Zina durft niks meer te zeggen en loopt mank mijn kantoor uit.

'D-dat is toch je mate...?' Vraagt hij met een angstige toon. 'Hou je bek!' Ik heb vandaag totaal geen zin in ongein. 'Zitten nu!' Braaf luistert hij naar wat ik zeg.

Als ik zelf nu ook ga zitten kan ik de warmte van Zina nog voelen, het breekt mij maar ik doe mijn best om het niet te laten zien. 'Wat je zojuist tegen Zina heb verteld ga je nu ook tegen mij vertellen!' 'Colton is ziek en daarom heb ik hem tijdelijk overgenomen.' Ik kan aan zijn houding zien dat dit niet de waarheid is, maar de echte waarheid ga ik toch niet uit hem krijgen dus ik besluit om het hiermee te doen.

'Over wat mag je niks tegen niemand zeggen?' Vraag ik op een iets kalmere toon. 'Ik heb ooit bij Wolferine gezeten, maar gelukkig ben ik daar weg.'

'Als jij kalm bent is hij ook rustig, dus Damon adem in en adem uit.' Doordringend kijk ik hem in zijn ogen aan, langzamerhand beginnen zijn benen opnieuw te trillen. 'Oké, je mag naar huis voor nu heb ik genoeg aan Bruce.' Nerazj zucht opgelucht en verlaat mijn kantoor. Ik kan mijn wolf niet veel langer onder controle houden en laat hem mij overnemen.

Kwaad maai ik met mijn arm alles van mijn bureau. De lamp valt in stukken op de grond en papiertjes dwarrelen naar de grond. Waarom moet ik haar nou pijn doen?! Ik schop een paar keer tegen de boekenkast aan waarna die het ook begeeft en in zijn geheel omvalt. Met mijn hand sla ik een gat in de muur waarna ik tegen de muur in elkaar zak. Met mijn handen wrijf ik door mijn haren en schreeuw luid.

10 minuten later zit ik nog steeds hulpeloos tegen de muur aan.

Als een bezetene kijk ik naar wat ik heb aangericht terwijl ik de drankfles uit mijn bureaula aan mijn mond zet. "Klop klop" 'Damon! Telefoon voor jouw!' Schreeuwt de stem van Bruce door de deur heen.

Wanneer ik niet antwoord komt hij brutaal binnen. 'Ga weg Bruce.' Kreun ik. 'Oh mijn god, Damon wat is er gebeurt?!' Bruce grijpt de bijna lege drankfles uit mijn handen en gooit hem naar de andere kant van de kamer. Zonder een woord te zeggen helpt hij mij opstaan. Ik voel me alsof ik in de zevende hemel ben.

Ik besluit om niet tegen te stribbelen en loop met Bruce mijn kantoor uit. 'Wat is er gebeurt?!' Vraagt Jack een vriend van mij terwijl hij mijn arm om zijn nek legt om mij te ondersteunen.

'Jeetje Damon deze alcohol lucht ruik ik nog op 3 kilometer afstand.' Met zijn drieën lopen we naar mijn slaapkamer. Ik rust mijn hoofd op het kussen en word compleet kalm.

P.o.v. Zina
Hoe kan hij mij zo'n harde trap geven? Hoe durft hij? Er gaat echt iets niet goed in zijn hoofd. Ik voel een blijvende stekende pijn, in de gang sta ik even in elkaar gekrompen stil. Alleen als ik stil sta voel ik het minder.

Ik moet hem terug pakken, maar hoe?! Na eventjes denken heb ik het. 'Killerwolves!' Shit schreeuwde ik dat nou echt door de gang? Ik ben dommer dan ik dacht. 'Waar?!' Hoor ik Bruce vragen in paniek. 'Dat weet ik niet, ik ga er nu heen.'

Mank van de pijn loop ik van Bruce weg totdat hij mij bij mijn arm pakt.

'Sla me niet!' Ik krimp volledig in elkaar en schreeuw van de pijn. 'Zina, wat is er met je?' 'Ik moet gewoon heel even zitten, kun je water voor me halen?' Dit is mijn trucje, nu gaat Bruce water halen en kan ik weg rennen.

'Tuurlijk, niet bewegen.' Wanneer Bruce uit mijn zicht is sta ik op om weg te rennen. Waar ik geen rekening mee heb gehouden is de enorme pijn in mijn buik. Hoe veel moeite het ook kost negeer ik het en ren weg met alles wat ik in mij heb.

Dit is een gedeelte van het kasteel waar ik nog nooit eerder ben geweest, wauw, alles is wit en zo magisch. Ik knipper een paar keer met mijn ogen om te checken of ik niet dood ben, gelukkig niet.

Ik blijf door sprinten totdat ik bij de garage aan kom. Het is mij bekend dat ik geen rijbewijs heb maar ik moet ergens heen, ik wil niet in dit kasteel blijven.

Op dit moment kan ik niet in hetzelfde gebouw als Damon zijn. Wacht eens even, ze vertelde mij altijd als ik ze ooit nodig had kon ik roepen. Het is een risico want het zou zo maar kunnen dat ze niet goed gehumeurd zijn en dan lig ik ergens 4 meter onder de grond. Voor nu wil ik het risico wel nemen. 'KILLERWOLVES HELP!' Schreeuw ik op mijn hardst. Het was zo luid dat het pijn deed aan mijn buik.

Vanuit de bossen hoor ik gekraak en gehuil, als ik er heen wil rennen hoor ik een bekende stem.

'Achter je Zina.' Vlug draai ik me om en zie Ruy. 'Waar kan ik je mee helpen?' Hoe kwam hij hier zo snel?! Zelfs wolven kunnen niet zo snel rennen. 'Ben je alleen?' Vraag ik verbaasd.

'Soort van.' Grinnikt hij arrogant. Vaag kijk ik hem aan, wat bedoeld hij met soort van? 'Waar kan ik je mee helpen Zina?' 'Ik moet hier weg bij Damon.' Ruy lacht zachtjes.

'Ik denk niet dat Damon het zo leuk vind dat ik je zo maar mee neem.' Ik doe zo erg mijn best om niet te laten zien hoe veel pijn ik heb, wat niet heel erg lukt want ik sta volledig scheef.

Mijn mouw stroop ik om en laat mijn wond aan Ruy zien. 'Met mijn pols open snijden had je anders ook geen moeite.' Het verbaasd mij wat voor lef ik had om dit te zeggen.

Ik hoor hoe Ruy zijn lach probeert in te houden. 'Goed, pak mijn handen en sluit je ogen.' Is dit een grapje?

Hij wil dat ik die vieze handen vast houd? Alles om bij Damon weg te komen nu. Ik adem diep in waardoor ik weer veel pijn krijg. 'Alles oké Zina?' Hij klinkt lief als hij bezorgd is. 'Nee laten we nu gaan, waar is je auto.' 'Doe wat ik je gevraagd heb en hou mijn handen vast!'

Ruy steekt zijn handen uit die ik bibberend aan pak. Zijn handen voelen volledig koud aan waardoor er een rilling door mijn hele lichaam gaat. 'Ogen dicht poesje.' Mijn ogen vallen uit zichzelf dicht. Wanneer ik een sterke wind door mijn bruine haren voel knijp ik hard in de handen van Ruy.

Alpha MateWhere stories live. Discover now