5. Knalrood

2.4K 134 14
                                    

Ik word wakker in een bed. Met een gewicht om mijn middel. Ik open mijn ogen en sluit ze meteen weer. Het licht is te fel! Nadat ik mijn ogen heb laten wennen kijk ik naar mijn middel. Als ik zie dat er een arm om mijn middel ligt, schrik ik. Ik spring uit het bed. En begin te gillen. Binnen no time is de persoon in hetzelfde bed wakker. Hij kijkt me versuft aan. Ik stop met gillen. En kijk hem vreemd aan. Wie is dat?

'MICHAEL!!!!!' Als Michael hier niet binnen drie tellen is, ga ik rennen, beloof ik mezelf. En het maakt me niet uit waarheen. Ik ben niet meer in mijn kamer en ik lig in een bed met een vreemde kerel. Nu maar hopen dat Michael weet wat er aan de hand is. Vanuit mijn ooghoeken zie ik dat de vreemde kerel verschrikt om zich heen kijkt. Dan springt ook hij uit bed. Hij gaat er naast staan, aan de andere kant dan ik. Ik haal opgelucht adem als ik zie dat hij kleren aan heeft. Michael is er nog steeds niet en ik krijg de kriebels van die vent.

'MICH-' Ik wordt afgekapt door een hand op mijn mond. Ik draai me om en zie daar weer een andere kerel staan. Maar het is nog steeds niet Michael. Mijn ogen puilen uit van schrik. Ik probeer te gillen. Zonder succes, het geluid wordt door zijn hand tegenhouden. Ik kijk wat beter naar het gezicht van deze kerel. Hij lijkt heel erg op degene die er gister ook was. Ik denk weer terug aan mevrouw Willems. Ze heeft me echt bekogeld met boeken. Zou ze echt door zijn gegaan als Michael en de onbekende kerel er niet waren geweest? 

De onbekende kerel steekt zijn hand uit. Ik heb niet eens gemerkt dat hij zijn hand van mijn mond had gehaald en dat ik gestopt was met gillen. 'Collin.' Stelt hij zich voor. Ik pak zijn uitgestoken hand en stel me voor. Maar alleen met mijn voornaam, want dat deed hij ook. Ik bekijk Collin een keer van top tot teen. Ik besluit dat ik hem kan vertrouwen, hij heeft er immers voor gezorgd dat mevrouw Willems stopte met gooien. En volgens mij was hij degene die me heeft opgetild. En mijn haren uit mijn gezicht haalde. Ja, ik vertrouw hem. Dan kijkt Collin achter me. Ik draai me om en zie daar de kerel, die in hetzelfde bed, sliep staan. Hij staat er nogal ongemakkelijk. Ik merk hoe Collins humeur veranderd.

'Richard. Wat doe je hier?' De stem van Collin zit vol met woede en ongenoegen. Collin bekijkt Richard van top tot teen. Dan komt hij tot de conclusie dat Richard hem niet gaat antwoorden. Hij draait zich om naar mij. Ik ben, zonder dat ik het doorhad, schuin achter hem gekropen. 'Sarah, wat heeft hij gedaan?' Zijn stem bevat geen haat meer. Ik kan zien dat hij bezorgd is. En aangezien ik hem vertrouw, kan ik het ook wel vertellen. Ik kijk nog een keer naar Richard. Hij kijkt me aan met een waarschuwende blik. Op deze manier lijken zijn groene ogen net op die van een roofdier. Zijn blonde haar helpt er ook wel aan mee. Volgens mij, als hij er zijn best voor doet, kan hij iedereen laten geloven dat hij een schattig engeltje is. Dan kijk ik weer terug naar Collin. Collin heeft de blik van Richard gezien. 'Rustig maar Sarah, hij kan je niets doen. Michael en ik zorgen daar wel voor, oke? Oh en Blake helpt ook. Je bent bij ons drieën veilig voor iedereen. Oké?' Hij kijkt me aan met een oprechte blik. Ik weet dat hij het meent. Ik heb geen idee wie Blake is, maar als Collin en Michael hem vertrouwen, doe ik dat ook. Ik knik en open mijn mond om iets te zeggen. Tot ik ruw word afgekapt door Collin, die me snel opzij schuift. Ik kijk hem vragend aan. Dan zie ik dat Richard in beweging was gekomen. Als Collin me niet opzij had geschoven, stond ik niet meer rechtop. Richard blijft vreemd genoeg liggen. Ik besteed er verder geen aandacht aan en begin met vertellen als Collin zich weer naar me omdraait.

'Ik werd wakker in dit bed en Richard had zijn arm om mijn middel geslagen. Toen schrok ik, sprong uit het bed en begon te gillen.' Antwoord ik snel. Als de dag al zo vreemd begint, wil ik niet eens weten hoe vreemder deze dag nog kan worden. 'Collin, waarom lag ik in hetzelfde bed als hij? En waarom ben ik niet meer in mijn kamer?' Vraag ik met een zachte stem. Hij kijkt me aan met een vredelievende uitdrukking. 

'Dat weet ik niet Sarah.' Antwoordt hij oprecht. 'Maar ik zal er alles aan doen om ervoor te zorgen dat het niet nog een keer gebeurd.' Dan draait hij zich om en kijkt naar Richard. Of eerder naar de plek waar Richard lag. Hij is weggegaan. Dan draait hij zich weer om naar mij. Hij bekijkt me van top tot teen. 'Laten we voor jou eerst maar eens schone kleren regelen.' Hij maakt een gebaar dat ik hem moet volgen. Hij heeft mijn vraag niet beantwoord over hoe het kan dat ik uit mijn kamer ben. Toch volg ik hem. Ik vraag het een andere keer wel.

Why do I have a mate?Where stories live. Discover now