6

537 38 5
                                    

Zonnestralen schenen in haar ogen en het geluid van de ruizende golven zweefde op de achtergrond toen ze haar oogleden diezelfde dag uiteindelijk weer optilde

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Zonnestralen schenen in haar ogen en het geluid van de ruizende golven zweefde op de achtergrond toen ze haar oogleden diezelfde dag uiteindelijk weer optilde. Het duurde even voor ze zich realiseerde dat het dak boven haar hoofd het dak van haar kleine slaapkamer was en dat het gekriebel om haar heen het gekriebel was van de wollen deken die ze om haar lichaam gewikkeld had. Het zonlicht had al een oranje tint. Ze gokte dat het middag was.

Beneden was het stil. Kissa's moeder moest al vertrokken zijn om te gaan werken. Meeuwen krijsten buiten. Door de kleine kier in het hout kon Kissa de schittering van het water van de Ravenpas zien. Ze zuchtte. De planken kraakten onder haar toen ze zich op haar rug rolde.

En pas toen ze het geklop voor de tweede keer hoorde, besefte ze zich dat dat geluid haar in de eerste plaats wakker had gemaakt.

Iemand roffelde met zijn vuist op het hout van de deur.

Kissa had zo'n vermoeden dat dat Sergio wel eens kon zijn en overwoog om te doen alsof ze hier niet was, maar ze bedacht zich dat het ook gewoon een ander persoon kon zijn dan hij. Misschien een overbuur die hulp nodig had of een klein kind dat zijn ouders weer eens verloren had in de verwarrende stijgers. Zulke dingen gebeurden vaak. Kissa ging overeind zitten. Ze sloeg de dekens pas van zich af toen er een derde keer geklopt werd.

Met tegenzin, kroop ze richting het gat in de planken en liet ze zichzelf daardoorheen zakken. Haar voeten vielen met een bons op de vloer van de huiskamer. Kissa's slaapkamer vergde enig klimwerk. Het was de reden waarom zij die slaapkamer had gekregen; omdat haar moeder niet meer zo kon klimmen. Ze streek haar kleren recht en liep richting de deur, die even bleef steken achter een uitstekende plank toen ze hem open wilde trekken. Dat deed die deur altijd - al zo lang ze hier woonde.

Sergio was nergens te bekennen.

Een klein figuur met rood haar en een ietwat verontschuldigend gezicht stond in de deuropening.

'Ope!' Riep Kissa blij uit.

En in haar enthousiasme om hem weer te zien had ze hem willen omhelzen, tot hij vlug zijn hand naar haar opstak en haar daarmee stopte. Ze zag dat er een bloem in zijn hand lag; een ietwat verlepte, zielige madelief.

'Mijn zus zei dat als ik een meisje verdrietig zou maken ik een bloem voor haar moest kopen.' Zei hij. 'Ik wist alleen niet wat voor bloemen je mooi vond, en deze stonden buiten bij de buren in de vensterbank, dus ik dacht... nou ja - je weet wel.' Hij schonk haar een flauwe glimlach. 'Sorry.'

Hoewel Kissa nog een beetje wazig was van haar slaap van zojuist, groeide er nu toch een lach op haar gezicht. Ze schudde haar hoofd met een kleine frons. 'Sorry waarvoor?'

'Voor gisteren.' Mompelde hij. 'Je zou nooit in de kerkers gegooid zijn als ik je niet naar Sergio had toegeleid. Het was een beetje mijn schuld - dat moet ik toegeven.'

Ze pakte de bloem van hem aan en draaide het steeltje rond in haar vingers. 'Ja... bedankt.' Zei ze. 'Ik zal het wel in een kan water zetten of zo.' Ze opende de deur voor hem en liet hem binnen komen. Hoewel Ope zelf niet was opgegroeid in een hut zoals die van Kissa en Sergio, had ze hem nog nooit horen klagen over de stand waarin haar hut verkeerde. Hij was iemand die zich overal comfortabel leek te voelen - hoe klein en verstikkend een ruimte ook was. Ze sloot de deur achter hem en liep toen richting de kratten en tonnen die haar moeder gebruikte als keuken. 'Heb je hem nog gesproken?' Vroeg ze, terwijl ze even een kan in keek om te checken of daar iets in zat. Olie. 'Sergio, bedoel ik.'

PerimusWhere stories live. Discover now