Het was eind zomer, begin herfst en er stond harde wind. Ik was 9 jaar en mijn broer was op dat moment 13. We zaten op een terras aan de kade en grote schepen vaarden voorbij. Milano wees naar een bepaald schip en vertelde trots over de eigenschappen van het schip dat hij onlangs op school had geleerd. Ik had boos mijn armen over elkaar geslagen en mijn neus in de lucht gestoken. 'Ik hou niet van vrachtschepen', zei ik standvastig. Mijn moeder trok me tegen zich aan en ging met haar hand door mijn haren, alsof het niet al genoeg in de war zat door de wind.
'Ik hou ook niet van vrachtschepen', fluisterde ze in mijn oor zodat mijn vader ons niet zou horen. Ze wilde het moment tussen hem en zijn zoon niet verpesten. 'Ik houd van zeilboten, jij ook toch lieverd?'
Ik knikte, ook al wist ik op dat moment helemaal niet wat een zeilboot precies inhield. 'Jongens zijn rare wezens', had ik gezegd en mijn moeder had lachend mee in gestemd. 'Dat zijn ze zeker', zei ze. 'Maar onthoud, hun liefde is onvoorwaardelijk'.
Dat zal ik nooit meer vergeten.

'Als het goed is komt je vader zo thuis met Milano', zei mijn moeder die me uit mijn gedachten haalde. Ik keek op, 'hoezo komt Milano mee? Hij woont toch op zichzelf?' Ze knikte, waarna ze mijn lege bord in de vaatwasser zette. 'Je broer wilde je graag weer zien'. Ik rolde met mijn ogen, mijn broer die me graag wilde zien, dat was iets nieuws.

'Je zult nog eens over hem verbazen', zei ze stilletjes. Mijn wenkbrauwen schoten omhoog. 'Waar baseer je dat op?'

'Hij heeft een baan aangeboden gekregen'.
Dat was goed nieuws, besloot ik. 'Wat voor een baan?' vroeg ik uit oprechte nieuwsgierigheid. Er veranderde iets in de houding van mijn moeder wat ik niet helemaal kon plaatsen.
'Een baan in Europa', zei ze. 'Als manager van een autobedrijf '.
'Dat is toch super!' probeerde ik. Ze knikte maar leek ergens toch treurig. 'Als hij de baan aanneemt, moet hij verhuizen'. Toen begreep ik het verdriet van mijn moeder. Milano zou naar het buitenland verhuizen en ik woonde ook niet meer thuis, want ik was van plan om mijn carrière ergens anders voort te zetten. 'Hij zal dan vast in de vakanties terug naar huis komen', zei ik troostend. Mijn moeder knipperde haar tranen weg en kuste mijn kruin, 'dat hoop ik lieverd'.

Tijd verstreek en voordat ik het wist was het al weer eind van de middag en had ik niks anders gedaan dan films kijken en lezen. Mijn rust werd verstoord door mijn luidruchtige broer die de woonkamer in stormde. 'Lief zusje van me!' riep hij. Ik veerde op van de bank en omhelsde mijn broer. 'Had je heimwee?' vroeg Milano met een grijns. Ik gaf hem een stomp tegen zijn schouder, maar ik was blij om hem te zien. 'Ben je hier om me te vermaken of me te irriteren', vroeg ik geamuseerd. Milano deed of hij heel hard moest nadenken, maar glimlachte toen naar me.
'Ik ben hier om je te vermaken, dus kleed je eens fatsoenlijk aan. We gaan lekker uit eten'.

Ik keek hem verontwaardig aan toen hij mijn outfit afkeurde, maar liep toen naar boven om wat anders aan te doen.
Met een lange jurk aan die bijna tot aan de grond reikte, stapte ik terug de woonkamer binnen. Eerst was ik bang dat ik zou vallen met deze torenhoge hakken aan, maar ik stond stabieler op de grond dan ik had verwacht. Milano keek me trotst aan. 'Als de jongens niet achter je aan lopen als puppy's weet ik het ook niet meer'. Ik gaf hem een klap op zijn schouder. 'Doe normaal', zei ik. Toen haakte ik mijn arm door de zijne en liepen we door de voordeur heen naar buiten. Sneeuw viel uit de hemel en zorgde ervoor dat er een wit laagje de wereld bedekte.
'Waar gaan we heen?' vroeg ik, terwijl we zijn auto stapte. 'Naar een restaurantje net buiten Louisville'.
'Ben ik er wel eens geweest?' vroeg ik.
Milano schudde zijn hoofd. 'Niet dat ik weet'. Hij startte de motor en we reden de straat uit. Ik zag vanuit mijn oog hoeken mijn vader en moeder voor het raam staan die ons nog uitzwaaide.

Het was half zeven 's avonds toen we een chique restaurant binnen stapte. Een ober nam onze jassen aan en ik liep arm en arm met Milano naar een lange tafel aan de zijkant, vlak bij een raam. Er zaten al meer dan 10 mensen aan tafel en ik keek Milano ongelovig aan. Hij had niks over gezelschap gezegd. 'Wat is dit?' siste ik wat uit mijn doen. Ik was blij dat ik een wat chiquere jurk aan had getrokken, anders zou ik volledig buiten de boot zijn gevallen.
'Wie zijn dit?' vroeg ik nog voordat we bij de tafel waren aangekomen.
Gauw gaf Milano me een kleine uitleg.
'Dit zijn collega's van me en aangezien je thuis zat zielig te doen besloot ik om je mee te nemen'. Het laatste zei hij met een lach maar ik kon niet zo goed lachen. Hoe moest ik me in godsnaam gedragen bij zijn collega's?
'Goede avond, dames en heren', zei Milano beleefd terwijl de rest hem vriendelijk begroette. Ik knikte maar naar wat mensen en glimlachte zoals het hoort. Milano schoof mijn stoel naar achter, terwijl hij me voorstelde als zijn zusje. Gelukkig deed hij niet alsof ik zijn vriendin was, anders zou dit etentje heel erg ongemakkelijk worden.

Een ober in een pak gaf me een glas champagne die ik maar al te graag aan nam. Toen ik net een slok wilde nemen werd ik aangesproken door een jonge man die tegenover me zat. 'Dus, Aimée je studeert hotel en management. Bevalt het je?' Ik had geen idee hoe de gene heette die me aansprak, maar hij zag er goed uit. Hij had bruin haar en groene ogen die je leken te doorboren. 'Het bevalt goed', zei ik terwijl ik zachtjes op mijn lip beet. Ik nam een slokje van mijn champagne. 'Hoe heet je trouwens?' vroeg ik.
'Brandon Evans, ik ben een collega van je broer', zei hij en ik had het gevoel dat hij me langer aan keek dan nodig was.
'Heb je geen date bij je?' Ik gluurde naar beide personen naast hem, maar niks gaf een teken van een vriendin.
'Helaas niet', zei hij met een glimlach. 'Ik ben nog even single als voorheen'. Ik wist niet wat dat moest betekenen, maar het deerde me zeer weinig. Hij moest vast een een of andere player zijn en daar ging ik al helemaal niet mee in zee. Hoe knap die ook mocht zijn, ik wilde niet weten met hoeveel meiden hij het bed mee heeft gedeeld. Het laatste deed me gelijk denken aan Jackson. Hoe graag ik ook wilde dat hij uit mijn gedachten zou verdwijnen, het ging niet.
Altijd zal ik me afblijven vragen hoeveel vriendinnen hij ooit heeft gehad. Hield hij ook van zijn minnaressen? Hield hij überhaupt wel echt van mij? Allemaal vragen waar ik nooit antwoord op zou krijgen.

Het etentje verliep verder goed en er werden geen ongemakkelijke vragen aan me gesteld. Brandon bleek uiteindelijk een hele leuke dergelijke jongen te zijn. Iets wat me nogal verbaasde. En hij bleek ook nog eens een goede vriend van Milano te zijn, in plaats van alleen een collega. Hij was grappig, charmant en lief. In ieder geval, zo kwam hij dit uur over, geen idee of hij buiten etentjes ook zo was. Toen iedereen uit gegeten was en opstond om te vertrekken pakte Brandon me bij mijn arm. 'Zin om een sigaretje te gaan roken?' vroeg hij. Ik schudde gauw mijn hoofd voordat ik een andere beslissing kon maken. 'Nee bedankt, ik rook niet meer'. Er verscheen een glimlach op zijn gezicht. 'Goed bezig hoor Aimée, helaas ben ik niet zo goed'. Ik keek vanuit mijn ooghoeken naar Milano en hij was druk in gesprek met een aantal mensen.
'Weet je, ik moet toch nog op mijn broer wachten dus ik ga wel met je mee'. Brandon legde zijn arm om mijn schouders en leidde mee naar buiten.
Ik stond vlak naast hem met mijn jas om mezelf gedrapeerd, terwijl Brandon zijn sigaret opstak. Even was er de verleiding om ook een sigaret te nemen, maar dat gevoel onderdrukte ik. Ik was niet van plan om weer in mijn oude ritme te vallen. Roken was slecht voor je, punt uit.
We stonden voor een tijdje zwijgend naast elkaar totdat Brandons sigaret opgerookt was en hij hem op de grond uit stampte. Ik maakte aanstalten om weer naar binnen te gaan maar een arm mijn middel hield me tegen. 'Je bent een leuk meisje weet je dat?' Fluisterde hij in mijn oor. Ik rilde onverwachts onder zijn aanraking en gedempte stem. 'Dank je', zei ik enkel met mijn blik op de grond gericht. Plotseling pakte Brandon mijn kin vast en duwde hem omhoog zodat mijn ogen in de zijne keken. Ik slikte en zonder enige waarschuwing drukte hij zijn lippen op de mijne. Ik schrok zo erg dat ik tegen hem aan verstijfde. Pas toen hij mijn mond probeerde open te duwen met zijn tong, kwam ik weer tot mezelf. Ik legde mijn handen tegen zijn borst en duwde hem weg met al mijn kracht. Zijn lippen lieten met tegenzin die van mij los. 'Wat doe je?' vroeg ik kwaad. Brandons ogen stonden verward. 'Sorry Aimée ik dacht-'.
'Wat dacht je?' snauwde ik. Het was belachelijk dat jongens dachten dat je zomaar een vrouw konden zoenen.
'Ik dacht dat je mij ook wel zou willen', mompelde hij. Ik zuchtte en sloeg mijn armen over elkaar. 'Brandon ik heb een vriend', zei ik. 'En ik ben niet van plan hem te belazeren'.
Ook al waren Jackson en ik nu niet bij elkaar, ik hield van hem en dat zou niet veranderen.
'Het spijt me'. Toen draaide ik me op mijn hakken om en liep standvastig naar Milo's auto.

***********************************************

Jacksons hoofdstuk heet hoofdstuk 38 en dit is 37, dus nu klopt als het goed is de telling weer. Hopelijk hebben jullie genoten van dit hoofdstuk en laat me zeker even weten wat je ervan vond :)

Love Tian <3

Jacksonville KingsizeWhere stories live. Discover now