"Ik doe het licht aan.." "Meen je die?" "Ja ze zijn toch niet thuis." "Maar de buren wel."

"Dus?" Ik zucht. "Zij weten toch dat ze weg zijn, dommie." "Ohja.."

Ik laat mijn rugtas van mijn rug glijden en gooi een zaklamp naar haar toe.

We schijnen door de kamer.

"Em, geef me de posters." Ik pak de posters uit mijn tas en gooi het haar kant op.

"Wat is dit?" Vraag ik en houd een doek omhoog.

"Een spandoek."

Zacht begin ik te lachen. "Dit wordt zo vernederend voor ze." Maddison knikt lachend en begint met de posters ophangen.

~

We kijken de kamer rond. Overal hangen posters.

"Waar zou je een hoofd kunnen verstoppen?" Zegt Maddison opeens.

Ik schrik op. "Wat zei je?" "Het hoofd van de mascotte." "Oh, ik dacht even dat.. Laat maar." Maddison kijkt me glimlachend aan. Je kan duidelijk zien dat ze hier van geniet.

"Het zou in de kelder kunnen liggen." Denkt ze hardop.

"Veel plezier."

"Wat?" Ze kijkt me aan alsof ik gek ben. "Ik ga echt niet alleen." Ze pakt mijn arm. "We doen dit samen."

Een moedeloze zucht verlaat mijn mond. Waarom ben ik meegegaan.

Langzaam lopen we naar de kelder. Maddison opent de deur. Een donker gat verschijnt voor ons. Maddison zucht en loopt naar beneden. De kelder is groot en donker. Opeens valt er iets. Verschrikt kijk ik om me heen.

"Maddy, ik weet dat je haar niet mag maar je hoeft niet het hele huis te slopen. Dan merken ze het."

"D-dat deed ik niet." Stamelt ze.

"Wat? Wie deed dat dan?" Ik schijn haar kant op. Haar gezicht is bleek in het felle licht. Ze ziet er geschrokken uit.

"Er is hier iemand anders."

"Nee, het was vast een kat." Ik weet niet wie ik gerust probeer te stellen, haar of mezelf?

"Ze hebben geen kat." Fluistert Maddison.

"Oh.. Zouden ze al thuis kunnen zijn?" "Nee, ik zag op snapchat dat ze net waren aangekomen." Ik hoor gestommel boven ons. Blijkbaar hoorde Maddison dat ook want ze kijkt naar het plafond, waar het geluid vandaan komt.

"We moeten hier weg." zegt ze zacht.

"Nee!" Ik pak haar arm vast om haar tegen te houden. "We kunnen beter hier blijven en wachten tot ze weggaan."

"En wat als ze hierheen komen?"
"Dan verstoppen we."

"Waar?" Vraagt ze in paniek. "We kunnen ons hier nergens verstoppen." Ik kijk rond. Ze heeft gelijk, er is hier geen verstopplek. "Zie je, de enige uitgang is de deur."

"Oké." Mompel ik en loop naar de deur. "Wat doen we als ze ons zien?" "Rennen..?" Ze knikt. "Oké, laten we gaan."

"Wacht!" Zegt Maddison. Ze draait zich om en loopt ergens heen. "Wat doe je?" Vraag ik verbaasd. Maddison komt terug met iets in haar handen. "We zijn hier gekomen voor dat hoofd dus we nemen het mee."

Langzaam open ik de deur van de kelder. Ik kijk rond. Er is niemand te zien. Ik sein naar haar dat we kunnen gaan. Snel lopen we naar de deur. In de woonkamer staan twee mannen met bivakmutsen op. Gelukkig staan ze met hun rug naar ons toe. "Weet je het zeker? Ik hoorde net echt iets." Zegt een. Ik laat Maddison voor gaan. "Doorzoek het huis dan!" Zegt de ander. Ik schrik van die stem.

Ontnomen!! (Deel 2)Where stories live. Discover now