Hoofdstuk 6

129 5 4
                                    

Ace stond  voor zijn team in de Ravenklauw leerlingenkamer. De aanvoerder begon zijn praatje over wat hij verwachte tijdens komende trainingen en wedstrijden. Hoewel de aanvoerder helemaal wakker en enthousiast was, was zijn team... dat niet zo echt.

"Melanie, stop met slapen."

"Ace, stop met praten," zuchtte Melanie, terwijl haar hoofd tegen de schouder van een teamgenoot lag. "Realiseer je wel hoe vroeg het is? Je kon deze bijeenkomst na school houden! Ik ben nog steeds het avondeten van gisteren aan het verwerken. De vogels hebben ons zelfs nog niet gestoord om ons goedemorgen te wensen."

"Kijk, ik zou graag een goede voorsprong hebben. Alle aanvoerders zijn bloeddorstig dit jaar"

"Mooi, waarom ga je niet met alle andere aanvoerders verzamelen op het veld en sla je elkaar tot je het bloed hebt dat je zo graag wilt."

Het team lachte en Ace rolde zijn ogen.

"Wij, Ravenklauw, zijn bekend om onze strategie en die strategie komt niet door op onze kont zitten," zei Ace.

"Eh ja, daar komt het eigenlijk wel op neer," zegt Melanie terug. "We zitten altijd, terwijl je opkomt met tactieken en daarna zitten we op onze bezems tijdens training. Dat klinkt voor mij als op je kont zitten."

"Wil je dit jaar de Zwerkbalbeker winnen, Mel?"

"Ik wil slapen," antwoordde Melanie die weer in slaap viel.





"Weet je wat Zwerkbal nog leuker maakt?" zei Melanie tegen Andy toen ze aan het ontbijten waren.

"Als iedereen zonder shirt speelde," zei Andy.

"Niet de weg die ik wilde gaan, maar wel interessant. Die ga ik onthouden. Ik wilde eigenlijk zeggen wat als we de Beukers in brand steken... dat zou vet zijn," zei Melanie.

"Gevaarlijk, maar opwindend," keurde Andy goed. "Om het nog beter te maken. Shirtloze Zwerkbal met brandende Beukers."

"Dat klonk vreemd op zoveel manieren. We worden zo opgesloten," lachte Melanie.

"We zijn tenminste samen."

"Tot het verre eind, mijn kameraad," grijnsde Melanie.

Ze lachte samen en zagen iemand aan komen lopen.

"Carter-bean!" groette Melanie tegen haar broertje.

"Schreeuw dat niet zo hard!" zei Carter en keek snel om zich heen of iemand het gehoord had.

"Rustig, Carter, haast niemand is wakker nu. Ik ben verrast om je nu al op te zien."

"Eh ik sliep niet zo goed," zei hij en ging naast haar zitten.

"Gaat alles wel goed?"

"De bedden zijn niet zo comfortabel als  thuis."

"Arme Carter," zei Melanie, terwijl ze in zijn wang kneep.

"Stop daarmee!" Carter sloeg haar hand weg. "Kom ik in de problemen door bij jou te zitten?"

Andy lachte en schudde haar hoofd. "Nee, Carter. Je bent welkom bij alle tafels. Alleen tijdens het avondeten moet je bij eigen tafel zitten. Ze moedigen het wel aan om tijdens ontbijt en lunch ergens anders te zitten ."

"Waarom doen ze dat?"

"Om de vooroordelen over de afdelingen te verminderen."

"Vooroordelen over de afdelingen?"

"Ja, ze willen dat alle vier de afdelingen elkaar mogen en respecteren. Kleine kans dat dat gaat gebeuren."

"Waarom dan?"

"Het is altijd zo geweest, Carter. Iedereen gelooft dat hun afdeling het beste is. En als iemand iets anders zegt, is er al snel een gevecht. Je zult het wel zien wanneer je  jouw trots over je afdeling ontwikkeld,  dat het over is."

"Betekent dit dat we niet meer gezien mogen worden samen?"

"Oh Carter, je bent naïef soms," zegt Melanie die door zijn haar streek. "Ik ben je weer aan het plagen. Er zijn een paar mensen die denken dat hun afdeling de beste afdeling is en dat alle andere een stel snozzberries zijn. Maar niemand vinden die mensen leuk. Je maakt vast vrienden in alle afdelingen."

"Net als je die vrienden hebt gemaakt in Griffoendor," zei Carter.

"Precies."

"Ik was sarcastisch"

"Ik niet."

Carter pakte een bord, nam wat eten en keek vervolgens naar haar.

"Je weet dat hij me haat, toch?"

"Wie?" vroeg Melanie met mondvol met bacon.

"Je beste vriend, Ollie Bear."

"Nou, als je hem zo noemt, dan snap ik wel dat hij je haat," zei Melanie.

"Nee, ik heb nog geen woord tegen hem gezegd en je denkt meteen dat ik in zijn schoen heb gepoept."

"Dat zou je moeten doen," zei Andy.

"Wat?! Waarom zou ik zoiets doen?"

"Nou, hij haat je al, toch? Nu geef je hem ook echte reden ervoor."

"Jullie zijn de twee slechtste voorbeelden die ooit hebben bestaan," zei Carter.

"We hebben nooit gezegd dat we een goed voorbeeld zijn, lieverd." Andy glimlachte lief naar hem.

"Ja en geloof me. Er zijn nog veel ergere."

"Dat geloof ik pas als ik het zie."





Melanie liep met Andy achter haar aan naar het klaslokaal van Bezweringen. Beiden groetten Professor Flitwick*.

"Hallo Melanie en Andy. Ik hoop dat jullie een mooie zomer hebben gehad."

"Ja, dat heb ik gehad," zei Melanie.

"Als  een mooie zomer hebben, betekent om voor je onverdraagzame oma te zorgen. Dan ja, dan had ik een mooie zomer," antwoordde Andy.

Professor Flitwick glimlachte alleen en vroeg of de meiden een plek konden kiezen in de klas.

Alle Ravenklauw en Griffoendor studenten kozen een plek en zaten te wachten tot dat iedereen er was zodat de les kon beginnen. Professor Flitwick was zijn les aan het voorbereiden, terwijl de laatste leerlingen die een paar minuten te laat binnen liepen.

Oliver keek om zich heen voor een plekje. En natuurlijk was er een plek, maar niet waar hij graag wilde zitten. Hij keek naar Todd, die spijtig naar hem keek. Hij keek weer naar het plekje, waar Melanie tikte op de stoel naast haar.

"Morgen, Wood," zei ze en knipoogde.





*Profressor Flitwick is in het Nederlands Professor Banning.




Strategy | Oliver Wood [NL]Where stories live. Discover now