-5: Verhaal?-

1.5K 56 3
                                    

Ik neem een grote hap adem. ''Ik had ooit een broer, een vader en een moeder. Ze kregen een auto ongeluk. Ik was bij mijn oma, maar toen we werden gebeld door de politie zijn we zo snel mogelijk naar het ziekenhuis gegaan. Mijn ouders waren al dood toen we aankwamen, en ook mijn broer had niet lang meer te leven. Vanaf het moment dat we in zijn ziekenhuiskamer aankwamen tot het moment dat hij doodging heb ik zijn hand vastgehouden. Ik kan me het moment nog precies herinneren.

'''''Flashback""'

Huilend loop ik naar mijn broer toe. Mijn oma tilt me op het ziekenhuisbed en laat ons dan alleen. Ik ga dicht tegen hem aan liggen en houd zijn hand stevig vast. ''Ik ben bang, Jason.'' Zeg ik tegen hem. Met zijn overige hand wrijft hij over mijn haren. ''Ik weet het kleintje, maar je moet nu even goed naar me luisteren. Ik ga dadelijk naar een hele mooie plaats, ze noemen het de hemel. En als jij 's avonds in jouw bedje ligt en je kijkt uit het raam naar de sterren, dan ben ik de mooiste ster. Je zal me niet meer zien, maar ik zal altijd bij je zijn en over je waken. Kun je me één ding beloven?'' Verteld hij. Ik knik. ''Als ik er niet meer ben, wil ik dat je niet huilt omdat ik er niet meer ben, maar ik wil dat je glimlacht omdat ik er was. Beloof je me dat?'' Vraagt hij. Hij ging steeds moeilijker praten en het laatste was een schorre fluistering. Tranen beginnen mijn ogen te verlaten terwijl ik hevig knik en ja fluister. ''Ja ik beloof het.'' Fluister ik huilend. Mijn broer trekt me in een knuffel en zo is hij gestorven.

""'Einde Flashback""'

Sindsdien heb ik mijn belofte niet verbroken.'' Eindig ik mijn verhaal. Het is zo moeilijk om nu niet te gaan huilen. Calum is wel aan het huilen en trekt me in een stevige knuffel wat het alleen maar moeilijker maakt. ''Ik weet dat die belofte heel veel voor je betekent, maar zo gaat het niet verder. Je maakt jezelf kapot door al het verdriet binnenin op te kroppen. Laat het eruit. Niemand zal je kwalijk nemen. Ik weet dat je denkt dat je broer teleurgesteld in je zal zijn als je je belofte verbreekt, maar dat is niet waar. Hij zal wel teleurgesteld zijn als je doorgaat met jezelf zo kapot maken. Al het is maar voor één keer. Laat het eruit.'' Zegt hij. 10 minuten zitten we zo knuffelend zonder iets te zeggen. Dan zonder dat ik het wil verlaat een traan mijn oog. En als er één valt, vallen ze allemaal. Snikkend zit ik in Calum's armen terwijl tranen mijn ogen verlaten als watervallen. Ik klem me stevig aan hem vast, alsof ik bang ben dat hij elk moment weg gaat. Na een halfuur ben ik eindelijk gekalmeerd. Nu zitten we nog steeds te knuffelen maar ik huil niet meer. ''Ik ben blij dat je eindelijk naar je hart hebt geluisterd.'' zegt Calum. We laten los uit de knuffel. ''Bedankt.'' Zeg ik gemeend. Calum glimlacht. Ik zeg dat ik ga slapen. Calum wacht in mijn kamer terwijl ik me ga klaarmaken in de badkamer. Daarna kruip ik in mijn bed. Calum stopt me in en wenst me welterusten. Hij wil weglopen maar ik pak zijn pols vast. ''Wil je bij me komen liggen?'' Vraag ik zacht. Hij glimlacht en knikt. Hij trapt zijn schoenen uit en doet ook zijn broek uit. Dan komt hij naast me liggen. Ik kruip dicht tegen zijn warme lichaam aan. Hij slaat zijn arm om me heen. ''Slaap lekker Summer.'' Is het laatste dat ik hoor voordat ik in een vredige slaap val.

+

De volgende ochtend word ik wakker doordat iemand superharde rockmuziek aanzet. Jezus mina, kunnen die mensen me nou geeneen keer normaal wakker maken? Ik open mijn ogen en zie dat Calum niet meer langs me ligt. Ik zucht. Ik weet niet wat er gisteren aan de hand was met me. Ik ben nooit zo gevoelig, zo gebroken. Maar gisteren werd mijn gevoelige snaar geraakt, en ik ben bang dat Katrien dat ook weet. Gisteren heb ik voor het eerst in een hele lange tijd weer gehuild. Gisteren heb ik mijn verhaal aan iemand verteld. En gisteren, voelde ik me voor het eerst in lange tijd geliefd. Ik heb natuurlijk Sky, maar ik had nooit sinds de dood van mijn ouders een voogd die van me hield. Gisteren, had ik het gevoel dat Calum echt van me hield. Dat hij zich zorgen om me maakte, dat hij om me gaf. Ik sta op uit bed en iedereen verlaat mijn kamer. Ik trek een setje kleren aan en doe mijn haren.

 Ik trek een setje kleren aan en doe mijn haren

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Ik loop naar de badkamer en poets mijn tanden

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.


Ik loop naar de badkamer en poets mijn tanden. Dan loop ik naar beneden met al mijn spullen. In de keuken aangekomen zit iedereen al aan tafel. Ik ga naast Calum zitten. "Goedemorgen." Zeg ik tegen iedereen. Iedereen groet me terug. "Ik breng je vandaag naar school." Zegt Michael zodra ik mijn ontbijt op heb. Ik knik en ga nog even op mijn telefoon. Na een paar minuten is het tijd om te gaan. Ik trek mijn jas aan en stap bij Michael in de auto. Zodra we bij school zijn parkeert Michael de auto. "Hey Summer, probeer om niet weer bij de directeur te belanden oke. Vandaag moeten de jongens en ik weer naar de studio dus als we worden gebeld dan komen Niall en Louis." Zegt Michael. "Ik zal het proberen Mickey." Grijns ik. Michael glimlacht bij de bijnaam. Ik loop het schoolplein op naar mijn kluisje. Natuurlijk bots ik weer tegen iemand op waardoor ik achterover op de grond val. Met diegene bovenop mij. "Aauw fuck." Mompel ik. "O mijn god het spijt me zo! Gaat het?" Vraagt geen idee wie. Ik kijk op en zie de knapste jongen ooit voor me staan. "Ja." Zeg ik. Hij steekt zijn hand uit die ik aanneem. Hij trekt me omhoog. "Ik ben Ryan." Zegt hij. "Summer." Antwoord ik met een glimlach. We praten nog een tijdje en komen erachter dat we best veel gemeen hebben. Dan gaat de bel. Shit. Ik verontschuldig mezelf en ren naar mijn kluisje waar Sky ongeduldig staat te wachten. "Waar bleef je nou?!" Zegt ze ongeduldig. Ik leg het haar uit terwijl we naar levensbeschouwing rennen. We zijn net op tijd. Het gaat over god. Katrien is aan het uitleggen omdat zij het zo goed wist. Haar woorden, niet de mijne. "En Summer, geloof jij ook in god?" Vraagt Katrien met haar schrelle stem. "God creëerde de man en de vrouw, maar toen hij jouw gezicht zag creëerde hij photoshop." Zeg ik. De hele klas schiet in de lach en Katrien is rood van woede. Gelukkig moest onze docent even weg.

I don't care✅Where stories live. Discover now