Hoofdstuk 13

740 58 4
                                    

‘Nee,’ zeg ik vastberaden. ‘We gaan dit oplossen.’

‘Hoe dan?’ ik zie verwarring in z’n ogen.

‘Jij. Ik. Vanavond 12 uur. Bos.’

~

Ik sta kou kleunend voor de rand van het bos. Het is twee voor twaalf en ik verwacht dat Jonah ieder moment kan komen.

Een windvlaag aait m’n gezicht. Ik krijg een rilling. Het is echt een koude avond, misschien had ik beter wat warmers aan kunnen doen.

Opeens hoor ik wat geritsel achter me. Snel kijk ik om. Er bestaat wel een grote kans dat we die gevaarlijke vampiers tegenkomen en dan zijn we de klos maar ja. Dat risico nemen we maar. Jonah moet gevoed worden zonder dat hij gek wordt.

Weer hoor ik geritsel. Bang zet ik wat stappen achteruit. Opeens word ik vanachter gegrepen en voordat ik kan gillen wordt er een hand op m’n mond gelegd.

‘Sssst, ik ben het maar.’ Jonah’s stem.

Hij haalt zijn hand van mijn mond af en meteen draai ik me verontwaardigd om.

‘Laat me niet zo schrikken!’ sis ik. ‘Je weet dat hier gevaarlijke vampiers rondlopen die ons beide met gemak kunnen doden!’

‘Pff sorry hoor.’ Hij pakt wat gele bladeren van de grond en gooit die naar me toe. Eerst ben ik even verbaasd, want dit had ik niet verwacht, maar daarna volg ik gauw zijn voorbeeld. En voordat we het doorhebben, staan we als een paar malloten allemaal bladeren naar elkaar te gooien.

Er ontsnapt een speelse kreet uit m’n mond.

‘Ssstt, we mogen hier helemaal niet komen Lies,’ fluistert hij lachend.

‘Hahaha sorry!’ voor de laatste keer gooi ik nog even wat blaadjes in z’n gezicht. Verontwaardigd, maar toch geamuseerd komt hij op me af en gooit me over zijn schouder, dit alles in vampiersnelheid zodat ik in de eerste instantie niet doorheb dat dit gebeurd. Dan rent hij, weer in vampiersnelheid, een paar rondjes. Ik grijp me stevig aan hem vast en gil nog een keer. Ik word misselijk!

‘Jonah, stop alsjeblieft! Ten minste, als je wilt dat mijn gehele maaginhoud op jouw vest belandt, moet je vooral doorgaan,’ ik grinnik even. Jonah stopt met rennen en zet me neer. Ik wankel even, maar Jonah pakt me stevig vast, zodat ik niet omval van de duizeligheid. ‘Dat krijg je ervan als je blaadjes naar mij gooit,’ hij grinnikt even en ik geef hem een stomp op zijn borst. Ik verwachtte dat hij wel een beetje zou wankelen, maar ik vergat even dat hij als kracht heeft dat hij heel sterk is.

‘Mij krijg je niet zo snel omver hoor,’ hij knipoogt en tilt me op.

‘Jonah! Zet me neer of ik vertel niet waarom we hier zijn!’ hij zet me neer en kijkt me met een gespeeld treurige blik aan. Hij vormt een pruillip en ik schiet in de lach. ‘Je wilt niet weten hoe raar je er nu uitziet.’

‘Ja ja, vertel nou maar waarom ik hier midden in de nacht ben.’

‘Oké, kijk. Omdat jij niet tegen mensenbloed kan, gaan wij nu jagen! Nou ja, jíj gaat jagen. Ik help je wel met een hert zoeken ofzo.’

‘Alicia,’ hij gaat even met zijn hand door z’n haar, ‘dat is echt niet veilig. Voor zowel jou niet als voor mij niet. Ik kan ons niet beschermen tegen die andere soort vampieren.’

‘Ahh toe, ik ben speciaal hierheen gekomen in deze kou voor jou!’

Ik zie hem twijfelen.

‘Jonah, poepie. Ik hou van jouuuu,’ zeg ik overdreven terwijl ik in z’n wang probeer te knijpen, maar hij ontwijkt me en schiet in de lach.

This school changes everything.Where stories live. Discover now