké.’ Dat kon ik wel, zo onhandig was ik ook weer niet, toch?
We stonden op en ik liep naar het ijs, gevolgd door de rest die me afwachtend aankeken.
Ik voelde me zenuwachtig, en dat maakte me meestal extra onhandig. Laat dit alsjeblieft goed aflopen.
Eerst nam ik een hoorn en dan de ijsschep. Ik schepte een vanillebol. Dat lukte nog goed, en tot mijn verrassing kreeg ik de bol perfect op de hoorn.
Trots glimlachend keek ik naar Dirk en Nora, die goedkeurend knikte.
‘Je mag het opeten hoor, je gaat nog veel ijs mogen scheppen als je de baan krijgt.’
Als. Daar was het woord. Als ik de baan kreeg. Laten we hopen dat ik het krijg, want ik heb het geld echt nodig.
Ik nam een likje van het ijs, en een vieze smaak kwam in mijn mond. Het smaakte nog erger dan de pannenkoeken en tomatensoep van Tim en mij. Het leek wel te smaken naar… naar zweetsokken. Yep, zweetsokken die in een vies toilet waren gevallen en weer opgevist.
‘Lekker hé?’ vroeg Tim aan me. Ik knikte met een zuur gezicht.
Wie weet smaakte alleen de vanille niet goed, maar de rest wel?
Maar dit vanille-ijs doopte ik officieel: zweetsokken-ijs.
‘Wil je de andere smaken ook eens proeven?’ vroeg Nora.
‘Is goed.’ Alsjeblieft, laat dat beter smaken dan zweetsokken-ijs.
‘Maar eet eerst je bol ijs maar op, we gooien niks weg.’
Als ik dit overleef, verdien ik een medaille. Een gouden medaille, in de vorm van een lolly. Omdat lolly’s mij geen herinneringen doen oproepen aan deze vreselijke smaak.
Glimlachend, nam ik nog een likje van mijn overheerlijke bol ijs. Maar die glimlach verdween als sneeuw voor de zon, toen ik die vieze smaak weer proefde.
‘Ik ga van elke smaak wat voor je opscheppen op een groot bord. Ga jij ondertussen maar ergens zitten,’ zei Dirk. ‘Ik help je wel,’ zei Nora en ik ging ergens met Tim aan een tafel aan het raam zitten.
‘Je lust het ijs niet, hé?’ zei Tim teleurgesteld.
Zuchtend knikte ik. ‘Sorry.’
‘Het is niet erg. Er zijn smaken die niet lekker smaken, maar er zijn dan ook weer smaken die deze zaak draaiende houden.’
‘Je vind deze zweetso-,’ snel herstelde ik me. ‘Ik bedoel je vindt het vanille ijs ook niet lekker? Waarom zeg je dat dan niet eerlijk tegen je ouders?’
‘Omdat ik ze niet wil kwetsen. Ze steken veel tijd in deze zaak en geloof het of niet maar sommige klanten zijn echt dol op dit ijs.’
‘Wie? Zwerver Frank van op de hoek?’
‘Geef het nou gewoon een kans. Het zou geweldig zijn als je hier komt werken,’ zei hij enthousiast.
‘Ja, het zou leuk zijn om in de Gouden bol te komen werken.’ Zo heette deze zaak, en ik moest toegeven dat het een originele naam was. Al was dit zweetsokken-ijs niet de gouden bol.
Ik wist niet hoe het kwam, maar mijn gedachten ging opeens naar Jess en Collen.
Sinds die grote ruzie had Collen me geen blik waardig gegund, en Jess deed maar droogjes tegen me. Al bleef hij herhalen dat er niks aan de hand was, wist ik wel beter. Hij stond aan de kant van zijn beste vriend, maar wat verwachtte ik dan? Het was tenslotte zijn beste vriend, en hoe lang kende hij me? Juist, vijf dagen. Ik moest hier nu niet aan denken, laat ze maar doen, de sukkels.
‘Wat moet ik nu doen met dit vanille ijs?’
‘Geef maar aan mij, ik eet het wel voor je op.’
‘Wil je dat echt voor me doen?’ vroeg ik alsof hij mijn leven redde.
Hij knikte met een strijdlustig gezicht. ‘Ik sta bij je in het krijt,’ zei ik gaf hem het ijs dat al aardig begon te smelten.
‘En nog iets: wees voorbereid voor het chocolade ijs,’ waarschuwde Tim me.
Voor ik ook maar kon vragen naar wat het smaakte, zette Dirk een bord met een verzameling aan smaken ijs voor me neer. ‘Eet smakelijk!’
Ik glimlachte zuinigjes, en besloot het ergste eerst te proeven: het chocolade ijs.
Wanneer ik wat ijs in mijn mond had gestopt, kreeg ik de neiging het weer uit te spuwen. Ik kon de smaak niet thuisbrengen. Maar in mijn fantasierijke verbeelding, smaakte het naar verrotte eieren met kikkerspeeksel.
En het kotste me dan ook alle moeite om al glimlachend het beetje chocolade ijs op te eten.
Tim at zonder moeite mijn bol vanille ijs verder op. Blijkbaar was hij het al gewoon. Nu had ik pas echt medelijden met hem. Hoe kwam het dat deze zaak nog niet failliet was? Het antwoord op die vraag werd me klaar als een klontje, toen ik een hap van het aardbeienijs nam. Dat smaakte dan weer hemels! Het smaakte zoet, naar aardbeien en niet naar iets verrot. Zoals het hoort te zijn dus. Dit keer klonk mijn stem oprecht, toen ik zei dat het heel lekker was. De rest smaakte ook niet slecht, behalve het bananenijs dan. Dat smaakte naar aangebrande varkenspoten.
‘Nu ken je al de smaken, wat is je favoriet?’ vroeg Dirk toen alles op was.
‘Het aardbeien ijs,’ zei ik zonder twijfel.
Hierna babbelden we nog wat. Ik vertelde iets over mezelf, hoe oud ik was en hoe graag ik hier wilde werken.
‘Weet je wat, je mag morgen komen werken. Zie het als een proef-dag. Een dag waar je ons kan bewijzen waarom we je zouden aannemen,’ stelde Nora voor. Ik knikte instemmend. Klinkt goed, hopelijk verpestte ik het niet.
‘Maar die dag werk je wel gratis voor ons,’ maakte Dirk duidelijk.
Nog steeds knikte ik goedkeurend.
‘En?’ hoorde ik meteen mijn vader vragen wanneer ik thuis was gekomen.
‘Morgen mag ik op proef werken!’ zei ik enthousiast.
‘Yes!’ juichte hij blij voor me. ‘Omdat ik wist dat het je ging lukken, heb ik een bak vanille ijs voor je gekocht.’
‘Was dat ijs niet voor het geval ze al huilend ging thuiskomen met het nieuws dat ze de baan helemaal niet kreeg? Zodat ze haar verdriet kon weg-eten, zoals ze altijd doet,’ zei Isabel uitdagend.
‘Hou toch je mond, en speel verder met je neusaap pop.’
‘Ze heet Princess Samantha, en is niet eens een neusaap! Kwets haar zo niet, straks huilt ze nog.’
‘Hahahah, pas op iedereen. Straks gaat haar pop nog huilen!’ zei ik lachend.
‘Doe niet zo gemeen tegen je zus, Alice. En wil je dat vanille ijs nu nog hebben of niet?’ vroeg Jens.
‘Nee, dankjewel. Ik heb even genoeg ijs gehad, zeker vanille ijs.’ Ik was de smaak van het zweetsokken-ijs nog niet vergeten.
Chantal kwam de woonkamer binnen en vroeg me hoe het was geweest. Ze reageerde blij toen ze te horen kreeg dat ik morgen op proef mocht komen werken. Laten we hopen dat het morgen goed eindigt…
------------------------------------------------------------------------------------
Ik ben niet helemaal tevreden over dit stuk, maar ik was zo inspiratieloos dat er niks beters uitkwam dan dit... Toch hoop ik dat jullie het wat vinden.