10. Meer vragen

2.1K 110 18
                                    

'Sarah, word wakker verdorie!' Hoor ik zachtjes vanuit de verte. Ik probeer naar het geluid te gaan. Ik probeer met mijn armen en benen te bewegen, maar het lukt niet. Ik zit in het zwarte, in de duisternis en ik weet niet hoe ik eruit moet komen. Ik probeer nog een keer te bewegen, maar het heeft weer geen nut.

'Sarah, probeer iets te bewegen als je ons hoort!' Hoor ik iemand zachtjes zeggen. Daarna hoor ik gemompel, maar ik versta het niet. Ik probeer wat te bewegen, maar ik voel niets. Ik kan mijn ledematen niet voelen. Ik kan mijn hart niet voelen kloppen. 

'Ze bewoog haar pink!' Hoor ik iemand zeggen. Gaat dit over mij? Het is een goed teken als ik mijn pink kan bewegen, toch? Ik voel nog steeds niets. Het enige dat ik zie is de duisternis. Alleen duisternis. Geen streepje licht of iets, helemaal niets. 

En het vreemde is, het is er rustig. Het is er kalm. Ik ben kalm. Ik heb geen zorgen meer, helemaal niets. 

'Ze slipt weer weg!' Ik hoor een stem. Alweer. Ze kunnen ook nooit stil zijn. Misschien moet ik ze dat eens vertellen. 

Ik probeer uit de duisternis te komen. Ik moet naar de jongens toe, naar binnen, naar de kraan. Ik moet drinken! Dat was de oplossing toch? Ja. Gewoon gaan drinken als je je niet goed voelt.

Ik probeer me weer te bewegen. Ik probeer het echt. Maar nu is het anders. Ik kan me bewegen. Maar ik voel het niet. De duisternis wordt iets lichter. Ik kan nu mijn eigen lichaam zien. Ik zie dat mijn ledematen bewegen. Maar ik voel ze niet.

Opeens zie ik dat ik naar beneden zak. Een soort van drijfzand. Ik probeer eruit te komen. Ik beweeg wild met mijn benen, maar het heeft weer geen nut. Ik zak juist sneller weg. 

'Sarah, kom op nou!' Hoor ik iemand zachtjes zeggen. Ik draai mijn hoofd, het geluid klonk heel dichtbij. Maar ik kan niet zien waar het geluid vandaan is gekomen. Ik blijf rond bewegen, op zoek naar de oorzaak van het geluid.

Opeens zie ik dat ik tot mijn kin in het duistere drijfzand zit. Ik kijk nog een keer om me heen. Als ik nog steeds niet de oorzaak kan vinden, merk ik dat ik bijna kopje onder ga. Ik kan er niet uitkomen. Het is onmogelijk.

Op hoop van zegen neem ik een grote hap adem en begin wild te bewegen. Op deze manier zak ik sneller weg in het onbekende. Als ik kopje onder ben, moet ik ademhalen. Als in, nu of nooit meer, ademhalen.

Mijn lichaam begint wild te bewegen door het ademtekort. Het schiet omhoog terwijl ik naar adem hap. Mijn ogen vliegen open. Ik kan nu zien waar ik ben.

Ik voel mijn lichaam weer. Ik voel mijn longen branden door het zuurstoftekort. Ik voel mijn hart kloppen.

Ik zie dat Jurgen boven op me zit en mijn armen beet heeft. Ik ben nog steeds buiten. 

Terwijl ik mijn ademhaling onder controle probeer te krijgen, sluit ik mijn ogen. Meteen voel ik de greep op mijn handen verstevigen. Ik open mijn ogen en kijk Jurgen vragend aan. Het enige wat hij doet is zijn hoofd schudden als antwoord. 

Ik laat mijn hoofd op de grond rusten en kijk omhoog. Het begint al wat donkerder te worden buiten. Het ziet er mooi uit. De lucht begint allemaal verschillende kleuren aan te nemen. De bomen die om ons heen staan, steken zwart af tegen de lucht. Het ziet er sprookjesachtig uit. 

'Heb je ooit eerder een zonsondergang gezien, die je je kan herinneren?' Vraagt Jurgen me opeens. Ik kijk op en zie hem naast me zitten. Ik had niet eens door dat hij van me af ging. Als antwoord schud ik mijn hoofd en kijk weer naar de lucht.

'Vroeger keek je ook vaak naar de zonsondergang. En de zonsopgang. Je vond het helemaal geweldig om het te zien.' Vertelt Jurgen me, met een dromerige blik in zijn ogen. 'In de zomer hielden we vaak een barbecue of een picknick. Of we gingen buiten zitten met een kampvuur met marshmallows en warme chocolademelk. Zodra de lucht begon te verkleuren liet je alles uit je handen vallen. Letterlijk.' Jurgen stopt even om zachtjes te lachen. Het ziet eruit alsof het goede tijden waren. 'We hebben zoveel nieuwe bekers moeten kopen door jou.' Hij begint nog wat harder te lachen. Er vormt zich een glimlach op mijn gezicht. Het is goed om hem zo te zien.

Why do I have a mate?Where stories live. Discover now