Deel 26

2.4K 166 12
                                    

Het was niet zo lang geleden dat ik mijn moeder voor het laatst had gebeld. Totaal niet lang geleden eigenlijk. Het was toen ik mijn hanger had gekregen, en nu belde ik weer. Voor een compleet andere reden.

'Mam, ik wil hier weg.'

'River, ik denk dat je te heftig reageert,' klonk haar stem aan de andere kant van de telefoon.

'Mam, alsjeblieft,' ik had in jaren niet zo hopeloos en kinderlijk geklonken. Je zou bijna denken dat ik smeekte om snoepjes aan mijn moeder, maar ik had nooit gehuild omdat ik geen snoepjes kon krijgen.

'Zelfs al wilde ik het River, je vader en ik zijn weg. We zijn op reis voor het bedrijf. We kunnen niet zomaar naar huis toe.' Ik hoorde op de achtergrond de geluiden van een fabriek. Draaiende machines en motoren die mijn moeder moeilijk verstaanbaar maakte.

'Stuur dan Robert of iemand anders. Ik wil niet langer hier zitten. Ik hoor hier niet thuis,' smeekte ik opnieuw.

'Je hoort daar beter thuis dan wie dan ook River. Bovendien, dit was maar een kleine fout. Ik weet zeker dat je je transformatie binnenkort onder de knie zult hebben.' Ik wilde protesteren en uitleggen waarom het nooit goed zou komen. Waarom ik nooit meer zou transformeren, maar ik zei niks. Ik had mijn moeder nooit als een moeder gezien die met levensadvies zou komen. Het enige wat ze altijd zei was dat ik er zelf achter moest komen. Dat was haar standaard aanmoediging. We leken eerder collega's dan moeder en dochter soms.

'Oh yes, of course. I'll be right there,' hoorde ik haar tegen iemand aan de andere kant van de lijn zeggen. Toen kwam haar stem weer duidelijker uit de speaker.

'River, sorry maar ik moet gaan. Werk geeft nooit op, maar jij ook niet. Hou je taai meid,' en daarmee hing ze op. Ik liet me in het bankje zakken waarop ik zat. Het was een koud bankje, maar alles was koud hier. Waarschijnlijk was dat omdat ik buiten zat in de winter. Het rook zelfs naar de winter. Koude lucht prikkelde in mijn neus terwijl ik de geur van dennenbomen en de aarde die nog aan mijn handen zat opsnoof en toen met een zucht uitblies. Ik keek om me heen. Er was hier helemaal niemand. Nadat ik mijn ketting had begraven had ik besloten weer de school in te gaan, maar toen ik langs een van de ramen liep en Tom zag die naar mij leek te zoeken, besloot ik dat ik beter buiten kon blijven. Ik had hoop dat het even zou duren voordat ze mij buiten op zouden zoeken. 'Misschien had ik een jas mee moeten nemen,' dacht ik bij mezelf. Ik had echter geen zin om nog naar binnen te gaan. Ik kon beter aan dit stalen bankje vast vriezen.

'River?' Het was Tom. Ik hoorde het aan zijn stem. Ik deed mijn ogen dicht, alsof dat ik hem niet kon zien ook betekende dat hij er niet was. Ik wist dat het niet zo werkte, maar ik kon het niet helpen.

'Wat is er?' Vroeg ik kalm. Te kalm, want ik was niet kalm. Ik was boos. Hij had tegenover mij gedaan alsof ik niks fout had gedaan, maar toen hij praatte met Sky... Ze deden alsof ik een kleuter was die nog niet helemaal door had hoe alles werkte. Alsof ik niet wist wat goed en slecht was.

'Nou als eerste denk ik dat je het beste naar binnen kunt gaan. Tenzij je het eerste menselijke ijsje wilt worden natuurlijk. Ten tweede is Rachel wakker en ze wilde je zien.' Terwijl hij sprak was hij langzaam naar mij toe komen lopen zodat hij nu naast het bankje waarop ik zat stond. Het was waarschijnlijk omdat ik zo koud was, maar ik voelde dat zijn lichaam warmte afstraalde en dat mijn bloed nu sneller begon te stromen. Ik zuchtte.

'Ze wilde mij zien? Echt?' Zei ik sarcastisch. Ik bleef recht voor me uit staren, naar het bos dat in de verte begon, na het uitgestrekte grasveld waar maar een paar bomen stonden, waar eindeloos veel paden naar toe liepen.

'Ja, waarom zou je dat niet...' hij leek moeilijk uit zijn woorden te komen, maar ik bleef naar het bos staren, 'wil je haar niet zien?' Besloot hij uiteindelijk.

'Nee, ik wil haar niet zien en jou ook niet trouwens,' ik voelde een steek in mijn hart. Ik wilde ze wel zien. Ik wilde ze graag zien, maar dat kon niet. Niet nu ze deden alsof ik niks mis had gedaan, maar ze wilde dat ik ervoor bestraft werd. Ik had ze gehoord. 'Ik weet niet waarom jullie deze hele act houden, maar stop ermee. Ik ben geen klein kind meer. Ik weet dat ik een gevaar ben voor jullie. Ik weet dat jullie me niet meer vertrouwen. Ik snap het wel, hoe zouden jullie me nog kunnen vertrouwen nadat het al twee keer mis is gegaan? Eerst steek ik een lokaal in de hens en dan verbrand ik Rachel levend en-'

'Okay, ik ga je daar even onderbreken voordat je te ver gaat. River, elke transformatie is gevaarlijk. Nou ja, niet elke, maar je leeft in een kamer met een havik en een wolf en een octopus. Denk je echt dat we hopen elk moment van de dag veilig te zijn? River, we zijn niet veilig. Kijk naar wat er in de wereld gebeurd. Manimals die wild worden en hun mede manimals verslinden. Mensen waar ze ooit van hielden. Als, wat het ook is dat dat veroorzaakt, hier in de buurt komt dan is niemand meer veilig. We hadden niet verwacht veilig te zijn hier River. Dat zijn we nergens. Ik zou morgen van de trap kunnen vallen en mijn nek kunnen breken, maar dat betekend niet dat we trappen af moeten schaffen.'

'Rare vergelijking, maar ik zie je punt.' Ik twijfelde voordat ik verder ging, 'Ik hoorde Sky zeggen dat wat ik had gedaan verschrikkelijk was, dat ik straf hoorde te krijgen.' Ik staarde intensief naar een grassprietje bij mijn voeten.

'Wat, waar heb je het-' Tom onderbrak zijn zin met een 'Ow,' voordat hij verder ging, 'Dat ging niet over jou, dat ging over Sarah en iets wat ze had gezegd.' Ik wist meteen wat hij bedoelde. De bloederige familiegeschiedenis. Ik wist misschien niet wat er was gebeurd, maar Tom's reactie had me genoeg verteld. Ik knikte langzaam.

'Dus, wil je Rachel nog zien?' Zei hij zachtjes.

'Mag ik haar zien?' Ik tilde mijn hoofd op om hem aan te kijken.

'Mag ik naast je komen zitten?' Was zijn antwoord. Ik schoof zonder iets te zeggen opzij, zodat hij naast me kon komen zitten. Zodra hij met zijn benen het bankje raakte spande zijn spieren zichtbaar aan.

'O wow, dit is een koud bankje,' mompelde hij. Ik zei niks en wachtte alleen tot hij antwoord zou geven op mijn vraag.

'Ik bedoel, van mij mag je haar zien, van Aranka mag je haar zien en ik denk dat het van Rachel ook wel mag aangezien ze naar jou vroeg,' zei hij na een poosje. Zijn adem vormde kleine wolkjes in de lucht en zijn arm lag tegen de mijne. Ik ging echter niet klagen, ik kon alle warmte gebruiken op dit moment.

'En van Lydia dan?' Tom keek me vragend aan, 'de zuster. De vrouw die in de ziekenzaal rondloopt en voor de mensen die er belanden zorgt.'

'Oh, zij. Weet ik niet, eigenlijk,' zei hij schouderophalend, 'vast wel. Ze kent je goed toch? Ik bedoel je ligt er vaak genoeg,' mompelde hij erachteraan.

Ik lachte zachtjes, 'misschien...'

'Maar één manier om erachter te komen,' zei Tom terwijl hij van het bankje opstond, 'plus het is hier echt veel te koud.' Hij stak zijn hand uit om me omhoog te helpen, maar ik stond al op. Hij haalde zijn schouders op en liet zijn hand vallen. 'Probeer je een keer aardig te zijn,' fluisterde hij.

'Oh, je bent een echte gentleman,' zei ik sarcastisch. 'Nou kom op dan, we gaan naar binnen voordat je bevriest.' Ik zuchtte nog een keer voor dat we het gebouw inliepen. Op weg naar de ziekenzaal.

-------------------------

:) - Zo veel dialoog, sorry

Dit is volgens mij echt een verhaal dat alleen maar uit dialogen bestaat (ik zeg dialogen want die term ken ik van theater, ik weet niet of ik de term eigenlijk wel kan gebruiken voor boeken) en dat spijt me soort van. Ik omschrijf dingen denk ik niet genoeg.

Tot schrijvens - L

Wings of Fire (in verbouwing)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu