80

309 25 5
                                    

~•~ KEUZE ~•~

Kissa leefde in twee werelden en allebei de werelden gingen aan haar voorbij. Ze overlapten, botsten, duwden zichzelf naar boven als de één haar focus vroeg en zorgden er voor dat ze eigenlijk uit beide werelden getrokken werd. Ze kon namelijk niet in allebei de werelden tegelijk bestaan, want een heerser van een land zijn en tegelijkertijd een verliefde, opstandige tiener, ging niet.

De dagen verliepen heel vreemd. Steeds wisselde ze tussen twee werelden als een spook die het dodenrijk niet kon betreden. De ene wereld was de wereld van haar hoofd; de andere wereld was de wereld van haar fysieke lichaam. Want daar zat ze, in reizende stoeten, vergaderingen, tussen officiers en raadsleden, met haar hoofd in een roze wolk die telkens met een klap uit elkaar knapte als iemand haar aandacht vroeg. Ze zag Nova in die dagen niet eens één keer; ze leek opgeslokt door de mensenmassa alsof ze niet steeds een stuk in Kissa's brein bezet hield.

Opnieuw omringd door duizenden, en toch eenzaam.

'Ik weet niet of ik mijn bronnen kan vertrouwen. Wat me zorgen baart, is dat ik de informatie al van meerdere bronnen heb gekregen; bronnen die onafhankelijk zijn van elkaar.'

Het waaide die avond hard. Kissa had een lange, vermoeiende reis gehad door het dichtste gedeelte van het woud heen. Ze reisden wel over de handelswegen, maar ook die wegen waren af en toe smal en rotsachtig en kostten haar de energie die ze niet had. Het tentenkamp was haastig opgeslagen en Kissa vermoedde dan ook dat het tentdoek zometeen los zou schieten. Ze had alle officiers weg gestuurd en zat slechts met haar raad om de tafel.

'Het zou goed waar kunnen zijn.' Zei Gregor, die zijn stoel aan schoof. Ook hij leek een beetje lui. Hij roerde de wijn in zijn beker rond. 'Goed voor zijn imago, natuurlijk.'

'Het is toch juist een goed ding dat Mallord zijn zoon stuurt om zijn troepen te leiden?' Vroeg Theo. 'Hij heeft nog geen enkele ervaring.'

'Er zijn twee kanten waarop je dit kan bekijken.' Flavius hield zijn hoofd schuin. 'Jouw kant: dat is dat hij niet meer weet dan wat hij geleerd heeft - en de andere kant: dat hij niet meer weet dan wat hij geleerd heeft.'

Zowel Theo als Kissa wierpen Flavius een fronsende blik toe. Ook Kissa was niet erg verontrust geraakt door het nieuws van Iris, dat Lavabo vermoedelijk de troepen van de Legumino's aan het leiden was.

'Je moet kijken naar waar hij het geleerd heeft.' Zei Flavius. 'Van wie.'

Theo zakte tegen zijn rugleuning aan. Zijn haar zat warrig; het had vandaag hard geregend. 'O ja.' Mompelde hij. 'Op school.'

'Uit mijn mond.' Mompelde Gregor zacht. Hij knikte. 'Hij weet niet meer dan jullie, en evenveel als ik. Ik heb hem technisch gezien al mijn strategische plannen verteld.'

'O.' Kissa's ogen gleden naar het tafelblad. Ze wreef over haar slaap, dacht na.

'Ik zeg niet dat hij enig idee heeft wat hij aan het doen is.' Zei Gregor. 'Dat weet ik namelijk niet: Lavabo was best goed in mijn vak, maar hij blonk niet uit... maar hij weet waarschijnlijk wat we zullen doen, hoe we zullen aanvallen. Hij kan ons beter inschatten dan dat Mallord dat had kunnen doen.'

'Goed, maar wij kunnen hém ook inschatten.' Zei Kissa. 'Als hij aanvalt zoals hij geleerd heeft.'

Iris twijfelde. 'Ja... ik verwacht veel agressie: een harde opruk, aanval.'

Gregor knikte. 'Daar was hij altijd al van, en de Robijnenburcht is daar in het algemeen wel van. Het betekent eigenlijk gewoon dat we er voor moeten zorgen dat we zo veel mogelijk tijd hebben.'

'Dus... dat we eerder aankomen dan verwacht?' Zei Theo.

Gregor knikte.

'Goed, dan slaan we toch een paar nachtrusten over en reizen we ook 's nachts verder?' Zei Dagmund.

PerimusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu