Hoofdstuk 14

47 7 0
                                    

POV Tohar
_________
"In gevangenschap door het neersteken van drie klasgenoten."
_________
Dag 1 - 13:50

De lichtsignalen schieten de lucht in terwijl ik mezelf rustig en geconcentreerd probeer te houden.

Dus ik zit nu pas 5 uur en 50 minuten in de game? Ik heb het gevoel dat ik er al dagen in zit en ik ben er helemaal klaar mee. Ik vind het doodeng. Nu ook nog dat stomme lichtsignaal. De vorige keer was er gelukkig niemand in mijn buurt te bekennen, maar dat is nu heel anders.

Ik zie drie lichtstralen, heel erg dichtbij. Ik denk minder dan 200 meter van me vandaan. Ik moet vluchten. Voordat ze me vinden en vermoorden. Net als de andere zes die al vermoord zijn. De namen staan nog op mijn netvlies gebrand: Nia, Aisha, Joshua, Laila, Harper en als laatste Jeonghan. Misschien ben ik de volgende.

Nee! Kom op! Ik moet sterk blijven! Ik adem diep en en uit en sluit mijn ogen voor een paar seconde.

Ik moet blijven vechten voor mijn leven. Als ik hier sterf, ga ik vechtend ten onder! Spreek ik mezelf dapper toe.

Als ik mijn ogen weer open schrik ik van een lichtstraal, die opeens een stuk dichterbij is gekomen. Ik draai me gelijk om en begin weg te rennen, zo snel als ik kan. Zo makkelijk laat ik mezelf nou ook weer niet pakken. Als ik een blik over mijn schouder werp zie ik dat de persoon harder rent dan ik. Die gaat me inhalen als ik niet snel iets bedenk.

De 30 seconden zijn voorbij en de lichtstralen verdwijnen. Ik stop met rennen, spring achter een boom en gris de eerste beste steen van de grond. Als mijn achtervolger hier langs komt krijgt hij een steen tegen zijn hoofd aan. En hard ook.

Gespannen kijk ik naar de steen die ik stevig in mijn hand vast houd. Geconcentreerd probeer ik te luisteren naar de geluiden om me heen. Langzaam hoor ik voetstappen in mijn richting komen. Ik hoor de persoon ademen, zwaar en licht vermoeid. Als ik het alleen op de ademhaling moet baseren zou ik zeggen dat het een man is. Het kraken van de takjes onder zijn voeten breekt de stilte in het bos.

Ik houd mijn adem in als de persoon echt héél dichtbij me is, wanneer ik de takjes vlakbij hoor breken. Ik spring achter de boom vandaan en haal zonder te twijfelen uit met de grote steen. De steen knalt op tegen het hoofd van een jongen. Hij valt gelijk met een klap op de grond. Geschrokken doe ik een paar stappen achteruit.

Is... Is ie dood? Twijfelend kijk ik naar het lichaam van de jongen, die languit op zijn buik op de grond ligt. Ik werp een blik op mijn polsband, maar daar valt ook nog geen naam te bekennen. Voorzichtig por ik met mijn voet in de zij van de jongen, om te kijken of hij een reactie geeft. Maar hij blijft stil liggen. "Wie ben jij?" Mompel ik tegen hem. Ik draai zijn lichaam om, om zijn gezicht te kunnen zien.

Zwijgend staar ik naar zijn gezicht. Zijn zwarte haren zitten door de war en hij heeft een aantal schrammen op zijn gezicht zitten.

Hij is knap. En hij ziet er lief uit. Misschien wilde hij me helemaal niet vermoorden! En dan heb ik voor niks een steen op zijn hoofd gegooid! Schuldig kijk ik naar de grote, hevig bloedende wond op zijn hoofd. Ik moet iets doen. Hem verbinden. Maar hoe? Ik had toch die verbanddoos moeten kiezen aan het begin van de game. Wacht! Misschien heeft hij er zelf een.

Ik haal zijn rugzak voorzichtig van zijn rug af en lees zijn naam eraf. "Mingyu." Mompel ik terwijl ik naar hem kijk.

Ik hoop echt dat hij een verbanddoos heeft. Ik open de tas en kijk naar wat erin zit. Wacht eens even... Ik haal er een andere rugzak uit. Joshua, staat erop. Joshua?! Oh mijn- no way. Heeft hij Joshua vermoord?! Verbaasd kijk ik naar Mingyu.

Joshua was mijn celbuur, we hebben veel met elkaar gepraat. Voor het slapen gaan zong hij altijd een liedje voor me. Ik viel elke avond in slaap bij het geluid van zijn mooie, zachte stem. Ik heb hem altijd leuk gevonden, maar de liefde kwam helaas maar van een kant. En ja, wat moet je met liefde in een jeugdgevangenis waar iedereen ter dood is veroordeeld. En nu is hij echt dood. En zijn moordenaar ligt voor me, bewusteloos.

Ik voel hoe er woede in mezelf opborrelt. Ik kan hem vermoorden. Om wraak te nemen, voor Joshua. Ik adem diep in en pak de steen, rood van bet bloed, weer op. Ik hef de steen op en kijk Mingyu voor de laatste keer aan. Net op het moment dat ik Mingyu's hoofd opnieuw wil raken met de steen, komt er geluid uit zijn mond. "W-wacht..." Mompelt hij moeizaam. Van schrik laat ik de steen op de grond vallen. Ik zie hoe Mingyu zijn ogen probeert te openen. "H-het spijt m-me." Stamelt hij. "Wat?" Vraag ik verbaasd. "Van Joshua. Ik wilde zeggen dat het me spijt." Ik kijk Mingyu verbaasd aan. "S-sorry."

"Hoe- Wat- Huh?" Ik kan geen fatsoenlijke zin uitbrengen door mijn verbaasdheid. Hoe weet hij dat ik Joshua kende? Ik heb Mingyu nog nooit in mn hele leven gezien! "I-ik... Ik heb je altijd in de gaten gehouden. In de g-gevangenis." Mompelt hij zwakjes. "Wat?!" Roep ik. "N-niet boos zijn. Alsjeblieft. He-" Opeens valt Mingyu weer weg. Zijn ogen sluiten en hij stopt met praten. "Mingyu?" Ik schud aan zijn schouders. "Mingyu?! Nee!" Schreeuw ik.

Hij gaat dood, al helemaal als ik niet snel iets doe. Hij verliest té veel bloed, ik moet nu in actie komen. Ik pak opnieuw zijn tas en tot mijn grote opluchting zit er een verbanddoos in. Ik ruk hem open en haal zo snel als ik kan het verband eruit. Eerst ontsmet ik zijn wond en daarna wind ik voorzichtig het verband om zijn hoofd.

Als alles is gedaan, is het een kwestie van afwachten. "Mingyu?" Fluister ik. Ik voel gespannen aan zijn polsslag. Een zwakke, onregelmatige hartslag is wat ik voel. Niet meer en niet minder. Ik houd mijn adem in terwijl ik wacht op een reactie van Mingyu.

Maar... Mingyu heeft me dus 'in de gaten gehouden'?? Wat wilt dat zeggen? Heeft hij me gestalkt? Waarom in vredesnaam?! Vragend kijk ik naar Mingyu, alsof ik een uitleg van hem verwacht terwijl hij buiten westen is.

Zou hij me leuk vinden?

Second ChancesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu