Hoofdstuk 18

1.4K 54 15
                                    

Sorry guyzzz voor het lange wachten!! Ik heb het gewoon zo druk, en heb nog steeds geen computer....:s dus heb nu even snel de laptop van mn moeder te pakken gekregen;)

Opgedragen aan iedereen die het vorige hoofdstuk een reactie heeft geplaatst! Ze waren allemaal zo lief, en ik kan moeilijk aan iedereen opdragen:( Maar oke, jullie zijn AWESOME! tnx<3

okeee ik hou mn mond. Enjoy;)

--------------------------------------------------------------

‘Dus die Heilige Tuin is in je kamer. Je hebt een tuin in je kamer.’ Zegt Sam, nog steeds stom verbaasd.

Ik rol met mijn ogen, en geef voor de zoveelste keer hetzelfde antwoord.

‘Ja.’

‘Wow.’

Ik geef hem mijn beste ‘’duh’’ blik.

Ik had ze net het hele verhaal verteld. Ze zijn voor het eerst meer van iets onder de indruk dan ik sinds dit hele gedoe.

Ik zit tussen Alex en Narian geperst op de kleine bank, tegenover ons zitten Sam en Loren.

Ik probeer een grijns te verbergen als ik besef hoe goed ze met elkaar kunnen opschieten de laatste tijd.

‘Wat?’ vragen Sam en Loren tegelijk als ze het opmerken.

Mijn grijns word nog groter.

‘Niks.’

‘Miah, we zijn er net achter dat die Heilige Tuin in jouw kamer is, je bent dood geweest, en nu zit je hier te grijnzen als een gek. Ik weet niet, maar die ‘’niks’’ komt niet echt overtuigend over.’ Zegt Loren sarcastisch terwijl hij met zijn ogen rolt.

‘Dan geloof je het niet.’

Ik bijt op mijn lip om niet te lachen als Sam en Loren allebei hun ogen tot spleetjes knijpen. Ze doen zelfs dingen tegelijk zonder dat ze het weten.

‘Miah, als je het nu niet zegt, weet ik niet of je dit gaat overleven.’ Iets in de stem van Loren zorgt ervoor dat er een koude rilling over mijn rug voel lopen. Het zit nou eenmaal in hem om dreigend over te komen.

‘Oké, ik bedacht me alleen dat jullie nu heel goed met elkaar op kunnen schieten. En nou ja, dat is gewoon grappig.’

Mijn grijns is direct weer terug als ik hun gezichten zie.

‘Hell no!’

‘Spot niet met de Hel , Engel.’

‘Spot niet met de Hemel.’

‘Jij begon.’

Ik rol met mijn ogen om hun kinderachtige gedrag, en sta op, terwijl de jongens naast me en tegen over me discussiëren over iets wat toch al lang duidelijk is. Misschien had ik het toch maar beter niet kunnen zeggen.

Ik grijns. Nah, dat zou veel minder lol betekenen.

Ik loop de keuken in, en pak een schone beker uit de kast en vul die met water. Vervolgens leun ik tegen het aanrecht terwijl ik in gedachten kleine slokken neem en de beker tussen mijn handen klem.

Ik doe over alles wel zo makkelijk, net zo als de rest, maar dat is het niet. Als ik deze opdracht niet tot een goed einde breng, ben ik zo goed als dood.  Dan is alles waar ik zo hard voor heb gewerkt voor niks. En dan is er ook nog Zosima. Ik heb beloofd haar te bevrijden van de Duivel, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe pak ik dat in godsnaam aan?

En dan is er ook nog Zain. Narian kan dan wel zeggen dat hij ons niks meer doet, iets zegt me dat hij niet de waarheid verteld. En ik brand van nieuwsgierigheid om er achter te komen wat dat is.

Miah, de engelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu