CLARA - De Begaafden

By Rani1999

208K 15.7K 5.8K

De koning is dood en Terra wordt overheerst door wanhoop en chaos. Na de listige aanval van de Daemonen op de... More

De Begaafden - CLARA
Kaart
DEEL EEN
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
DEEL TWEE
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Hoofdstuk 14
Hoofdstuk 15
Hoofdstuk 16
Hoofdstuk 17
Hoofdstuk 18
Hoofdstuk 19
Hoofdstuk 20
Hoofdstuk 21
Hoofdstuk 22
Hoofdstuk 23
Hoofdstuk 24
Hoofdstuk 25
Hoofdstuk 26
Hoofdstuk 27
Hoofdstuk 28
Hoofdstuk 29
Hoofdstuk 30
Hoofdstuk 31
Hoofdstuk 32
Hoofdstuk 33
Hoofdstuk 34
Hoofdstuk 35
Hoofdstuk 36
DEEL DRIE
Hoofdstuk 37
Hoofdstuk 38
Hoofdstuk 39
Hoofdstuk 40
Hoofdstuk 41
Hoofdstuk 42
Hoofdstuk 43
Epiloog
Dankwoord
Woordenlijst
MALEDICTUS staat online!
Voltooid
Photomanip (eerste)
Bonusboek
En toen lachte ze
Photomanip 2

Hoofdstuk 7

3.9K 320 150
By Rani1999

Er viel een ongemakkelijke stilte terwijl ze elkaar aankeken, beiden zoekend naar een vlaag van herkenning. Genesis fronste, want zijn blik kwam haar bekend voor, maar ze kon de vinger er niet op leggen. Bijna dacht ze dat deze jongen Duvall was - in een andere vorm - maar de Begaafde was normaal gezien geen Illusiemeester.

'Wie ben je?' herhaalde ze.

Nu leek de jongen wakker te schrikken uit zijn moment van verwarring en trok hij zijn wenkbrauwen ietwat verbijsterd op, alsof hij niet kon geloven dat ze die vraag aan hem stelde. 'Mijn naam is Eden, prins Eden.'

Alle Gaven bij elkaar! Dit was dé prins Eden van Terra! De zoon van de voormalige koning! Met blozende kaken van schaamte boog Genesis diep voorover, starend naar haar voeten tot de prins zei dat ze zich weer mocht oprichten.

Nu hij van de schrik was bekomen, zag ze dat zijn houding rechter was dan bij een normale man - vervuld met iets dat ze alleen maar kon omschrijven als statigheid en leiderschap. 'En jij bent?'

'Genesis, mijnheer. Mijn naam is Genesis.'

De prins kneep zijn blauwe ogen tot spleetjes, waarna er een zweem van herkenning over zijn gezicht gleed. 'Ik heb veel over je gehoord, jongedame,' zei hij met een flauwe glimlach. 'Heldhaftige daden, zoals het redden van mijn hoogste officier.'

Zijn hoogste officier?

'Bedankt.' Ze onderdrukte een schamper snuiven. 'Het is wat ik moet doen voor ons land en het rijk.'

'Mooie woorden,' antwoordde prins Eden. Zijn opvallende blauwe ogen gleden door Duvalls vertrekken terwijl hij alles in zich opnam. 'Ik arriveerde hier in vermomming, tijdens het holst van de nacht om geen argwaan te wekken nu de Daemonen Terra nóg onveiliger maken, maar toen ik de vertrekken van heer Duvall bereikte, bleek hij weg te zijn. Die man is wel vaker spoorloos, is het niet?'

Hij keek Genesis vragend aan, wachtend op haar antwoord, en ze likte nauwelijks merkbaar langs haar plots droge lippen. Dit was de prins van Terra, waarschijnlijk straks de koning, ze kon niets anders dan hem gelijk geven. Toch flapte er eruit: 'Ik weet niets van Duvalls doen en laten, mijnheer.'

'En dat hoeft ook niet.' Achter hen klonk de stem van Duvall, duidelijk geërgerd, terwijl hij de kamer inliep, hen niet aankijkend. Toen hij voor prins Eden kwam te staan, boog hij lichtjes - nauwelijks merkbaar - en gaf een kort knikje. 'Moi Wyda.'

'Moi Soyvenji,' antwoordde de prins en glimlachte toen breed. 'Waarom zo formeel, Duvall? Dat is niéts voor jou!'

'Wat? Het lijkt me net iets dat helemaal bij hem past,' mompelde Genesis zacht en de twee jongemannen keken haar fronsend aan. Ze werd rood als vuur en prevelde gehaast een verontschuldiging.

'Ja, onze Wyda ill'glindral kan inderdaad een echte ijsklomp zijn,' lachte Eden terwijl hij Duvall op de arm klopte. De Begaafde kreeg een diepe rimpel tussen zijn donkere wenkbrauwen en zei iets onverstaanbaars. Zijn blik was zó verwonderd dat Genesis haar lachen bijna niet meer kon bedwingen en ze sloeg snel een hand voor haar mond.

'Wat is er zo grappig?' Duvall klonk ongemakkelijk. Prins Eden had een brede glimlach rond zijn lippen en wierp Genesis een goedkeurende blik toe. 'Nou, zij is de eerste die ik ooit commentaar op jou heb horen leveren en dat betekent al veel. O, en voor ik het vergeet; zij is ook de enige die het mag zeggen van jou, zonder dat je haar binnen een mum van tijd hebt aangevallen.'

Er viel een stilte toen de woorden bij Genesis binnendrongen en ze keek Duvall geschrokken aan. Had ze dat nou goed verstaan? Viel hij mensen aan als ze iets zeiden dat hem niet aanstond? Het idee alleen al bezorgde haar de rillingen.

'Zo erg is het niet,' mompelde hij.

Prins Eden slaakte een zucht. 'Niet meer, Duvall. En dat weet je.'

Hij beende naar een van Duvalls zetels en plofte erop neer, zijn in laarzen gehulde voeten vooruit stekend. Niets aan zijn gedrag deed Genesis aan een echte prins denken en ze staarde hem ongemakkelijk aan, tot hij zelf de stilte verbrak. 'Wel, kom erbij?'

Ongemakkelijk liet Genesis zich tegenover hem zakken en keek toe hoe Duvall drie bekers Vlamwijn inschonk om die aan hen te overhandigen. Zijn gezicht stond nors. 'Eigenlijk hoor jij hier niet te zijn, Genesis. Je zou - .'

' - Ze mag blijven.'

Duvall opende zijn mond om tegen Eden in te gaan, maar de blik van de prins was onvermurwbaar. Met een knikje richtte hij zich tot haar. 'Ik vind je een aangename jongedame, Genesis. Er zijn er maar weinigen die tegen Duvall in durven te gaan én het daar heelhuids vanaf brengen.'

Genesis wist niet of ze moest lachen, of nerveus kijken, dus ze zweeg ongemakkelijk. 'Het was niet mijn bedoeling om commentaar te leveren,' murmelde ze uiteindelijk, héél zacht. Prins Eden lachte alleen maar. 'Ik vond het helemaal niet erg. Ik ken Duvall al mijn hele leven en soms was dat echt vrésélijk. Altijd een staalharde man, zonder emotie, en dit is één van de eerste keren dat ik dat gezicht van hem ietwat zie vertrekken.'

Genesis wierp Duvall een korte blik toe, die hij negeerde. Toch kon ze een lachje niet onderdrukken. Prins Eden bekeek hen sceptisch, en plots voelde ze zich onbehagelijk onder zijn blik, alsof hij de relatie tussen hen blootlegde.

'Ik denk dat ik weet waarom dat zo is,' vervolgde hij samenzweerderig en Genesis beet hard op de binnenkant van haar wang. Had hij door dat ze iets voor de Begaafde begon te voelen? 'Maar dat laat ik jullie wel zelf uitvinden.'

Even zweeg iedereen, toen schraapte Duvall zijn keel. 'We moeten plannen maken, Eden. En dat doe ik liever zónder haar.'

Prins Eden keek Duvall strak aan, haalde zijn neus op en mompelde iets. 'Ik wil nog niet in de voetsporen van mijn vader treden en dat weet jij goed genoeg. Ja, ik heb mijn opleiding voltooid om en koning te worden, maar dat wil ik nog niet.'

'Je moet,' zei Duvall kalm, 'het is je lot.'

Eden snoof. 'Net zoals dat van jou is dat je die verdomde Opper-Daemon verslaat waaraan je zelf schuld hebt, zeker?'

De stilte die daarop volgde was om te snijden en Genesis sperde haar ogen open. 'U deed wat? Hebt u de Opper-Daemon geholpen? Bent u de reden dat hij zo is geworden?'

Duvalls groene ogen leken wel bevroren toen hij haar aankeek en zijn stem was killer dan al het ijs van de Witte landen bij elkaar. 'Ga, Genesis. Prins Eden en ik hebben wel dringendere zaken om te bespreken, die niet voor jouw oren bestemd zijn. Verlaat mijn vertrekken.'

'Maar...'

'Nu, en dat is een bevel.'

'Nee!'

Duvall sprong recht uit zijn stoel en torende plots boven haar uit. Hij deed haar denken aan een woedende, vurige demon, vlammende duisternis in zijn ogen. Angstig begon ze achteruit te deinzen, plots doodsbenauwd.

'Ga nu, Genesis,' herhaalde hij onmenselijk zacht en kil, 'of ik roep de wachters op je naar buiten te sleuren.'

Tranen prikten in haar ogen, maar ze gunde hem haar verdriet niet en keek kil terug. 'Dus dit is hoe u echt bent? Een laffe man die zich verschuilt achter leugens? Ik dacht inderdaad dat u me hielp en me vertrouwde, maar ik zat blijkbaar helemaal fout als u zich nu, nu de waarheid aan het licht komt, niet durft te verantwoorden.'

Zijn ogen spoten groen vuur, als spetters gif, toen hij haar naar de deur duwde. 'Ga,' siste hij bij haar oor, en dat onder de ogen van Prins Eden. Tot Genesis' verwarring keek die laatst genoemde gewoon kalm toe, duidelijk niet geschrokken door dit tafereel.

'Heer Duvall, mijn excuses...'

'Ik hoef jouw excuses niet!' schreeuwde hij in haar gezicht en ze deinsde nog verder achteruit, struikelend over de drempel. 'Ga nu of ik zorg er persoonlijk voor dat je hier nooit meer durft te komen!'

Na die woorden voelde Genesis haar hart in stukjes breken en een enkele traan gleed over haar wang. Ze maakte zich klaar om zich om te draaien, toen er plots iets vreemds gebeurde. Haar benen begonnen aan te voelen als pudding, evenals de rest van haar lichaam en het koste haar de grootste moeite om met haar ogen te knipperen, alsof die aan gewichten hingen.

Ze zag dat Prins Eden versteend naar hen zat te staren, zijn beker met Vlamwijn ergens halverwege zijn mond. Ook de klok aan de muur tikte niet meer, alles was doodstil en versteend in het moment.

Het drong tot haar door dat Duvall de tijd in de kamer had stilgezet - wat niet zomaar mocht - maar ze snapte niet waarom zij dan nog kon denken. Normaal merkte je alleen dat de tijd op je lichaam werd stilgezet als dat alleen op jou van toepassing was. Nu was de hele kamer versteend.

Duvall boog zich naar Genesis toe, zijn ogen poelen van donkergroen verdriet, verkleurend naar triest blauw en grijs. Ze staarde hem aan, terwijl ze zich niet kon verroeren. De Begaafde raakte zacht haar wang aan, streelde de huid en slaakte een trillende zucht. 'Het spijt me.'

Genesis keek hem alleen maar aan - ze kon niet meer.

Duvall boog zich naar haar toe en ze voelde zijn warme adem op haar huid, hij rook fris. Toen de afstand ondragelijk was geworden, begon het haar te duizelen door zijn geur en warmte. Genesis wilde hem naar zich toetrekken en hem aanraken, dus ergens was ze blij dat hij haar had versteend in de tijd.

Zijn lippen waren een onbegrijpelijk, ongrijpbaar iets toen ze héél zacht en héél kort die van haar vonden. Ze waren warm en zacht. Zijn mond was gemaakt voor de hare. Genesis zuchtte toen de vederlichte kus stopte en Duvall zich terugtrok, met blozende kaken. Zijn hand ging door zijn warrige haar. 'Het spijt me zo, Genesis. Vergeef me voor alles dat je nog te weten zal komen. Vergeet me niet, zoals ik nu ben.'

En met die woorden liet zijn Gave haar los en kon ze weer ademen, waarna ze vol ongeloof de kamer verliet.

---

Deze jongen hieronder is onze lieve vriend prins Eden:

En hieronder vind je nog een foto van Duvall. Damn Duvall, back at it again with the black clothes:

Continue Reading

You'll Also Like

28.1K 1K 35
Boek is voltooid! (Moet nog wel een x herschreven worden, ik weet het) Tamara, een meisje wat denkt een normaal leven te leiden. Vrienden, school, h...
33.4K 616 34
wat als je 4 bent en in Casa del huts woont? wat als je matthys kleine kindje bent?
4.8K 350 32
Iedereen heeft z'n eigen verhaal en verleden. Net als 5 jongens die in 1 huis worden gestopt. Zouden ze zich openstellen aan elkaar? En kan iedereen...
217 43 5
matthyas een 28 jarige jongen een hart van goud doet niemand iets aan maar toch ergens diep van binnen is die jonge erg onzeker maar als hij een keer...