Hoofdstuk 156

1.8K 86 9
                                    

Lauren POV:

Ik haast me richting de dam. Mijn Louboutins tikken tegen de tegels. Ik duw mijn zonnebril wat verder op mijn neus, haal een hand door mijn lange haar en trek mijn zwarte jurkje op zijn plaats. Een eindje verderop zie ik Bas staan. Hij zwaait naar me en ik stap op hem af. 'Goeiemorgen!' Hij geeft me 3 zoenen op mijn wang. 'Goeiemorgen. Leuk om je weer te zien.' Het is zondagochtend, twee dagen nadat ik bij Bas logeerde en nu ontmoeten we elkaar weer in Amsterdam. Je ziet er mooi uit. Je hebt echt een goede smaak en een oog voor detail, daar zou je iets mee moeten doen.' 'Wauw, dat heb ik nog nooit gehoord.' Grijns ik. 'Heb je al gegeten?' Vraagt hij. Ik kijk op mijn horloge, het is half 12 en ik heb vanochtend enkel een smoothie gedronken. 'Niet echt.' 'Dan is het daar nu tijd voor.' We lopen door de straten van Amsterdam en gaan bij Bagels&Beans naar binnen. Ik bestel een verse jus en een broodje. 'Dus, de vakantie zit er weer bijna op.' Zeg ik dan. 'Ja, inderdaad. Maar ik heb geen school meer, alleen nog een tentamen volgende week.' 'Echt?' Vraag ik verbaasd. 'Ik heb pas na de zomer weer school. Ik snak naar een beetje ritme.' Hij moet lachen. 'Wanneer komt je huisgenoot eigenlijk weer terug?' 'Over 2 maanden, hij is nu 1 maand weg.' 'Gaaf. Ik zou ook wel naar Afrika willen.' 'Heb je wel eens gereisd?' Ik schud mijn hoofd. 'Verder dan Nederland en London ben ik niet geweest. Daar hadden mijn pleegouders echt geen geld voor.' 'En ga je met je biologische ouders op vakantie deze zomer?' 'Ja zeker! We gaan naar de Bahama's in augustus.' 'De Bahama's? Nou, dan is de schade van alle niet-vakanties meteen ingehaald.' Grijnst hij. Ik moet om hem lachen.

Hij is zo, aardig.

Ik begin hongerig aan mijn broodje. 'Heb je nog plannen voor vandaag?' Vraag ik hem. 'Ja, ik ga piano spelen in het ziekenhuis.' Ik kijk hem niet begrijpend aan. Hij moet lachen. 'Dat doe ik eens in de zoveel tijd, voor de zieke kinderen, of andere mensen. Gewoon, omdat ik het leuk vind.' 'Dus je kan goed piano spelen?' Hij haalt zijn schouders op. 'Ik doe het al sinds ik heel klein ben. Het zit in mijn systeem. En, ben jij muzikaal?' 'Redelijk! M'n zusje kan echt prachtig zingen en heel goed dansen, daar ben ik iets minder in. Maar zingen lukt me nog wel.' Grijns ik. Ik neem de laatste hap van mijn broodje. 'Wil je meegaan?' Vraagt hij dan. 'Nou, graag! Ik ben heel benieuwd. Maar hoe kom je er bij om dat in het ziekenhuis te doen?' 'Mijn moeder is hartchirurg. Via haar ben ik daar zo een beetje terecht gekomen. Ik heb ook heel lang in de keuken en schoonmaak van het ziekenhuis gewerkt.' 'Bijzonder hoor.'

Ik kan me bijna niet voorstellen dat er nog zulke jongens als Bas op de wereld rondlopen. Hij is complimenteus, aardig, spontaan, grappig en ontzettend charmant.

'Zullen we gaan? Mijn auto staat bij de Bijenkorf.' Ik knik en sta op. 'Ik trakteer!' Zeg ik. Ik loop snel naar de toonbank. 'Dat is lief van je, dankje.' Samen lopen we naar de Bijenkorf. Ik volg hem door de parkeergarage. Hij pakt zijn sleutels en opent de deur voor me. Ik glimlach en ga zitten. Ik doe mijn gordel om en kijk uit het raam terwijl we naar het ziekenhuis rijden. Eenmaal geparkeerd stap ik uit en loop ik achter hem aan naar binnen. 'M'n moeder heeft pauze, vind je het leuk om haar te zien?' 'Natuurlijk.' 'We moeten hier naar boven.' Hij wijst naar de lift en we stappen in. Ik glimlach naar een meneer die al in de lift staat.

In liften is het altijd ongemakkelijk stil, altijd.

'Kom.' De deuren schuiven open en ik volg hem naar het einde van de gang. Hij klopt op de deur en doet hem dan een beetje open. 'Mam?' 'Kom verder schat!' Hoor ik een opgewekte stem zeggen. Hij houdt de deur voor me open. Ik kijk naar de blonde vrouw in witte dokterskleding. Hij lijkt sprekend op haar. Ze gaat staan en ik steek mijn hand uit. 'Ik ben Lauren. Een vriendin.' Zeg ik beleefd. 'Dag schoonheid. Tamara.' Ik glimlach. Ze geeft Bas een kus op zijn wang. 'Ik kom zo even bij je kijken hoor. Hij kan echt prachtig spelen.' Zegt ze tegen mij. 'Ik ben benieuwd.' 'Laten we maar gaan.' Zegt hij dan. 'Tot een volgende keer misschien.' Zeg ik nog tegen zijn moeder voordat we weer naar beneden gaan.

She's unforgettableWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu