64

307 35 14
                                    

Kissa kon zich niet herinneren dat ze ooit zo bang was geweest

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Kissa kon zich niet herinneren dat ze ooit zo bang was geweest. Haar hart hamerde tegen haar ribben, haar spieren stonden strak, haar gezicht was als versteend. Ze kon zich niet meer bewegen.

Het silhouet was heel donker en ze kon nauwelijks de grens zien tussen duisternis en het figuur. Ze zag het bewegen; het sloop dichterbij.

Kissa struikelde achteruit. Ze schaafde haar handen aan de rotsen en het plantje trok zich strak om haar enkel. Haar hartslag bonkte in haar oren, het zweet brak in haar los, haar mond voelde droog.

'Vrees me.' Zei het.

Kissa kon geen verschil zien tussen de duisternis en het figuur. Het was als een vlek aan donkerheid waar haar ogen niet aan konden wennen; telkens als ze het figuur dacht te kunnen onderscheiden, groeide, kromp en vervormde de duisternis zich weer. Het leek geen vorm te hebben; slechts een schaduw.

Ze trok haar mond wel open, maar haar stem knelde. Haar hart ramde zo hard dat het leek alsof het haar stembanden liet beven.

'Wat- wat ben jij?'

Het lachte zachtjes. Ze voelde iets in de ruimte verschuiven zonder geluid. Er trok een rilling door haar ruggengraat. Ze bleef daar zitten, op haar knieën, starend naar de duisternis. Ze wist dat ze niet kon rennen.

'Ik ben alles.' Zei het.

De stem was krachtig. Ze kon het langs de muren heen horen echoën.

'Ik ben de aarde onder je voeten en alles wat daarop groeit.'

Kissa durfde niet eens te ademen; zo bang was ze. Haar hele lichaam bibberde. Ze had het niet koud; er golfde niets meer dan pure, stotende adrenaline door haar heen.

'W-wat?'

'Ik heb heel veel namen gedragen.' Zei het. 'Ik heb veel levens geleefd. In werkelijkheid heb ik geen vorm. Ik ben niets. Ik ben ouder dan de tijd, ik was hier voor de eerste Vitums, ik voelde elke boom, elk dier en elk mens dat hier aan zijn leven kwam. Ik ben alles wat verbindt. Ik ben de onrust in een kind voor een storm, ik ben de boom die extra vruchten maakt voor een strenge winter, ik ben wat jij voelt in deze bergen. Ik ben het leven; ik geef het leven.'

De stem werd steeds krachtiger. Kissa voelde de trillingen in het steen onder haar. De ogen bekeken haar; bekeken haar nog steeds vanaf dezelfde plaats.

'Ik neem het leven.'

Kissa's ademhaling gleed bibberend uit haar longen. Ze stond op, ze wankelde op haar benen. Een laatste vlaag van idiote hoogmoed welde in haar op.

'Als je mijn leven gaat nemen, laat me je gezicht dan zien.'

'Die heb ik niet.' Sprak het. Het bewoog.

Kissa schrok zo erg dat ze achteruit struikelde. Ze voelde het - hoorde het misschien - verplaatsen. Kissa volgde de witte ogen strak. Ze ving een flits op; meer niet. Een enorme vrouw met wit haar, witte ogen.

PerimusWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu