Hoofdstuk 2

547 38 2
                                    

" Hanna, wat is er?" vraagt Cindy. Ik draai mijn hoofd in haar richting en antwoord; "niks". Er is een duidelijke rilling te horen in mijn stem door de schrik. Ze hebben het allemaal door dat het niet goed met me gaat, dat er wel degelijk wat ergers speelt dan alleen een nachtmerrie. Het valt me echter op dat ze allemaal doen alsof ze het niet doorhebben, ze zijn zich ervan bewust dat ik hoogstwaarschijnlijk toch niks zal vertellen.

Mijn ogen glijden naar de stapel met kleding dat netjes opgevouwen op het bed ligt. "Je hebt dit voor me uitgezocht?" vraag ik. Chayma, een van mijn goede vrienden verschijnt naast Cindy in de deuropening. Ik houd het korte mosterd kleurige broekje omhoog met 2 vingers, ergens weet ik dat ze het goed bedoeld maar dit is niet mijn smaak. Ik ben bescheiden en draag meestal kleren die mijn benen en armen niet blootstellen aan de buitenwereld. Niet heel de wereld hoeft tegen mijn cellulitis aan te kijken. Opvallen is een woord dat zelden in mijn vocabulaire voorkomt.
Chayma knikt tevreden naar het broekje en bijt op haar lip, zo onschuldig mogelijk. Ze probeert het elke keer weer, mijn comfort zone uitbreiden. Een geërgerde zucht verlaat mijn lippen terwijl ik het oranje broekje met een beetje wurmen aan doe en wacht op hun oordeel.

"Doe de schoenen erbij aan, dan zie je er op zijn best uit, alleen dan kan ik zien of de outfit echt goed bij je past" zegt Chayma, ik hoor aan haar dat zodra ik de schoenen aan heb, ze me de deur uit trekt en ik geen andere keus meer heb dan zo over straat gaan. Vol afschuw laat ik de hoge zwarte hakken om mijn iets te kleine voeten glijden en neem het witte shirtje dat Emily me overhandigd aan, binnen een seconde heb ik mijn pyjama shirt vervangen door het witte shirt dat losjes over mijn schouders hangt. Zo nonchalant mogelijk loop ik naar de salontafel waar ik snel mijn haren borstel en ze over mijn schouders laat vallen. Ik sier mijn grijze ogen met wat zwarte eyeliner en mascara een moeite die ik niet vaak neem. Als ik klaar ben draai ik me naar de meiden die met een verbaasde blik hun ogen over mijn slanke, knakkige lichaam laten glijden. Ik bijt op mijn lip en voel de hitte naar mijn wangen stromen als reactie op hun oordelende blikken.

"Let's go" zijn de enige woorden die ik met ze uitwissel. Het liefst ga ik niet met deze kleren de deur uit maar, ooit moet ik eens iets doen wat ik normaal niet zou willen doen. Emily vliegt naar voren en pakt mijn arm vast, "voor als je je toch bedenkt en terug gaat naar die oh-zo-bekende zwarte broek en witte vans" ze sluit haar zin af met een knipoog.



Ik staar uit het raam naar de bomen waar we langs rijden. Mijn ogen volgen elke boom voor een seconde en schieten dan weer naar de volgende, mijn gedachtes blijven terug gaan naar wat Chayma vanmiddag tegen me zei. Misschien hebben de dromen toch wel een betekenis, maar wat. En waarom zou ik dromen over hoe het leven -letterlijk- uit mijn lichaam word gezogen. En wat is het, een vampier?
Een grinnik verlaat mijn mond bij de bizarre gedachte. Vampieren bestaan niet, dat weet iedereen, maar waarom blijf ik er over een dromen en waarom zie ik hem steeds als ik ergens alleen ben?

Al snel komt de auto tot stilstand en stapt iedereen een voor een uit. Ik kijk toe hoe Chayma haar arm in die van Cindy haakt en samen met haar het grote huis binnenloopt. Al snel voel ik de hand van Emily op mijn schouder.
"Waar sta jij zo stom naar te kijken, het is maar een huis" ze grinnikt even en duwt me zachtjes richting de deur waardoor ik even op mijn onstabiele schoenen wankel.

Ik ga steeds vakernaar feestjes, elk weekend om precies te zijn. Door de vele mensen om me heen en de abnormale hoeveelheid alcohol die ik mijn lichaam in werk vergeet ik de afschuwelijke rode ogen die me al een langere tijd volgen. Het feesten begon toen ik die nachtmerries kreeg. Elke keer als ik naar een feest ging had ik geen nachtmerrie voor een nacht. Het zorgt voor minder angst, minder stress.

We lopen naar binnen. De geur van alcohol dringt mijn neusgaten binnen. Ik glimlach en voeg me bij de menigte. Mijn ogen gaan over de gezichten van de mensen en blijven steken bij 1 specifiek iemand. Het is een jongen met zwart haar en dezelfde grijze ogen als ik. Zijn lichaam is gespierd en op zijn knokkels zitten schaafwonden. Even heb ik de neiging om zijn richting op te gaan en aan hem te vragen hoe hij aan die schaafwonden is gekomen, ook al is het overduidelijk dat hij in een heftig gevecht heeft gezeten met iemand.

Zijn ogen vermoorden me*Herschrijven*Where stories live. Discover now