Hoofdstuk 30

1.6K 139 42
                                    

Het stof dwarrelde nog om ons heen terwijl wij vol spanning op de reactie van de demonen aan het wachten waren. In het mooiste geval zou een van hen roepen: 'hier is dat feestje!', waarna iedereen helemaal los zou gaan zodat wij ertussenuit konden glippen. Maar zoals je zelf waarschijnlijk ook al zou kunnen raden, gebeurde dat niet.

Eerst stonden de gezichtsuitdrukkingen van de demonen zo van 'waar komen jullie ineens vandaan?', daarna meer van 'wat doen jullie in hemelsnaam hier?' en ten slotte zo van 'huh, feestje? waar dan?'. Ondanks het feit dat we ons niet bepaald in een gunstige positie bevonden, moest ik moeite doen mijn lach in te houden. Die hadden jullie niet zien aankomen hè, dacht ik bij mezelf. Helaas verging het lachen me snel toen ik meneer de leugenaar in de ogen keek. Zijn inktzwarte irissen glommen als die van een ondeugend kind en ik kan je vertellen dat dat er bij een pezige, oude man heel griezelig uit zag. De rillingen liepen over mijn rug toen hij het volgende zei:

"In eerste instantie zou ik zeggen dat jullie aan het verkeerde adres zijn voor dat feestje, maar bij naderinzien kan er hier vanavond wel een feestje gevierd worden. Nu heb ik eindelijk de kans om met jou in eigen persoon een praatje te maken, Sylvia.", zei hij. Nope, ze tuimelden niet in onze smoes, en jep, we zaten diep in de problemen. Ik slikte, want ik vreesde dat het geen gezellig praatje met een kopje koffie en een koekje op de bank zou worden.

 "We gaan naar de kamer hiernaast want een niet meewerkende fae heeft van deze een puinhoop gemaakt.", zei griezel -wat ik op dat moment een gepastere bijnaam vond dan leugenaar- en hij gaf de fae, die trillend met grote ogen naar ons zat te staren, een boosaardige blik. Ik keek eens beter om me heen en zag dat de kamer was bezaaid met stukken hout. Griezelman moest niet klagen, want het was een mooie, gepaste puinzooi voor een hel. "Zefiro, Grigor, neem die twee meisjes en onze fae mee.", beval griezeltje. Daarna draaide hij zich naar de fae toe en sprak tot hem in een waarschuwende toon: "Je mag van geluk spreken dat ik momenteel  in een goede bui ben, anders was je er nu niet meer geweest." De fae sprak geen woord en keek niet in de ogen van meneer griezel, alsof hij het beetje eigenwaarde dat hem nog restte voor zichzelf wilde bewaren.

 "Vader, moeten we hun handen vastbinden?", vroeg Zefiro met voor de verandering geen spot in zijn toon. Ha! Ik wist wel dat griezel de vader van Zefiro was; zo vader, zo zoon. Zijn vader keek een ogenblik bedachtzaam naar ons, terwijl de woorden 'zeg nee, zeg nee' zich in mijn hoofd herhaalden. "Nee", besloot hij uiteindelijk, "die meisjes kunnen in deze situatie weinig kwaad doen."  Daar ga je spijt van krijgen, dacht ik zelfgenoegzaam. En ik kreeg gelijk.

Zefiro pakte me ruw bij mijn bovenarm vast en begon me achter zich aan te sleuren. Ik wrong me in een onmogelijke bocht om zo ver mogelijk bij hem vandaan te blijven. Niet omdat ik probeerde te ontsnappen, noch omdat hij misschien zou stinken, maar gewoon omdat Zefiro een engerd is. Vanuit mijn ooghoeken zag ik hoe Isabelle op dezelfde manier werd vastgegrepen door Grigor. Zij wrong haar gewrichten niet net zoals ik in een onnatuurlijke hoek om zover mogelijk bij de demon uit de beurt te blijven, maar pakte het veel efficiënter aan. 

Isabelle bracht haar vrije arm naar achteren en gaf Grigor met haar vuist een klap in zijn gezicht. In een moment van verbijstering liet Grigor, wat niet zo slim van hem was, haar andere arm los. Op deze manier gaf hij Isabelle de gelegenheid om hem van zich af te duwen. Mijn mond zakte spontaan open toen ik zag hoe sterk Isabelle eigenlijk wel niet was; met de kracht die achter die éne duw zat, was Grigor tegen de muur, die minstens zes meter verderop stond, gevlogen. Zo sterk als ze was, zo snel ging ze ervandoor. Ook de fae ging ervandoor. Niet rennend zoals Isabelle, maar hij verdween in een lichtflits. Heel even stond ik het tafereel verstomd aan te kijken voordat ik bedacht dat het voor mij ook tijd was om actie te ondernemen. Ik liet over mijn gehele linkerarm vonken lopen, waardoor Zefiro van schrik losliet. Toen sprintte ook ik ervandoor, Isabelle achterna. We hielden ons wraakplan voor gezien en probeerden deze hel te ontvluchten.

The colour of my eyesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu