13. I SORTA, KINDA, MAYBE, MIGHT, SLIGHTLY, POSSIBLY LIKE YOU

266 20 96
                                    


13. I SORTA, KINDA, MAYBE, MIGHT, SLIGHTLY, POSSIBLY LIKE YOU

OP VRIJDAG VOEL ik me zenuwachtiger dan zou moeten. Ik sta voor de spiegel, kijk naar mezelf en twijfel voor de honderdste keer of wat ik aan heb niet te simpel is. Misschien moet ik toch voor die witte blouse gaan, schiet er door mijn hoofd, maar dan schuif ik de gedachtes weg. Anders blijf ik alleen maar van kleren wisselen, en daar schieten we ook niks mee op.

Ik probeer mijn haar een beetje in model te brengen, maar als het alleen nog maar meer in de war gaat zitten geef ik de hoop op. Justin heeft ooit gezegd dat hij het leuker vind als het door de war zit, dus laat ik het er maar bij.

Ik kijk voor de laatste keer naar de spiegel en dan besluit ik dat het genoeg is. Ik snap niet eens waarom ik me zo voel. Ik ga alleen maar bij Justin eten. Het is niet alsof we op date gaan ofzo. En ik heb zijn ouders ook al een keer gezien en ze leken erg aardig, dus dat is ook geen probleem. Er is dus absoluut geen verklaring voor mijn hoge hartslag en dat rare gevoel in mijn lichaam waar ik al de hele dag last van heb.

Justins adres zit beter in mijn hoofd geprint dan ik had gedacht. Blijkbaar heb ik de weg naar zijn huis toe redelijk goed onthouden. Na ongeveer twintig minuten fietsen kom ik aan in de juiste straat. Nadat ik mijn fiets heb geparkeerd en voor de zoveelste keer gecheckt heb of ik wel écht voor het goede huisnummer sta, bel ik aan.

Justin zelf doet open, en zodra ik hem zie maakt mijn hart een raar sprongetje. Hij kijkt me met een glimlach aan en laat zijn ogen vervolgens kort over me heen glijden. "Je ziet er echt mooi uit," zegt hij, en vervolgens pakt hij mijn hand vast en trekt hij me naar binnen.

Ik moet blozen, en ik weet niet of het door zijn compliment komt of door de plotselinge aanraking van onze handen. Ik weet alleen dat het goed voelt om zijn hand vast te houden. Iets te goed zelfs.

Justin loopt de woonkamer in, zonder mijn hand los te laten. Ik wordt verwelkomt door een heerlijke geur van pasta en ik zie dat de moeder van Justin druk in de weer is in de keuken. Ondertussen is zijn vader bezig met het dekken van de tafel. Door de kaarsen en het tafelkleed ontstaat er een extra gezellige sfeer. Ik vraag me af of ze  altijd zo uitgebreid de tafel dekken, of dat ze het doen omdat ik hier ben.

Justins ouders zitten zo erg in hun eigen bubbel dat ze heel lang niet doorhebben dat ik er al sta. Pas als zijn moeder met een pan richting de tafel loopt, ziet ze me.

"O! Ik zie dat je vriendje er is!" roept ze tegen Justin, en nadat ze de pan op de tafel heeft neergezet komt ze enthousiast op ons afgelopen. Justins wangen worden mogelijk nog roder dan de pastasaus en hij kijkt naar de toppen van zijn schoenen. "Mam, we hebben het hier al vanmiddag over gehad. Hij is gewoon een vriend."

Zijn moeder kijkt met een verwarde blik in haar ogen naar onze handen, en dat is dan ook het moment dat Justin mijn hand eindelijk loslaat. Even heb ik de neiging om zijn hand direct weer vast te pakken, maar ik weet het gevoel te onderdrukken.

Justins moeder neemt genoegen met het antwoord, al weet ik vrijwel zeker dat ze liever iets anders had gehoord. "Oké, wil je anders Sebastiaan en Lukas even roepen? Het eten is klaar."

Justin knikt en loopt vervolgens naar de gang toe. "Sebas, Lukas, eten!" roept hij, en het duurt niet lang voordat twee jongens de trap af komen stormen. Ze lijken beide heel erg op Justin, maar nog meer op elkaar. Je kan duidelijk zien dat het een tweeling is. Zodra ze doorhebben dat ik er ook ben, kijken ze me nieuwsgierig aan. Justin besluit ons aan elkaar voor te stellen. "Sebastiaan en Lukas, dit is Nolan. Nolan, dit zijn Sebastiaan en Lukas."

Er schiet een vlaag van herkenning door de ogen van één van de twee jongens. "O, dit is dé Nolan zeker?" vraagt Lukas met een grijns, of misschien is het Sebastiaan. Die twee uit elkaar houden wordt nog een hele optie.

broken hands & hearts.Donde viven las historias. Descúbrelo ahora