Hoofdstuk 13

155 11 3
                                    

Jack

Ik storm met mijn spullen de hut uit. Ze moet me niet. Ze wil me niet. Ik blijf verward buiten staan. Wat wil ik nu? Ik stop mijn spullen terug in de slee en ga op zoek naar de sneeuwschoenen. Ik vind ze in de gezamenlijke hut, "Ik ga even een stukje lopen." Mompel ik als ik Daan tegen kom. Hij knikt, "Als je maar over een uurtje terug bent."

Snel doe ik de rakketten aan en banjer weg door de sneeuw. Hannah wil niet eens in een hut met mij. Niet zo gek. Als ik haar was zou ik dat ook niet doen. Ik gedraag me als een eikel. Ze moest eens weten wat ik allemaal geflikt heb. Ik verdien haar niet. De oude Jack verdient haar niet. En de echte Jack dan? Ik ben hier gekomen omdat ik thuis mezelf niet kan zijn. Er wordt van alles van me verwacht als zoon van. Ik heb een anti-karakter. Ik heb een toneelstuk opgevoerd. Tot ik het niet meer aan kon. Tot ik bijna brak. Jarenlang heb ik me ongelukkig gevoeld. Jarenlang heb ik mensen pijn gedaan. Ik moet me niet zo aanstellen. Ik heb best een goed leven gehad. Mijn ouders zijn nog bij elkaar, ze hebben genoeg geld en ze houden van me. Ze hebben alleen mijn hele leven al uitgestippeld en ik heb alles geprobeerd om dat tegen te houden. Ik wil niet worden wat ze van me verwachten. Ik wil eerst weten wie ik zelf ben.

Wie ben ik? Dat hoop ik deze reis te achterhalen. Misschien moet ik stapje voor stapje afstappen van mijn oude zelf. Ik schrik op van een rendier dat ik tegen kom. Hij kijkt me met verschrikte ogen aan, maar blijft staan. Dan rent hij weg. Ze lopen dus wel in het wild rond. Ik laat me in de sneeuw vallen en zie dat ik best een stuk heb gelopen. Ik zucht diep en ril. Ik ben een watje. Ik had natuurlijk gewoon tegen Hannah moeten zeggen dat ik graag bij haar in een hut slaap. Misschien voor de verkeerde redenen, maar toch. Het leek wel alsof ze boos op me is. Ik zou bijna denken dat ze soms met me flirt, maar neem me dan snel voor dat ik me dat verbeeld.

Mijn billen worden koud en ik besluit terug te gaan. Ik ben weer rustiger. Gelukkig heb ik een goed spoor voor mijzelf achtergelaten. Ik kan mijn oude voetsporen weer terug vinden. "Daar ben je." zegt Hannah zachtjes, ze lijkt opgelucht. Ik knik even, "Ik moest even mijn hoofd leeg maken."

"En zeker ook toevallig dat je niet voor het eten hoefde te zorgen." Zegt ze ineens kil. Ik kijk haar vragend aan, maar ze loopt alweer weg de gezamenlijke hut in. Het eten staat klaar en iedereen is al begonnen. "Tijd vergeten." Zeg ik met een zo lief mogelijke glimlach. "Ik was af!"

De rest van de avond houd ik mij gedeisd probeer te luisteren naar de verhalen van anderen. Ik heb me aan mijn woord gehouden want ik focus me op de afwas. Robin komt me helpen. "Alles goed?" Ik knik alleen maar. "Als je wil praten ofzo, uh je weet wel." Ik lach, "Alles is goed man, maar bedankt." Valt het zo op? "Of eigenlijk, als je nog een slaapplek over hebt?" zeg ik meer als grap. "Mag je er niet meer in van Hannah?" Ik schud mijn hoofd, "Ik geef haar geen ongelijk." Voeg ik toe. Ik kijk even naar haar. Ze is druk in gesprek met Rosalie en ze lachen. Robin laat het rusten.

Iedereen gaat die avond zijn eigen gang. Rosalie en Daan geven nog het advies om vanovond binnen te blijven. "Er is storm voorspeld. Zolang je in je hut blijft is het goed. Ze zijn stevig gemaakt. Je moet alleen uitkijken voor de deuren. Die zetten nog weleens uit. Van buiten gaan ze dan alleen open." Als dat gebeurt moet je even met de noodtelefoon bellen. Dan kan iemand de deur openen. De stellen in het gezelschap nemen goed gebruik van hun moment alleen. Dat laat Hannah en ik achter in de gezamenlijke hut. 

Ik staar naar het vuur en por erin met een tak. Hannah zit tegenover me en zegt niets. "Je haar zit leuk." Het is eruit voordat ik er erg in heb. Ze verkleurt, ik bijt op mijn lip. Ik vraag me af waarom ze nog niet in haar eigen hut is. "Hoe vind je de reis?" ik probeer de stilte te verbreken. Ze ontdooit. "Leuk."


"Wat vind je het leukste?" Ik hoop dat ze zegt dat ik het leukste ben. "De honden." Dat snap ik, daar kan ik niet aan tippen. "Ja, leuk zijn ze. Ik vind de honden ook het leukst." Lieg ik. Ik vind Hannah het leukst.

Weer is het stil. Goed gesprek Jack. Het begint harder te waaien buiten. De wind giert langs de hut. Hannah kijkt verschikt omhoog. No way, dat ik haar daar alleen in die hut laat slapen. "Ik mag van Rosalie en Daan hier niet slapen." Verzin in. "Ik denk dat je toch met me opgescheept zit." Ze kijkt me verbaast aan, "Ik weet dat je liegt." Is haar antwoord.

Ze lijkt geïrriteerd. "Wat is er toch met jou?" ze gaat door. "Doe toch gewoon normaal. Je wilt me niet, doe dan niet net alsof je de held bent. Dat ben je niet." Die zit. "Ik wil geen held zijn." stamel ik. "En jij wil mij niet in je hut." voeg ik toe. 

"Ja, hallo jij bent degene die gevraagd heeft om een andere sleepartner ik niet. Het begon net dragelijk te worden en dan hoor ik dat." Dat is er dus, denk ik. Ze geeft me geen kans om me uit te laten praten en stormt de hut uit. Snel doof ik het vuur en ren achter haar aan. "Wacht nou!" roep ik haar na.

"Waag het eens om sneeuw te gooien." Roept ze alleen terug. Het weer is goed omgeslagen. Het begint nu ook te sneeuwen en de wind is alleen maar sterker geworden. Ik loop achter haar de hut in en sla de deur achter hard achter me dicht. Ik sta tegen over haar. Ze hijgt van de tocht hiernaar toe. "Kijk uit! De deur kan vastzitten!" Ze loopt boos langs me heen en probeert de deur te openen. "Sukkel, nu zit hij vast!" ze kijkt boos terwijl ze nogmaals aan de deur trekt. Ik loop naar haar toe en duw haar bij de deur vandaan. Hardhandig trek en duw in tegen de deur. Hij geeft niet mee. "Shit" mompel ik. "Hij zit echt vast."

Hannah zucht en gaat op het bed zitten. Ze doet haar jas uit. "Bellen!" draagt ze me op. Ik kijk haar aan als een boer met kiespijn. "Die ligt in de andere hut." "Dat meen je niet!" Roep ze uit. "Dus dan zitten we alsnog met elkaar opgescheept." Ze zucht en kijkt me boos aan. "Sorry dat je met me opgescheept zit." Brengt ze uit. "Ik weet dat je me haat." 

Opposites attractWhere stories live. Discover now