Hoofdstuk 181

1.4K 82 10
                                    

Saar POV:

Mijn telefoon trilt op het keukenblad.

23.12 - Samuel: We should date.

Ik frons mijn wenkbrauwen en vergrendel mijn telefoon weer. Ik plof op de bank en zet de tv aan. Daten met hem? Ik ken hem pas een week, en dat alleen via internet. Een week geleden voegde hij me toe op Facebook en begon een gesprek. Ik ken hem niet, ik zag alleen dat hij in Bloemendaal woont, net als Giorgina. Maar wat weet ik van hem?

Ik word uit mijn gedachtes gerukt als mijn moeder mijn naam schreeuwt. Ik rol met mijn ogen. 'WAT?' Roep ik terug. Ze stampt de woonkamer in met haar nette kleding. 'Waarom is de badkamer niet schoongemaakt? Waarom zit de wasmand nog vol en WAAROM ligt de stofzuiger nog op de overloop?' 'Pardon? Ik ben je dochter, niet je slaaf! Ik heb weer 4 dagen voor Thomas moeten zorgen omdat jij er niet bent!' 'Ik moet er toch voor zorgen dat jullie te eten krijgen?!' 'Je kan ook een andere baan nemen, kut stewardess!' Het floept er uit. Een klap tegen mijn wang volgt. 'Zo praat jij niet tegen mij!' Haar stemt trilt. 'Trut!' Met tranen in mijn ogen spring ik op van de bank en ren ik de trap op naar boven. Op mijn slaapkamer laat ik me huilend op mijn bed vallen.

Na een tijdje wordt er zacht op mijn deur geklopt. 'Saar? Ik ben het.' Het is de stem van Thomas. De deur gaat langzaam open. Thomas staat voor mijn neus in zijn blauwe pyjama met auto's er op. 'Hé Thommie.' 'Waarom moet je huilen Saar?' Hij heeft zijn knuffel in zijn hand. 'Ik heb een beetje ruzie gemaakt met mama, maar dat komt wel weer goed hoor.' Ik ga rechtop zitten. 'Vind mama ons niet meer lief?' 'Tuurlijk wel schatje. Mama heeft het gewoon heel druk.' Ik pak een make-up doekje en veeg mijn make-up van mijn gezicht. 'Heeft mama jou pijn gedaan?' Ik schud mijn hoofd. 'Nee, dat ook niet.' Ik kan mijn 6 jarige broertje niet opzadelen met de problemen tussen mij en mijn moeder.

'Mag ik bij jou slapen Saar?' Ik glimlach. 'Altijd.' Ik kleed me uit tot mijn ondergoed. Ik trek mijn BH uit en doe mijn pyjama aan. Daarna kruip ik in mijn bed. Thomas gaat naast me liggen. Als ik het licht uit doe kruipt hij dicht tegen me aan. Ik sla mijn armen beschermend om hem heen. 'Pipi slaapt ook bij ons.' Hij drukt de knuffel onder mijn neus. Ik grinnik. 'Wat gezellig.' 'Blijf jij altijd bij me?' 'Zolang ik leef, Saar zal er altijd voor jou zijn. Dat weet je toch?' 'Ja, ik vind je lief.' 'Ik vind jou ook lief, ga maar lekker slapen.' Ik geef mijn broertje een kus en al snel valt hij in slaap. Mijn telefoon trilt opnieuw. Ik tast in het donker en pak hem van mijn kussen.

23.54 - Samuel: Slaap je?

23.55: Wide awake. Sorry, ruzie gemaakt met mijn moeder.

23.57 - Samuel: Wat vervelend. You OK?

23.59: Soort van.

Hij reageert niet meer dus ik besluit om te gaan slapen. Ik leg mijn telefoon weer opzij en sluit mijn ogen. Op dat moment trilt mijn telefoon weer.

00.14 - Samuel: Wil je me zien?

Here we go again! Twijfelend denk ik na. Uit eindelijk besluit ik om ja te zeggen, wat heb ik ook te verliezen?

00.18: Jawel. Wanneer? Waar?

00.20 - Samuel: morgen, bij mij thuis. Ik haal je wel op.

00.21: 12.00 Rotterdam centraal.

00.23 - Samuel: Looking forward to it.

Ik reageer niet meer en leg mijn telefoon weg. Na een hele tijd piekeren val ik eindelijk in een diepe slaap.

Als ik de volgende ochtend wakker wordt is het 11 uur. 'Kut.' Vloek ik. Thomas slaapt nog, en ik ga zo voorzichtig mogelijk mijn bed uit. Ik haast me naar de badkamer en spring onder de douche. Als ik klaar ben met douchen borstel ik mijn haar en doe ik snel wat make-up op. Daarna sta ik hopeloos voor mijn kast. Wat moet ik toch aandoen? Ik kijk uit het raam en zie dat de zon schijnt. Ik pak een groen truitje en een witte, korte tuinbroek. Ik trek mijn witte Allstars er onder aan, gooi alles wat ik nodig heb in mijn tas en pak mijn mobiel van bed. Ik geef Thomas voorzichtig een kus op zijn wang en ren dan naar beneden. Zo te zien slaapt mijn moeder nog, gelukkig.  Ik pak de laatste appel van het aanrecht en haal een flesje sinas uit de koelkast en verlaat zo snel mogelijk het huis. Ik pak mijn fiets en begin te trappen richting het station. Onderweg eet ik haastig mijn appel op. Als ik op mijn horloge kijk is het 10 voor 12, ik kom net op tijd.

Op het station zet ik mijn fiets neer, ik ben buiten adem. Ik spuit snel wat extra deodorant onder mijn oksels. Daarna ga ik in de schaduw tegen een muurtje staan. Ik heb nu pas te tijd om mijn telefoon te checken.

10.34 - Samuel: Morning lady
11.30 - Samuel: Ben onderweg, zwarte Audi auto, waar moet ik precies komen?
Zojuist - Samuel: Ben er, sta aan de voorkant

Ik kijk om me heen. Ik krijg een zenuwachtig gevoel als ik richting de auto's begin te lopen. Ik heb er nooit problemen mee gehad om met jongens af te spreken en het is nog nooit ongemakkelijk geweest, maar ik ken deze jongen eigenlijk helemaal niet. Een eindje verderop zie ik een glimmende zwarte auto staan. Een lange jongen staat nonchalant tegen de zijkant aan geleund, hij draagt een zwarte broek met een gat op zijn knie en een donkergroen T-shirt. Dit moet hem wel zijn. Aarzelend loop ik op hem af. Als hij mij ziet glimlacht hij. 'Samuel?' Vraag ik aarzelend. 'Ik ben het.' Lacht hij. Hij is nog knapper dan op foto's! Hij geeft me 3 zoenen op mijn wang en houdt dan de deur van de auto voor me open. 'Ga zitten.' Onhandig stap ik in.

'Je ziet er goed uit.' Zegt hij. 'Nou, dankje, jij mag er ook zijn.' Glimlach ik. 'Is dit jouw auto?' Vraag ik. 'Ik deel hem met mijn vrienden, ik woon ook samen met ze.' 'Echt waar? Met hoeveel?' 'Met zijn vijven, maar wees niet bang, iedereen is weg.' Grijnst hij. 'Nou, gezellig.' 'Dus, hoe ziet jouw leven er uit?' Vraagt hij. 'Ik woon bij mijn moeder in Rotterdam samen met zijn broertje, mijn vader woont in Almere met zijn vriendin en met mijn zus. Af en toe gaan we naar mijn vader toe en we gaan soms met hem op vakantie, en dat is het.' 'School?' 'Gymnasium afgerond.' 'Toe maar, niet alleen mooi maar ook nog slim.' 'En jij?' 'Ik woon samen met 4 vrienden, heb een havo diploma maar een tijdje geen school gedaan omdat we muziek maakten.' 'Leuk, dat is weer eens wat anders.'

'Kom er in.' Hij houdt de voordeur van het gigantische huis voor me open. Ik kijk eens om me heen. Daarna loopt hij voor me uit naar de woonkamer. 'Wat een prachtig huis zeg!' 'Dankje. Wil je iets drinken?' 'Lekker.' Ik ga in de keuken aan een hoge tafel zitten. Hij geeft me een glas en komt dan tegen over me zitten. 'Ik wou dat wij zo'n huis hadden. Wij wonen zo ongeveer in het kleinste rijtjeshuis dat er is.' 'Dat geeft toch ook niet? Zolang de kachel brandt en het water stroomt is het goed.' Hij glimlacht. Shit, wat is hij sexy!

'Wat wil je doen? Heb je zin om naar het strand te gaan?' 'Gezellig.'

She's unforgettableWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu