|Hoofdstuk 12|

8.6K 232 28
                                    

Ik was zo zenuwachtig.

Jézus.

De regen viel met bakken uit de hemel toen April me uit de auto schopte en met piepende banden weg reed. Het was buiten koud, en rillingen kropen over mijn rug. Ik beet op mijn lip en bedacht meerdere redenen om aan deze situatie te ontsnappen. Ik wilde niet alleen met Jackson naar een persontmoeting. Wat moest ik zeggen, hoe moest ik me gedragen? Met gebogen hoofd liep ik naar binnen, terwijl ik een tegen strijdig gevoel van binnen had.

Het was rustiger dan normaal, en er stond dit keer maar één meisje achter de receptie en het leek wel alsof ze met hele andere dingen bezig was dan normaal. Toen ik langs haar liep zei ze me geen eens gedag, en bleef maar achter haar computer zitten staren. Wat was er mis?
Ik liep er langs op, en de loungeroom kwam steeds dichterbij. Jackson zat daar te wachten, en als ik er dacht kreeg ik het al benauwd.

Het eerste wat me op viel toen ik naar de luxe banken en stoelen keek was dat Jackson nergens te bekennen was. Een vlaag van teleurstelling ging door me  heen. Waar was hij?
Geduldig maar met een bonzend hart ging ik op een van de vele banken zitten. Ik sloeg mijn benen over elkaar en drukte ze tegen elkaar aan. Dat hielp tegen het trillen.
Nu hij er niet was, begon ik aan mezelf te twijfelen. Moest ik er vandaag wel zijn? Was dit wel de goede dag?
Voor de zekerheid pakte ik mijn mobiel uit de jaszak van mijn rode jas en checkte mijn agenda. Gelukkig, het was de goede dag.

De tijd kroop tergerend langzaam voorbij, en ik begon steeds meer te denken dat hij het vergeten was. De klok gaf al half tien aan, en nu wilde ik naar huis. Ik zuchtte, schoof een plukje haar achter mijn oor, en ging verzitten.
Op dat moment kwam Jackson aan lopen en het leek wel of mijn hart stopte met kloppen.

Hij liep zó nonchalant op me af alsof hij me geen half uur had laten wachten. Zijn handen had hij in de zakken van zijn kaki broek gestoken, en het bovenste knoopje van zijn overhemd stond open. -Helaas geen spoor van de tatoeage te bespeuren- 
Zijn haar zat als gewoonlijk in de war, en hij had zich niet geschoren.

Maar hij zag er ongelooflijk sexy uit.

De neiging om hem aan te raken was zo groot dat ik mijn handen in een moest vouwen. Niet aan denken, sprak ik mezelf toe. Ergens in mijn achter hoofd ging er een alarmbel rinkelen, dat hij me zo had laten wachten.

De klootzak.

'Mevrouw Ross', begroette hij me formeel. Ik kneep een klein glimlachje op mijn gezicht en probeerde tegelijkertijd niet naar zijn ogen te kijken. Anders verdronk ik.
'Meneer King', zei ik beleefd.
Hij lachte niet maar kwam naast me zitten. Althans naast me zitten, eerder op de zelfde bank plaatsnemen. Er zat wel meer dan een halve meter tussen ons. 'Het spijt me voor het wachten', zei hij, maar een domme koe kon ook wel horen dat hij geen spijt had.
'Er waren wat kleine conflicten'.
Ik knikte, en probeerde het te begrijpen.

'Niets ernstig hoop ik?'

'Nee dat niet, maak je geen zorgen'.

Het gesprek viel dood, en ik wist me geen houding te geven.

Ineens stond Jackson op. 'Aimée, zullen we gaan? De auto staat voor te wachten', zei hij terwijl hij zijn jasje recht trok.

Het viel me op dat als hij mijn voornaam gebruikte dat het dan veel relaxer klonk. Meer ontspannen. Ik knikte, en hij bood geland zijn hand aan. Die negeerde ik en stond op.

Alsof ik dat zelf niet kon.

We liepen naar buiten en daar stond weer een prachtige wagen te wachten. Dit keer was het een grote Zwarte Range Rover met zilveren velgen. Een geweldige auto naar mijn mening.

Jacksonville KingsizeWhere stories live. Discover now