09. STUCK IN MY HEAD

262 21 76
                                    

09. STUCK IN MY HEAD

ALS WE VRIJDAGMIDDAG aankomen bij het meertje, is het al aardig druk. We zijn duidelijk niet de enige die op het idee waren gekomen om te gaan zwemmen. Overal zitten groepjes jongeren verspreid over het grasveld. Niet zo gek ook, met deze temperaturen. Wat kan je anders doen met dit weer?

Ik leg mijn strandlaken neer op het gras en ga vervolgens liggen. Genietend sluit ik mijn ogen. Prima als de rest wil gaan zwemmen, maar ik blijf voorlopig hier liggen. Als ik de zon op mijn huid voel branden, bedenk ik me dat ik geen zonnebrand mee heb genomen. Gelukkig heeft Arwen wel een tube mee. Als ze zichzelf heeft ingesmeerd, gooit ze het gele ding mijn kant op. Ze zet haar zonnebril op en gaat net als ik op haar rug liggen. ''Wat een leven is dit. Kunnen we hier niet altijd blijven?'' Ik ben het helemaal met haar eens.

Ik doe mijn oortjes in en wil muziek opzetten, als ik plots een hand op mijn schouder voel. ''Is dat Justin niet?'' Jonathan wijst naar een groepje in de verte. Als de groep dichterbij komt, zie ik dat één van hen inderdaad Justin is. Hij merkt mij ook op, en zwaait even naar me. Ik zwaai glimlachend terug. ''Huh? Haatte jij hem niet? Die gast had toch je been gebroken?'' De verbazing is duidelijk in Jonathans stem te horen.

Ik haal mijn schouders op. ''Ik kwam hem laatst tegen en toen heeft hij zijn excuses aangeboden. Het heeft ook geen zin om eeuwig boos op hem te blijven.''

Jonathan maakt een instemmend geluidje. ''Netjes van hem.''

Ik knik en ga vervolgens weer liggen. Na een tijdje wordt de brandende zon me echter te veel en besluit ik om toch even het water in te gaan. Arwen en Jonathan willen nog blijven liggen, dus loop ik in mijn eentje het water in. Het water voelt echt als een soort verademing en heeft exact de juiste temperatuur. Niet te koud, maar het zorgt wel voor een verkoelend effect.

Ik besluit om een stukje te gaan zwemmen. Als ik me even omdraai en een blik op mijn vriendengroep werp, zie ik dat Adam en Sofie zich ondertussen bij Arwen en Jonathan hebben gevoegd. Jonathan trekt Adam in een knuffel, waardoor ik snel mijn blik afwend. Eerlijk gezegd begrijp ik niet waarom ik het nog steeds moeilijk vind om naar ze te kijken. Ze zijn verdomme al bijna een half jaar samen. En toch betrap ik mezelf er elke keer weer op, ondanks dat mijn gevoelens voor Jonathan bijna weg zijn. Misschien ben ik gewoon jaloers op wat ze hebben, en niet perse met wie, bedenk ik me. Ja, dat zou lo-

''Ben je jaloers?'' 

Ik schrik me helemaal dood van Justin, die opeens naast me is komen zwemmen. Dan besef ik me pas wat hij zojuist heeft gezegd. ''H-hoe b-bedoel je?'' weet ik stotterend uit te brengen. Mijn stem klinkt heel onzeker, maar vooral, héél ongeloofwaardig.

''O, je was aan het staren. Maar ik maakte eigenlijk een grapje.'' Justin kijkt me even onderzoekend aan, voordat hij vraagt: ''Of vind je hem serieus leuk?''

Alsjeblieft, ik wil deze conversatie niet alwéér voeren. En al helemaal niet met Justin.

''Ik vind helemaal niemand leuk,'' antwoord ik stellig, terwijl ik hem strak aankijk. Even lijkt het alsof er een vlaag van teleurstelling door zijn ogen schiet, maar die is binnen een mum van tijd weer verdwenen. Waarschijnlijk was het niks, denk ik bij mezelf. Ik zie gewoon dingen die er niet zijn.

Justin en ik weten allebei even niet wat we moeten zeggen, waardoor ons gesprek stil valt. Vanuit mijn ooghoek probeer ik op een subtiele manier naar Justin te kijken. Hij is niet echt gespierd, maar je kan wel zien dat hij een sportief type is. Zijn donkerblonde haren plakken nu tegen zijn gezicht aan. Als het droog is, zit het in een warrig model. Hij heeft kuiltjes in zijn wangen, die pas tevoorschijn komen als hij naar je lacht. Justin is niet echt een jongen die opvalt als je langs hem zou lopen, maar eigenlijk is hij best aantrekke-

Nolan, wat zijn dit voor gedachten?

Ik probeer mijn best te doen om niet te blozen. Als Justin zich nu naar me om zou draaien, zou hij mijn knalrode kop sowieso zien. Wat moet hij dan wel niet van me denken?

Ik plens wat water in mijn gezicht, maar het verkoelende effect blijft maar even hangen. Dat ik Justin aantrekkelijk vind, hoeft niet perse een probleem te zijn. Ik vind wel meer jongens en meiden aantrekkelijk, maar dat betekent niet dat ik ze allemaal gelijk leuk vind.

Ik ben zo in gedachten verzonken, dat ik niet doorheb dat er een groep jongens vlakbij ons is komen zwemmen. ''Daar hebben we onze homo!'' Voor mij en Justin staan vijf jongens. Ze zijn allemaal redelijk gespierd, maar de jongen die de opmerking maakte steekt er met kop en schouders boven uit. Hij lijkt drie keer zo breed als Justin en ik weet vrij zeker dat de gast minimaal één meter negentig lang is. Het litteken vlakbij zijn oog geeft hem een gevaarlijk uiterlijk. Dit is niet iemand waarmee je ruzie wil maken.

In eerste instantie denk ik dat ze het tegen míj hebben, maar dan valt het me op dat ze allemaal naar Justin kijken. Aan Justins blik kan ik zien dat hij ze kent, en dat hij absoluut niet blij is om ze hier te zien.

''Wat moet je hier, Marcus,'' bromt hij dan ook chagrijnig. Zijn hele humeur is omgeslagen, alsof er een donderwolk boven zijn hoofd is komen hangen.

Marcus. De naam komt me bekend voor, maar ik weet nog niet direct waarvan. Pas als ik de rest van de jongens bekijk, weet ik het opeens weer. Natuurlijk, Justins oude teamgenoten!

''We zijn gewoon benieuwd hoe het met je gaat. We missen je,'' zegt de jongen die dus Marcus heet. Je ziet gewoon dat hij er geen zak van meent. Justin slaat zijn ogen neer. Hij maakt een behoorlijk onzekere indruk en lijkt geïntimideerd te zijn door de groep. Justin heeft tegen mij gezegd dat hij van club is gewisseld omdat hij door Hercules is gevraagd, maar ik vraag me opeens af of er niet een andere reden achter zit. Als dit mijn teamgenoten waren geweest, was ik waarschijnlijk ook weggegaan.

''Met mij gaat het prima,'' mompelt Justin dan, waarna hij zich weer naar mij omdraait. ''Kom, laten we gaan.''

Nu pas hebben zijn oude teamgenoten door dat ik er ook de hele tijd bij heb gestaan. Marcus kijkt me even onderzoekend aan, maar dan lijkt hij te me herkennen. ''Kijk eens aan, Nolan Groenewegen.''

Dan glijdt zijn blik weer naar Justin. ''Dus hij is je vriendje? Nou, je hebt het wel voor elkaar gekregen hoor. Dat had ik niet gedacht.''

Ondertussen begrijp ik er helemaal niks meer van. Ik stuur Justin een wat-is-dit-in-hemelsnaam blik, die hij ontwijkt door beschaamd weg te kijken. ''Hij is mijn vriendje niet,'' mompelt hij uiteindelijk, waarna hij mijn pols vastpakt en me wegtrekt van de groep.

xxx

Na het rare incident met Marcus was Justin er vrij snel vandoor gegaan, mij verbaasd achterlatend. Ik heb geprobeerd om er de rest van de dag niet meer aan te denken, maar dat lukte maar half. Zelfs nu ik alweer thuis ben en me probeer te focussen op het huiswerk dat voor me ligt, blijft Justin in mijn hoofd spoken. Ik haal gefrustreerd een hand door mijn haar. Wat dit ook is, ik wil dat het stopt. Het leidt me af en ik irriteer me er mateloos aan. 

Ik besluit om mijn huiswerk maar te laten voor wat het is, want het is wel duidelijk dat ik nu niet geconcentreerd ben. Misschien moet ik maar eens beginnen met het huis schoonmaken. Ondertussen lijkt het hier echt een zwijnenstal. De keuken is er het ergst aan toe. Ik zucht en bekijk de vieze vaat, die minstens anderhalve week oud is. Als ik dit allemaal in mijn eentje moet gaan doen, ben ik morgen nog bezig.

Ik vraag me af of mijn vrienden me eventueel zouden kunnen helpen, maar dat idee verwerp ik snel. Adam en Jonathan hebben vanavond een date en Arwen en Sofie houden een meidenavond. Dat wordt hem dus niet.

Dan moet ik opeens weer denken aan de jongen die de afgelopen dagen continue door mijn hoofd rond spookt.  Grijnzend haal ik mijn telefoon tevoorschijn. Ik zoek hem op in mijn contacten en druk op het belknopje. Nadat de telefoon een paar keer is overgegaan, wordt er opgenomen.

''Hallo, Justin. Zin om te komen schoonmaken?''

broken hands & hearts.Where stories live. Discover now