Hoofdstuk 1

543 42 10
                                    

Ik open mijn ogen en kijk de kamer verveeld om. Waar komt dat kut geluid nou vandaan? Mijn ogen vallen op mijn wekker, de bron van het irritante geluid. 4 uur. "Shit" ik druk de wekker uit en grijp naar mijn telefoon die ernaast op het nachtkastje ligt. Precies op dat moment word ik gebeld.

"Met Ha-"
"Hanna! Doe de deur open!" gilt mijn vriendin Chayma door de telefoon heen. Zonder antwoord te geven stap ik uit bed en maak mijn weg naar de deur.

"Schiet op schiet op schiet op" hoor ik haar gillen. Ik gaap, "jaja, rustig aan"
Langzaam slof ik naar de deur door de hal, even valt mijn blik op mezelf in de grote spiegel die al jaren op dezelfde plek in het midden van de hal hangt. Snel haal ik mijn vingers door mijn haar en scan de omgeving om mij heen, mijn ogen blijven hangen bij 2 rode ogen die recht in de mijne staren. Dit kan niet alweer gebeuren, dit kan niet echt zijn. Ik leg mijn handen op mijn gezicht en sluit mijn ogen, happend naar adem probeer ik mezelf rustig te krijgen.
Na enkele seconden kijk ik opnieuw naar de plek waar ik net de rode ogen zag, niks. Een zucht verlaat mijn keel als ik de deur open. Chayma komt hyper naar binnen gehupeld en loopt strak langs me. "Gaat het wel je ziet bleek" zegt ze bezorgd nadat ze zich om heeft gedraaid en een goede blik op me heeft kunnen werpen. Ik knik.
"prima"antwoord ik. Ze fronst even, als teken dat ze niet 100% zeker is dat ik niet lieg. Haar blik zorgt voor een knagend gevoel binnenin mij, ik haat het om te liegen tegen mijn vriendinnen, en ik haat het om een leugen vol te houden terwijl het overduidelijk een leugen is.

"Ik had vannacht weer een nachtmerrie" geef ik toe, een zucht is haar eerste reactie.
"Ik denk dat het echt wat betekend, Hanna. Elke keer dezelfde droom is wel een teken van God" ze maakt een gebaar met haar handen in de richting van de lucht.
"Ik geloof niet in god, maar je kan wel eens gelijk hebben. Ik begin die ogen nu ook overdag te zien" mijn stem zakt weg en ik richt mijn ogen op de schoenen van mijn beste vriendin. Bang dat ze denkt dat ik gek aan het worden ben, dat het me veels te veel word, zo veel dat ik dingen ga zien die er niet zijn. Ikzelf ben daar ook van overtuigd, ik heb nooit geloofd dat dromen iets betekenen of dat ze echt uit kunnen komen. Hoe, in hemelsnaam zou dat moeten kunnen?

Chayma pakt mijn schouders vast, haar huid voelt koud aan op de mijne.
Ze heeft een bezorgde en doordringende blik in haar ogen, haar grip is sterker dan normaal, alsof ze door haar grip duidelijk wilt maken dat er wat groots aan de hand is.
"Maak je niet druk. Bid naar God hij beschermt je wel" zegt ze. Ik grinnik en schud mijn hoofd, Chayma is katholiek opgevoed en gelooft heilig in God. Er gaat geen dag voorbij zonder dat ze iets zegt wat te maken heeft met haar geloof. Ze heeft de behoefte om mij te overtuigen van God, en alle anderen uit onze vriendengroep. Ik heb nooit geloofd in iemand die de aarde geschapen zou moeten hebben. Ik geloof in wetenschap, theorieën die niet onwerkelijk zijn en dingen die we kunnen bewijzen.
"Ik zal het proberen" zeg ik zacht.

Een paar uur later.

"Hanna schiet op het is al 6 uur!" gilt Chayma vanuit de andere kamer. Stress vult mijn lichaam. Net als ik de badkamer inga gaat de deurbel.
"Emily en Cindy zijn er!" Hoor ik door het hele huis heen, ik slaak een zucht ej loop de badkamer uit. Ik probeer niet te denken aan de rode ogen die ik vanmiddag nog zag aan het einde van deze gang. Voor de zoveelste keer gaat er een rilling over mijn rug. Met een ruk word mijn lichaam aan de kant geduwd door een passerende Chayma; "Aan de kant je bent te sloom" ze snelt langs me heen en groet mijn ouders die in de woonkamer zitten tijdens haar race naar de deur.

Op mijn bed ligt een setje kleding die Chayma voor me heeft uitgezocht. Als ik mijn hand ernaar uitsteek zie ik een zwarte mist in mijn ooghoek. Zacht gehijg vult mijn oren. Mijn hartslag versnelt en ik draai mijn hoofd langzaam richting het zwarte, 2 rode ogen komen met een sneltreinvaart op me af. Mijn lichaam is bevroren, geen enkele spier die zich verroert terwijl ik toekijk hoe de gedaante op me afkomt, niet normaal snel. Ik sta op het punt om weg te rennen als de deur opengaat en de ogen samen met de mist als sneeuw voor de zon verdwijnen.

Zijn ogen vermoorden me*Herschrijven*Where stories live. Discover now