Hoofdstuk 9

37 4 4
                                    

Carter stond buiten de leerlingenkamer terwijl hij keek naar De Dikke Dame. Hij kon het wachtwoord niet herinneren, al zou zijn leven ervan af hangen. De dame van het schilderij bleef hem aankijken terwijl hij nadacht, maar hij kon er maar niet opkomen.

"Heb genade?" zei hij en glimlacht naar de vrouw.

"Geen wachtwoord, geen entree. Sorry."

Carter zuchtte en ging naast het portret zitten . Hij hoopte dat zijn mede-Griffoendors snel zouden komen, zodat hij naar binnen kon gaan.

"Je moet snel de wachtwoorden leren of je gaat hier veel tijd spenderen met mij." Mijmerende De Dikke Dame.

"Doe me een lol. Ik ben veel aan het leren in mijn lessen, een wachtwoord is wel het laatste waar ik aan denk."

"Het zou je eerste ding moeten zijn als je de leerlingenkamer in wil."

"Je blijft het erin wrijven, he." Zuchtte Carter.

"Ik ga niet veel weg. Neem me niet kwalijk dat ik geniet zolang mogelijk van een vorm van entertainment."

"Ik ben blij dat ik je kon helpen," mompelde Carter.

Opeens hoorde hij iemand de trap op lopen. Carter voelde een stormvloed van geluk door hem, totdat hij zag wie het was.

Oliver was eindelijk bovenaan de trap en hij stond voor Carter en De Dikke Dame.

Hij keek voorzichtig naar Carter, alsof op elk moment zijn zus tevoorschijn zou komen voor een verbale aanval.

"Wat is hier aan de hand?" zei hij tegen de eerstejaarsstudent.

Carter keek voorzichtig omhoog en stond vervolgens op. "Ik ben het wachtwoord vergeten," zei Carter beschaamd.

"Nu al?"

Carter keek naar beneden. "Ja."

"Pig Snout," zei Oliver. Het schilderij van De Dikke Dame ging open zodat beide jongens naar binnen konden.

Carter renden als eerste naar binnen. "Dankje!" zei hij en rende naar de slaapzaal, maar stopte toen Oliver naar hem riep.

De jonge jongen verstijfde en was onzeker over wat zijn zus haar vijand ging zeggen tegen hem.

"J-ja?"

"Niet... niet je zus over dit vertellen," zei Oliver.

"Over wat?" vroeg Carter verwart.

"Over dat ik je hielp naar binnen."

Carter staarde verwart naar hem. "Uhm oké?"

"Ze zou me hieraan altijd blijven herinneren," vertelde Oliver hem. "Dus houdt het voor je."

"Zal ik doen!" Carter knikte braaf. Hij liep weg naar de trap, maar stopte opeens. Hij draaide zich om op de laatste trap en keek nog naar Oliver. "Haat je echt mij door mijn zus?"

Oliver keek hem aan met grote ogen, maar keek vervolgens wat meer relaxed.

"Wat? Heeft ze je dat verteld?"

"Nee, ik ging ervan uit. Ik bedoel gewoon, zij is mijn zus en jij haat haar, dus ik dacht-"

"Ik haat haar niet," zei Oliver snel, terwijl verschillende andere Griffoendors keken en meeluisterden naar de twee hun gesprek. Oliver ging wat dichter bij de Carter staan.

"Ik haat jou niet ... of jouw zus. Je zus ... is gewoon..."

"Je tot last?" eindigde Carter.

"Ja."

"Dat is toch iets goeds, weet je?" vertelde Carter tegen hem.

"Ik ben het hier niet met je eens," zei Oliver die zijn ogen rolde.

"Nee, maar echt. Geloof me, ze is mij ook de hele tijd tot last. Maar het is haar manier van laten zien dat ze om je geeft ... op een rare manier."

"Ik weet niet of dat zo is."

"Geloof mij nou maar, ze is mijn zus. Ik leef en woon met haar."

"Dat spijt me," zei Oliver. Carter lachte.

"Oké, dus haat haar niet, maar je mag haar ook niet."

"Ze heeft me, sinds ik haar ken, niet echt een reden gegeven om haar te mogen.

"Ze doet dat alleen omdat ze weet dat je het irritant vindt, als je haar geen reactie geeft, dan –"

"Dan stopt ze?"

"Nee.. dan gaat ze harder door," zei Carter. In plaats van naar boven gaan, liep hij naar hem en plofte neer op een van de stoelen.

Oliver bleef stil, maar Carter had zijn aandacht.

"Dus, hoe krijg ik het voor elkaar dat je zus stopt?"

"Niet," lachte Carter. "Melanie heeft niet echt een stopknop, maar je moet leren om haar spel te spelen."

"Haar spel spelen? Nee," Oliver schudde zijn hoofd. "Ik ben niet van plan haar spel van bijnamen en plagen te spelen."

"Oke dan, ik probeerde je gewoon te helpen," zei Carter.

"Hoe weet ik dat je niet dingen zegt voor je zus?"

"Ik weet het niet," zei Carter en hief zijn schouders op. "Ik denk dat je gewoon er zelf mee moet leren om gaan. Succes met dat."


Oliver liep in een van de gangen en zag dat Melanie tegen de muur aan leunen, ze was aan het praten met de Ravenklauw Zwerkbalaanvoerder.

Hij wilde ze negeren, maar toen hij naar haar keek, keek zij naar hem.

Het was voorbij.

Ze moesten een soort van gesprek hebben.

Ace wierp een blik heen en terug naar de twee. Vervolgens deed hij zijn handen in de lucht en liep weg.

Melanie vouwde haar armen over haar borst.

"Hey Hollywood."

Oliver beet in zijn wang.

"Oh ... ik zie het .. je voelt Hollywood vandaag niet ... meer Firewood. Hebbes," Melanie knipoogde naar hem.

"Raken die domme bijnamen dan nooit op?"

"Nope," ze lachte. "Ik denk dat je stiekem uitkijkt bijnamen die ik bedenk."

"Nee .. niet echt."

"Blijf jezelf dat vertellen. Doei Wood," Melanie zwaaide naar hem en verdween om het hoekje.

Oliver bleef in de gang staan nadat Melanie verdween om de hoek.

"Tsk. Tsk."

Oliver schrok om Carter te zien, hij stond nu naast hem.

"Wil je nog steeds mijn hulp niet? Vroeg hij aan Oliver.

Oliver zuchtte. "Wat heb jij eraan?"

"Zij is mijn zus. Het is mijn taak om tegen haar te werken."


a/n

ik zit wat vooruit te werken met dit boek. ik heb vandaag 10 hoofdstukken vertaald en ben best wel moe nu. mijn doel is om in mei dit boek voltooid te hebben.

voor de schrijvers onder ons, hoeveel hoofdstukken heb je minimaal al (voor) uitgewerkt?

ik probeer minimaal 2 hoofdstukken af te hebben.

Strategy | Oliver Wood [NL]Where stories live. Discover now