21. Flaters

178 9 0
                                    

Flashback naar het vorige hoofdstuk: Ik word door het water getrokken. Ik heb gelukkig nog naar lucht kunnen happen voordat ik onderwater getrokken werd. Ik hou mijn adem in. Opeens voel ik de hand om mijn pols verslappen. Ik probeer de hand nog vast te grijpen maar het is alweer verdwenen
_/\_/\_/\_/\_/\_/\_/\_/\_/\_/\_

Opeens ga ik onderwater een rots onderdoor.

Het ding dat mijn voet vast heeft laat mijn voet los, ik begin naar boven te zwemmen. Ik heb bijna geen adem meer en alles om mij heen is zwart. Ik hoop maar dat ik naar boven zwem en niet naar onder. Opeens voel ik een koude lucht tegen mijn huid. Ik ben boven water, Ik hap naar ademen. Het is donker ik heb geen idee waar ik ben. Opeens gaan er allemaal lichten aan. Mijn ogen moeten even wennen aan het licht.

ik zie stenen muren over mij heen. Ik ben ik een grot. Dan valt mijn blik op soort van mensen. Ze staan aan de kant en kijken op mij neer. Tussen hun tenen en vingers zitten water vliezen. Ook hebben ze kieuwen in hun gezicht en hoorntjes op hun hoofd. Een van de wezens komt naar mij toe lopen en hijst mij het water uit.

"Je zal met ons mee komen" zegt een wezen, de grootste van de drie. Ik voel sherpe punten in mijn rug mij vooruit duwen. Ze hebben een drietand als wapen. Ik loop met ze mee door de grot. Ik heb geen idee hoe diep ik ben. De anderen zouden nu vast ongerust zijn. De natte koude vloer onder mijn voeten is erg glad, ik moet oppassen dat ik niet uit glij. Opeens loopt de grot dood. De grootste van de wezens loopt naar voren en tikt een bepaalde patern op de muur met zijn drietand. Ik hoor een gekraak en de muur begint te bewegen.

Ik word weer naar voren geduwd door de drietand tegen mij rug. De grot is opeens heel groot.

het gaat tientallen meters hoog en ver. Ik zie overal gebouwen uit het steen gehouwen. Er komen allemaal lichtjes vandaan. Er lopen overal zeewezens rond. We lopen door de straten heen, ik zie sommige wezens stoppen en kijken naar mij. Dan valt mijn blik op een groot kasteel. Het is glad geschuurt en duidelijk gedetaileerd. Het poort gaat open en ik word naar binnen gebracht in een grote troon zaal word ik eindelijk tot stand gebracht. Ik voel mij een beetje ongemakkelijk in mijn bikini het is best wel koud.

"Sorry Timelady voor de agressieve binnenkomen maar we hebben uw hulp nodig" zegt de wezen in de troon.
"Je had mij ook gewoon kunnen bellen" zeg ik sarcastisch.

"De legendes zeggen dat als het eten op raakt de laatste Timelady met rode ogen zal komen en ons zal verlossen van deze verhongering" zegt het wezen. "Sure, Wie ben jij eigenlijk?" vraag ik. Ik loop naar het wezen toe en blijf voor hem staan.
"Ik ben de Koning van de Flaters. Ik ben Koning Sti" zegt het wezen.

"Hallo, ik ben Kim" ik steek mijn hand uit en schud zijn hand. Zijn hand voelt nat en glibberig aan.
"Maar mijn vrienden zullen vast ongerust zijn, kan je ze hier naar beneden brengen?" vraag ik aan Sti. De koning schud zijn hoofd.

"Je moet het alleen doen" Ik zucht en loop door de zaal heen. Bij de deur staan twee bewakers met grote drietanden. Verder zijn de koning en ik alleen.

"Mag ik dan wel wat kleding?" vraag ik. Ik voel me erg naakt zo. De koning knikt en steekt zijn hand omhoog. Bijna meteen komt er een 'Flater' binnen lopen met een slordige shirt en broek. Ik pak het aan en doe het snel aan. Het is een bruine vieze shirt met een bruine broek. Hier hebben ze waarschijnlijk nog niet gehoord van dingen wassen.

"Hebben jullie toevallig akkers hier onder de grond?"ik kijk de Koning vragend aan. Hij kijkt mij verward aan. "Wat zijn akkers?" Weten ze serieus niet wat akkers zijn? dit gaat nog makkelijker worden dan ik had verwacht.

"Grote stukken grond waar jullie niets mee doen" De koning knikt en staat op. Hij gebaard mij om mee te lopen. Twee bewakers volgen ons als we door de stad heen lopen, waarschijnlijk voor de veiligheid van de koning. Bij alle straten waar we langskomen buigen mensen zich voor de koning. Had ik ook moeten buigen? We komen uit bij een groot stuk grond dat helemaal leeg is met een ondergrondse rivier ernaast. Dit is de perfecte plek om eten te verbouwen.
Ik buk mij om de grond te voelen, het is tot mijn verbazing hele vruchtbare grond. Het verbaasd mij dat ze het zelf niet bedacht hebben.
De koning kijkt mij vragend aan. Er ontstaat een hele groep mensen om de grond heen die willen kijken wat we doen. Ik steek mijn vingers in de aarde en concentreer mij. Ik laat wat van mijn Timelord energie overstromen naar de aarde. Overal om mij heen beginnen planten te groeien.
Ik hoor allemaal mensen juichen en klappen. Er beginnen bomen te ontstaan. Als ik vind dat er genoeg planten staan haal ik mij vingers weer uit de grond. Het lijkt nu net een bos hier.

[Dutch] The Last TimeladyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu