Hoofdstuk 13

1.8K 55 23
                                    

Oke luitjes. Al het tweede hoofdstuk deze week:D

Ik wil iedereen bedanken die dit verhaal leest, er op stemt en een reeactie plaatst<3

Dit hoofdstuk is opgedragen aan LouisaR, omdat je zulke lieve reacties plaats, die me heel erg helpen met schrijven<3 thanx!

Enjoy!!

RECAP:

‘Hè.’ Ik draai me geschrokken om, en kijk naar Narian die op me af komt lopen. ‘Ik schrok.’ Hij grinnikt. ‘Dat zag ik.’ ik glimlach ook. ‘We moeten praten.’ Nu is het mijn beurt om hem verbaasd aan te kijken. ‘Waarover?’ vraag ik. Narian kijkt voor zich uit. ‘Dat weet je donders goed.’ Ja dat weet ik donders goed. ‘Wat vind je nou echt van me? De ene keer doe je alsof je me leuk vind, de andere keer doe je alsof ik een of ander vies wezen bent.’ gooi ik er uit. ‘Ben ik echt zo erg?’ vraag ik zacht. Narians handen vormen zich tot vuisten. ‘Nee. Geloof me, je bent helemaal niet erg. In tegendeel. En ik vind…je echt leuk.’ Ik staar hem aan. Ik voel dat hij verder wil praten. ‘Het is alleen…Ik wil mijn vader geen gelijk geven. Ik wil niet dat hij gelijk krijgt over ons. Maar ik kan het niet tegenhouden.’ Hij draait zich nu om naar mij, en ik kan hem alleen maar aanstaren, mijn mond klapt open en dicht. Dit kwam behoorlijk onverwachts. ‘Ik vind jou ook echt leuk, Narian. Alleen mij kan het niks schelen wat je vader er van vind. Dan heeft hij maar gelijk. Ik weet dat mijn vader dit ook niet leuk gaat vinden. Maar hij heeft te lang dingen verborgen voor me gehouden, dat ik me nu nog schuldig voel.’ zeg ik vastberaden. Voordat ik verder kan praten, voel ik zijn lippen op die van mij. En kan ik nergens meer aan denken, alleen maar aan hem.

Hoofdstuk 13

Ik zit samen met Narian op de bank. Ik denk nergens aan, alleen maar aan het feit dat ik nu comfortabel tegen hem aan leun. We hebben gister lang gepraat. Ik heb nog nooit zo’n koppig iemand mee gemaakt. Hij wil niet dat zijn vader gelijk krijgt: hij wil niet dat zijn leven een voorspelling is.  Daar kan ik me een beetje in vinden. Maar als dit een voorspelling is geweest, dan kan me dat eigenlijk niet zo heel veel schelen. Ik weet dat mijn vader het er ongetwijfeld ook niet mee eens is, maar dat kan me weinig schelen: hij is de laatste tijd ook niet echt goed bezig geweest.

De deur gaat open en dicht, en Loren komt binnen lopen. Hij haalt zijn neus op als hij ons ziet. ‘Ik kan er nog steeds niet bij dat mijn broertje met een Engel heeft.’ Zegt hij spottend. Ook al weet ik dat ik het bij hem niet verkeerd moet opvatten, doet het toch pijn. Narian merkt het, en slaat zijn arm nog iets steviger om me heen. ‘Dat is dan balen, broertje.’ Lacht hij. Ik glimlach automatisch bij het horen van die lach. Loren kijkt zijn broertje dreigend aan. ‘’Broer voor jou, broertje.’ Zegt hij, en loopt weer weg. ‘Zal hij het ooit accepteren?’ vraag ik terwijl ik met mijn vinger lijntjes trek op zijn hand. Narian grinnikt. ‘Hij heeft het al geaccepteerd. Ook al laat hij het niet merken, hij mag je.’ Zegt hij, en plant een kus is mijn nek. Ik glimlach.

Ik lig te woelen in mijn bed. De beelden van de afgelopen dagen, maanden vliegen voorbij. Mijn gevoel zegt dat er iets heel erg mis is. Ik weet dat het nog gevaarlijker word; ik moet nog afreizen naar een verboden gebied en de vrouwen bevrijden. Maar ik blijf het gevoel hebben dat er iets veel groters, en gevaarlijker iets aan de hand is.

Ik kijk op de wekker die naast mijn bed staat. Half twee. Geweldig.

Er word geklopt op de deur. Mijn ogen vliegen open, en de angst stroomt door mijn lichaam. Ik zit nog steeds met mijn gedachten bij mijn nare voorgevoel. En wie klopt er nou in godsnaam om half twee op een deur van een armoedig flatje? Iemand die specifiek ons moet hebben. Een verschrikkelijk moment denk ik dat het Zain is.

Maar hij zou hier nooit zo maar voor de deur staan, en beleefd aankloppen. Toch?

Ik loop mijn kamer uit, en zie dat Narian en Loren er ook al uit zijn. Loren loopt naar de deur, terwijl Narian bij mij gaat staan. Hij raakt even geruststellend mijn arm aan, en gaat beschermend voor me staan.

Miah, de engelWhere stories live. Discover now