Hoofdstuk 9

140 19 9
                                    

Jayden wordt vroeg wakker. Het is zondag en hoewel hij het gisteren best laat heeft gemaakt op het feestje van Kira, voelt hij zich vol met energie voor een nieuwe dag. Hij wrijft de slaap uit zijn ogen en staat dan op.

Aan de ontbijttafel leest Jayden in een boek van zijn vader. Het is een soort dagboek waarin zijn vader een vergelijkbaar onderzoek uitvoert als Jayden zelf mee bezig is. Het boek is een schat aan informatie, maar het kost Jayden veel tijd en moeite om erdoorheen te komen. Het handschrift van zijn vader is onduidelijk en er missen af en toe pagina's of er zitten vlekken op bladzijdes waardoor grote delen helemaal niet meer leesbaar zijn.

"Vandaag heb ik een nieuwe ontdekking gedaan," schrijft zijn vader op een bladzijde van twee jaar terug, "Er is meer tussen hemel en aarde dan wij ons bewust van zijn. Ik volg al een aantal jaar een man die de dood met zich meedraagt. Inmiddels aarzel ik hem een man te noemen. Hij, of het, is een monster, met ogen die stralen van het bloed dat hij laat stromen."

Jayden zucht. Hij begrijpt niet wat zijn vader bedoelt. Wie is die man? Is het een moordenaar? Is dit de man die zijn ouders heeft vermoord? Maar wat bedoelt zijn vader met dat er meer tussen hemel en aarde is? Geloofde hij in sprookjes, in legendes, in mythes?

Jayden eet zijn ontbijt op en blijft aan tafel zitten. Hij staart voor zich uit en probeert de tekst van zijn vader te ontrafelen, maar komt er niet echt ver mee. Aan de ene kant gelooft hij niet in al die onzin die mensen verzinnen. Vampiers, weerwolven, al dat soort 'monsters', het slaat nergens op volgens hem. Maar aan de andere kant, hoe anders valt te verklaren dat zijn gezonde ouders op hetzelfde moment een hartstilstand kregen? Zouden ze ergens van geschrokken zijn? Er moet meer aan de hand zijn dan een natuurlijke dood.

Jayden schrikt op wanneer hij de deurbel hoort. Hij vraagt zich af wie er op een zondag bij hun thuis zou aanbellen. Zijn tante en hij kennen nog amper mensen hier. Misschien is het die barman? Of Thomas? Jayden loopt naar de voordeur en opent hem.

Hij is verbaasd wanneer hij Aurora ziet staan. Ze glimlacht verlegen naar hem.

"Eh, mag ik binnenkomen?" vraagt ze.

Hij knikt snel en laat haar binnen. Wat doet ze hier? Hij vindt het niet erg dat ze er is, maar het is wel vreemd. Ze kennen elkaar amper, hebben elkaar maar één keer gesproken.

"Wil je wat drinken?" vraagt Jayden om de stilte te doorbreken.

Ze knikt en volgt hem naar de keuken. Hij opent de koelkast en kijkt of er nog wat te drinken is. Hij grijpt een pak Dubbelfris en houdt het naar haar op.

"Lust je dit?" vraagt hij.

Ze knikt opnieuw en bedankt hem wanneer hij haar een glas drinken aangeeft.

"Je, ehh, hebt een mooi huis," zegt Aurora zachtjes wanneer ze in de woonkamer op de bank zitten.

Jayden glimlacht naar haar. "Bedankt," zegt hij.

"Dus je woont hier met je tante?" vraagt ze. Het valt Jayden op dat ze hem nooit echt aankijkt wanneer ze praat. Ze lijkt hem verlegen. Hij is dat zelf niet. Hij gebruikt nu zijn zelfverzekerdheid om haar gerust te stellen. Hij spreekt helder en geeft haar uitgebreide antwoorden.

"Ja," glimlacht hij, "Maar ze is er nu niet. Op zondagochtend maakt ze altijd lange wandelingen. Dat is het voordeel van dit dorp: er is zoveel mooie natuur."

Aurora knikt en is even stil. "En uhh.. je ouders?" vraagt ze aarzelend.

"Die zijn overleden," vertelt Jayden. Hij heeft verder nog niemand verteld hier, maar vertrouwd het haar gelijk toe. Hij weet niet waarom, maar op de een of andere manier voelt het alsof hij haar alles kan vertellen. Hij vertrouwd haar volledig zonder haar te kennen. Misschien zijn het haar ogen, waarin hij zou kunnen verzinken. Of haar lieve lach. Of de manier waarop ze een lok van haar blonde haar achter haar oor stopt wanneer ze verlegen van hem wegkijkt.

"Een jaar geleden kwam ik thuis en vond ik ze. De doodsoorzaak is nog altijd onduidelijk. Een hartstilstand werd gezegd, maar het is wel onwaarschijnlijk dat dat klopt."

Aurora knikt. "Hoe gaat het nu met jou?" vraagt ze. Hij schrikt een beetje van deze vraag. Niet veel mensen vragen hoe het met hem gaat. Hij staat er zelf ook niet zo vaak bij stil eigenlijk. Hij is veel meer bezig met het oplossen van het mysterie dan met het missen van zijn ouders. Zolang er nog zoveel onduidelijk is, kan hij nog geen verdriet voelen. Dat zijn ouders dood zijn, voelt nog niet echt, omdat het allemaal zo onwerkelijk is.

Jayden haalt zijn schouders op. "Het gaat wel goed eigenlijk," zegt hij, "Ik vind het leuk hier."

Ze knikt en glimlacht dan voorzicht naar hem. Hij glimlacht terug.

"Waarom ben je hier eigenlijk?" vraagt hij.

Ze bloost. "Ik.. uh," stamelt ze. Jayden onderbreekt haar: "Kom je voor mijn aanbod om Teen Wolf samen te kijken?" vraagt hij met een knipoog.

Ze lacht en haalt haar schouders op. "Misschien," zegt ze.

"Laten we het gaan kijken!" zegt Jayden enthousiast, "Ik ben nu wel benieuwd geworden." Stiekem is hij helemaal niet benieuwd naar de serie, maar hij wil graag dat Aurora nog wat langer blijft en dat ze zich wat meer op haar gemak voelt.

"Wacht hier," zegt hij, "Dan haal ik mijn laptop op."

Ze knikt en Jayden staat op en snelt de trap op naar zijn kamer. Hij pakt zijn laptop en een kabel om hem met de tv te kunnen verbinden. Dan loopt hij weer naar beneden.

Hij sluit zijn laptop aan op de televisie en zoekt naar de eerste aflevering van Teen Wolf op het internet. Wanneer hij hem gevonden heeft, zet hij hem aan en gaat hij weer naar Aurora op de bank zitten. Met opzet gaat hij dichter naast haar zitten dan eerst. Ze hadden voordat hij zijn laptop ging halen wel bijna een persoon aan afstand tussen hun in. Nu slechts een paar centimeter.

Jayden legt zijn arm over de rand van de bank, achter Aurora langs. Hij zakt wat onderuit en kijkt haar met een glimlach aan. "Oké, waar gaat het over?" vraagt hij.

Ze wijst naar de tv. "Dat is de hoofdpersoon, Scott. En zijn vriend Stiles," vertelt ze. Hij knikt en samen kijken ze naar de serie. Af en toe stelt hij haar een vraag erover en ze geeft hem enthousiast antwoord. Hij probeert op te letten, maar wordt veel afgeleid naar haar. Ze lacht wanneer er iets grappigs gebeurt en hij raakt betoverd door haar. Zij leidt hem compleet af van zijn onderzoek. Hij denkt niet meer aan het dagboek van zijn vader. Het is een fout, want als hij beter zou opletten, zou hij gezien hebben dat haar ogen op dezelfde onmenselijke manier stralen als de ogen van de man uit zijn vaders dagboek.

--------------------

A/N: wat vonden jullie van dit hoofdstuk? :) bedankt voor het lezen! x Lieke

Gifted EyesWhere stories live. Discover now