06. IRIS

263 19 89
                                    

06. IRIS

HOEWEL IK ME alweer beter voel, staat Justin erop dat ik met hem mee naar huis ga. Volgens hem is het onverantwoord om me nu alleen naar huis te laten gaan. "Wat als het straks nog een keer gebeurd? Dan ben ik er ten minste," geeft hij als reden.

Zelf vind ik het allemaal wel mee vallen, maar ik weet dat het toch geen zin heeft om met hem in discussie te gaan. Justin klinkt namelijk erg zeker van zijn zaak en het lijkt er  niet echt op dat hij zijn gedachten gaat veranderen.

Als Justin klaar is met de lp's opruimen en de winkel heeft afgesloten, lopen we samen naar buiten. Een rilling loop over mijn rug. Ik besef me dat ik in alle haast mijn vest ben vergeten mee te nemen. Ondanks dat het nog steeds zomer is, is het rond de avond meestal al flink afgekoeld. Justin merkt dat ik het koud heb, want hij trekt zijn vest uit en geeft hem vervolgens aan mij. "Trek maar aan, ik heb het toch best warm." Ik kijk hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. Ik merk dat ik nog steeds moet wennen aan deze kant van Justin. In mijn gedachten is hij ergens nog steeds de arrogante zak die me het ziekenhuis in heeft geschopt, maar nu lijkt hij wel een heel ander persoon. Na een tijdje heeft Justin door dat ik naar hem staar. "Wat?" vraagt hij onschuldig. "Heb ik wat van je aan ofzo?"

Ik haal mijn schouders op. "Ik vraag me gewoon af waar dit opeens vandaan komt. Drie jaar geleden was je niet zo aardig."

"Jij een half jaar geleden anders ook niet," kaatst Justin terug. Ik weet dat hij denkt aan de wedstrijd waarbij hij door mij zijn pols brak. "Maar goed, je hebt gelijk hoor. Ik was echt een klootzak. Iemand uit het team heeft me destijds verteld dat het een goed idee was als ik dat deed, vraag me niet waarom. Ik was vijftien en naïef, dus heb ik toen maar gedaan wat hij zei."

"Ja dus? Verwacht je dat ik je nu opeens ga vergeven ofzo?"

Justin knikt en haalt zijn fiets van het slot. "Eigenlijk wel ja. Het is drie jaar geleden. Ik had eigenlijk gehoopt dat we het konden vergeten. Ik beloof je dat ik er geen grappen meer over zal maken." Hij kijkt me haast smekend aan. "En je kan op de bagagedrager gaan zitten trouwens. Het is niet zo lang fietsen."

Ik grom en neem plaats op de bagage drager. "Oké, goed dan," zucht ik uiteindelijk. "Maar als je er ook maar één opmerking over maakt, schop ik je graag weer het ziekenhuis in."

xxx

Dat Justin dichtbij het winkelcentrum woont, blijkt wel als hij na ongeveer vijf minuten al op de rem trapt. Hij opent een tuindeurtje en parkeert zijn fiets in de voortuin van een rijtjeshuis. Als hij vervolgens een sleutel in het gat steekt, kan ik concluderen dat hij hier woont. 

Ik loop achter hem aan naar binnen. Het eerste wat ik doe is de gang inspecteren. Ik weet niet wat het is, maar altijd als ik voor het eerst bij iemand thuis ben, wil ik echt het hele huis inspecteren. 

Justins gang is nogal een bende. Overal liggen voetballen, skeelers en achter de kapstok zie ik een skatebord liggen. Waarschijnlijk is hij niet enig kind. Mijn vermoedens worden bevestigd als ik op de muur een aantal familiefoto's zie hangen. Naast Justin en zijn ouders staan er op de foto's nog twee jongens. Een tweeling. Ik gok dat ze een aantal jaar jonger dan hem zijn. 

''We moeten wel een beetje zachtjes zijn, want mijn broertjes liggen al op bed. Mijn ouders zitten waarschijnlijk nog in de woonkamer. Het lijkt me handig als ik je even aan ze voorstel.'' Justin trekt me mee de woonkamer in. Op de lichtgrijze hoekbank zitten een man en een vrouw naar de televisie te kijken. Ik kan gelijk zien dat het zijn ouders zijn. Justin is echt een mengelmoes van de twee. Zijn ogen heeft hij van zijn moeder, maar de donkerblonde haren en zijn lichaamsbouw heeft hij duidelijk aan zijn vader te danken. Pas als Justin zacht kucht, kijken ze op. 

broken hands & hearts.Where stories live. Discover now