21. KISS HIM BETTER

255 17 63
                                    


21. KISS HIM BETTER


trigger warning: zielige shit


BUITEN IS HET nu een stuk rustiger dan binnen, en door de harde muziek uit de zaal moeten mijn oren even wennen aan alle geluiden die op een normaal geluidsniveau zitten. Ik weet niet hoe laat het precies is, maar het zal wel tegen half tien aanlopen. Echt koud is het nog niet, maar het is wel duidelijk te merken dat er zo langzaamaan een einde aan de zomer komt.

Justin en ik gaan zitten op een bankje dat een eindje verderop van het gebouw staat. Hoewel Justin degene was die me wat wilde vertellen, blijft hij opvallend stil.

"Hé," zeg ik zachtjes als hij na een paar minuten nog steeds niks heeft gezegd. Ik tik hem op zijn schouder, waardoor hij verschrikt opkijkt. Nu ik hem zo in het licht van de lantaarnpaal zie, valt het me pas op hoe gespannen hij eruitziet. Binnen was het me niet opgevallen doordat het zo donker was, maar nu is het duidelijk te zien. Bezorgd kijk ik hem aan. Wanneer is zijn humeur zo omgeslagen? Binnen leek er nog niks aan de hand te zijn.

Justin schraapt zijn keel. "Ik- eh, ik wil je eigenlijk wat vertellen. Een tijdje al, maar ik kon het geschikte moment er niet voor vinden. Al vraag ik me af of er überhaupt een geschikt moment is."

Ik frons, en probeer zijn gezichtsuitdrukking te peilen. Hij klinkt heel serieus, waardoor ik me toch een beetje zorgen begin te maken.

"Oké, ga je gang," weet ik uiteindelijk toch met een glimlach te zeggen. Ik wil niet laten merken dat hij door zijn zenuwachtige gedrag míj ook behoorlijk zenuwachtig maakt.

Justin opent zijn mond, maar lijkt zich te bedenken en sluit hem vervolgens weer. Zijn handen trillen zachtjes, dus pak ik ze voorzichtig vast. "Alles oké?" vraag ik als het trillen wat minder wordt. "Ik begin me nu wel een beetje zorgen te maken. Er is toch niks ergs aan de hand?"

Tot mijn opluchting schudt Justin zijn hoofd. "Nee, het is niks ernstigs. Ik-" Hij haalt één keer diep adem.

"Nolan, ik vind-"

Bliep bliep bliep.

Zodra de schelle ringtoon van mijn telefoon ons allebei doet schrikken, klapt Justin weer dicht. Verdomme. Geachte beller, had je niet een iets beter tijdstip kunnen kiezen om te bellen?

Mijn irritatie slaat echter over in lichte paniek als ik zie dat het het ziekenhuis is dat heeft gebeld. De laatste keer dat ik werd gebeld in de avond was het nieuws dat ik kreeg alles behalve goed. Terwijl mijn duim boven het groene bel icoontje op mijn scherm blijft hangen, kan ik maar aan één ding denken.

Wat als?

Nee. Dat kan niet. Dat mág niet. Niet nu ik hier ben, nu ik er onmogelijk op tijd bij zou kunnen zijn.

"H-hallo." Mijn stem klinkt ongelooflijk onstabiel. Alsjeblieft, laat het niet zo zijn.

"Meneer Groenewegen, ik ga maar gelijk met de deur in huis vallen. Het gaat niet goed." Ik weet dat dokters altijd serieus klinken, maar ik heb dokter Smits nog nooit zó serieus gehoord. Dit is helemaal niet goed. "Uw moeder heeft een uur geleden een hartstilstand gehad. Ze is gereanimeerd en ligt nu aan de beademing. Maar ze heeft gezegd dat als dit zou gebeuren, ze van de beademing af wilde zodra u afscheid van haar hebt genomen."

De woorden komen als een enorme klap binnen. Het lijkt alsof de hele wereld om me heen instort en verandert in één zwart gat. Zelfs Justin zie ik door mijn troebele blik niet meer, terwijl hij letterlijk naast me zit. "K-kan ik nu komen? A-fscheid nemen?" Ik kan het niet voorkomen dat een hoge snik mijn mond verlaat. En terwijl ik de woorden uitspreek, besef ik hoe hopeloos het is. Ik heb geen idee hoe ver het vanaf hier is naar het ziekenhuis, ik ben met de fiets, en de batterij van mijn telefoon is leeg waardoor Google Maps ook geen optie is.

"Natuurlijk kan dat." De dokter haalt me uit mijn gedachten. "Als u er bent, kunt u zich melden bij de balie. U bent op elk tijdstip welkom. Heel veel sterkte."

Nadat de dokter heeft opgehangen, duurt het niet lang voordat ik in tranen uitbarst. Ik laat mijn telefoon uit mijn hand glippen en begraaf mijn gezicht vervolgens in mijn handen. De snikken zijn zó hard dat mijn keel na een tijdje pijn begint te doen, maar ik stop niet met huilen. Er lijkt geen einde aan de tranen te komen. Alsof ik het de laatste tijd heb opgekropt en het er nu als één waterval uitkomt.

Ik ben me er pas van bewust dat Justin nog steeds bij me is als ik plotseling een arm om me heen voel. Als ik opkijk en een aantal keer knipper om zo een beter zicht te krijgen, zie ik hoe hij zelf ook betraande ogen heeft. Op dit moment hebben we geen woorden nodig om elkaar te begrijpen. Mijn emotionele staat verraad de boodschap die ik zojuist van de dokter heb gehoord. Ik kan aan hem zien dat hij het weet. En daar ben ik blij om, want ik denk niet dat ik momenteel in staat ben om de situatie aan hem uit te leggen.

Justin haalt na een tijdje wat zakdoekjes uit zijn broekzak, die ik dankbaar van hem aanneem. Als ik de tranen heb weggeveegd, voel ik me even wat kalmer worden, totdat de realisatie als een donderslag inslaat.

Ik ga mijn moeder nooit meer wakker zien. Het laatste gesprek met mijn moeder heb ik al gehad. Ik kan haar nooit meer een kus of een knuffel geven. Ik zal haar nooit meer zien of horen lachen. Die realisatie brengt naast een hoop verdriet nog een nieuwe emotie bij me op: woede. Want waarom ben ik niet vaker langsgeweest? Ik had het haar beloofd, verdomme. Ik had beloofd dat ik hoe dan ook elke dag langs zou komen. Maar zodra school begon, zag ik al van die gedachte af omdat het te zwaar was.

Ik had vaker moeten zeggen dat ik van haar hield, vaker moeten zeggen hoe veel ze voor me betekende. Nu kan ik me niet eens meer herinneren wat het laatste is dat ik tegen haar heb gezegd. Ik probeer in mijn geheugen naar de woorden te graven, maar hoe hard ik ook mijn best doe, er schiet me niks binnen.

Ik sta op van het bankje, met zo'n snelle vaart dat ik even duizelig word. Ik wankel wat, maar al snel sta ik weer stabiel. Ik moet naar het ziekenhuis. Nu meteen. Ik vogel wel uit hoe.

Ik begin met lopen, maar ver kom ik niet, want Justin pakt mijn pols vast. "Waar ga jij in hemelsnaam heen?" vraagt hij, maar de toon in zijn stem verraad dat hij het antwoord al weet.

"Het ziekenhuis, duh. Ik wil naar mijn moeder toe." Ik probeer me uit zijn greep los te wrikken, maar Justin pakt mijn pols alleen maar steviger beet.

"Dat ga je níet," sist hij. "Hoe wil je daar komen? Lopend soms? Ik ga je nu niet laten gaan, niet nu je er zo aan toe bent. Je moet kalmeren Nolan, anders krijg je weer een paniekaanval."

Bij het woord 'paniekaanval' ontstaat er kortsluiting in mijn hoofd. Ik merk dat mijn ademhaling onregelmatiger en gehaaster gaat dan net. Justin heeft het door, en leid me weer terug naar het bankje. "Adem in, adem uit." Hij ademt extra zwaar en langzaam, en ik probeer me met alle macht op zijn ademhaling te focussen. Maar ik kan niet meer helder nadenken, waardoor ik nog meer in paniek raak, en de stress alleen maar toeneemt. Hoewel het me de vorige keer na een tijdje wel lukte om mijn ademhaling onder controle te kriigen, gaat dat nu niet. Hoe hard ik ook mijn best doe, ik krijg zijn ritme niet te pakken.

Justin merkt ook dat zijn tactiek deze keer niet werkt, en ik zie dat in zijn ogen nu ook lichte paniek ontstaat. Hij komt wat dichterbij zitten en reikt uit naar mijn wangen, om de tranen die weer begonnen zijn met lopen weg te vegen.

"Niet schrikken, oké?" fluistert hij zachtjes, en hij strijkt met zijn vingers over mijn onderlip.

Justin bijt op zijn lip, leunt in, twijfelt, leunt weer naar achter, twijfelt opnieuw, laat zijn blik rusten op mijn lippen, en mompelt vervolgens iets in de richting van "laat dit alsjeblieft werken." Daarna leunt hij weer in.

En na iets wat echt een eeuwigheid lijkt te duren,

kust hij me.

na 21 hoofdstukken is het moment daar hoor :)
helaas ook weer wat drama, maar ja, dat zat er natuurlijk ook aan te komen :(

broken hands & hearts.Where stories live. Discover now