Chapter 17

6K 110 7
                                    


POV Floor

Ik zit nog steeds naast Mason en er heerst een stilte, geen ongemakkelijke maar juist een fijne. Ik krimp ineen als ik een nare pijn mijn hoofd voel en vervolgens in mijn voet. Werkt pijnstilling zo snel uit?

Mason kijkt me bezorgd aan. 

"Gaat het wel?" 

"Mijn voet en hoofd doen zoveel pijn."

"Ik haal even een dokter." 

Ik knik en hij verdwijnt naar de gang. Enkele minuten komt hij terug met een dokter bij zich. 

"Dag Floor, ik ben dokter Smith. Kun je me vertellen hoe je hier terecht bent gekomen?" 

Ik knik. 

"Toen ik niet oplette onderweg naar school ben ik geschept door een auto.", vertel ik hem. 

Hij knikt en noteert wat op een papier, dat vastzit aan een klembord. 

"Kun je me de basis dingen vertellen over jezelf?" 

Ik kijk hem niet-begrijpend aan. 

"Je volledige naam, leeftijd, woonplaats, geboortedatum. Dat soort dingen." 

"Floor Van Bergen, zestien jaar, acht mei 1999, België." 

Hij noteert weer wat op dat bordje van hem en kijkt me dan aan. 

"Dat klopt allemaal. Je vraagt je vast af vanwaar die pijn komt?" 

Ik knik en kijk hem vragend aan. 

"Nou, zoals je zelf al gezegd hebt, heb je een ongeluk gehad. Daarbij heb je een harde klap gekregen dus we zijn verbaasd dat je niet meteen bewusteloos was. Je hebt een lichte hersenschudding opgelopen en dat verklaart de hoofdpijn. Verder heb je een wonde op je voorhoofd maar die is al gehecht. Je hebt ook je enkel gebroken en je  voet staat gezwollen, deels door de breuk. Om te eindigen zijn er ook nog enkele schrammen. Je hebt geluk gehad meisje, het kon veel erger afgelopen zijn."

Met die woorden verlaat de dokter de kamer terwijl ik alle info verwerk. Ik voel aan mijn gezicht en ontdek inderdaad een plakker met daaronder waarschijnlijk de hechtingen. 

"Mase?"

Mason kijkt op van zijn telefoon en kijkt me vragend aan. 

"Wil je me die spiegel is aangeven?", vraag ik hem en wijs naar de spiegel die aan de andere kant van de kamer ligt. 

"Weet je het zeker?" 

"Is het zo erg dan?", vraag ik geschrokken. 

"Nou dat beslis je zelf.", zegt hij heel serieus waarna hij me de spiegel aangeeft. 

Aarzelend pak ik het aan en bekijk mezelf. Mijn huid is bleek en aan de linkerkant van mijn voorhoofd zit een plakker. Onder mijn rechteroog zit een grote blauwe plek en op mijn wang zitten wat schrammen. 

"Je overdrijft!", roep ik lachend en leg de spiegel naast me neer. 

"Ik moet jou nog altijd wat plagen hé.", zegt hij grijnzend. 

Ik lach en probeer me wat comfortabeler te zetten, zonder succes. 

"Hulp nodig?" 

"Ja, graag." 

Hij help me wat rechter te zitten en schudt de kussens goed, voordat hij ze onder mijn rug duwt.

"Floor, er zit al de hele tijd een jongen in de wachtkamer die naar je vraagt.", zegt hij na een tijdje.

Ik kijk hem verward aan. 

"Hoe ziet hij eruit?" 

"Donkerblond haar, grijsachtige ogen.Hij is iets ouder dan jou denk ik." 

Ik denk na en besef  wie hij is.

"Oh, dat is de jongen van het ongeluk." 

Mason zijn blik verhardt en hij balt zijn vuisten. 

"Wat denkt die slungel hier te doen?", sist hij. 

"Mase, doe rustig. Hij heeft me hiernaartoe gebracht en ik wil met hem praten." 

Hij kijkt me met een mengeling van woede en ongeloof aan.

"Je hebt wat? Je hebt met een jongen die je amper kent in een auto gezeten! Hoe wist je zo zeker dat hij je naar hier zou gebracht hebben?" 

Ik open mijn mond om iets te reageren maar hij is me voor.

"Ben je serieus zo dom of lijkt dat alleen maar zo? Ik dacht dat je na Cameron wat wijzer geworden was maar blijkbaar heb ik me daarin vergist."

Met tranen in mijn ogen kijk ik hem aan. Hij weet hoe gevoelig mijn verleden met Cameron ligt. Zodra hij mijn blik opmerkt lijkt hij te beseffen wat hij gezegd heeft. 

"Floor het-" 

"Ga weg en laat die jongen binnen."

"Maar-" 

"Nu."

Hij staat op en loopt de kamer uit. In de deuropening draait hij zich om. 

"Ik kom morgenochtend terug."

Even later loopt dezelfde jongen als deze ochtend aarzelend de kamer in. Zodra hij me ziet lijkt hij te schrikken. Ik glimlach geruststellend naar hem en gebaar dat hij verder mag komen. Hij gaat op de stoel naast mijn bed zitten en kijkt me aan met een schuldige blik. 

"Hoe voel je je?", start hij het gesprek voorzichtig. 

"Gaat wel." 

"Het spijt me echt zo erg!  Opeens uit het niets was je daar en ik kon niet meer op tijd stoppen. Ik hoop je me het kunt vergeven." 

"Rustig maar, het is niet erg." 

"Dat is het wel want  door mij lig je hier."

"Ik meen het! Het is echt niet jouw schuld. Ik lette helemaal niet op en ben waarschijnlijk niet gestopt toen dat moest." 

Hij kijkt op en er verschijnt een klein glimlachje op zijn gezicht.

"Hoe noem je eigenlijk?", vraag ik aangezien ik niks over hem weet. 

"Luca." 

"Mooie naam.", zeg ik oprecht. 

"Dankjewel! De jouwe is ook prachtig maar dat kan ook niet anders met zo'n mooie meid als jij.", zegt hij. 

Ik bloos en kijk naar mijn lakens, die opeens heel interessant zijn. 

"Nou, niet zo verlegen.", zegt hij lachend. 

"Ik krijg zoiets niet elke dag te horen hoor.", mompel ik. 

"Echt niet?", vraagt hij speels.

"Sukkel.", mompel ik lachend. 

"Nou, wat lief.", zegt hij nep beledigd. 

"Weet ik."

We praten nog een hele tijd door totdat de verpleegster komt, die Luca wegstuurt omdat ik genoeg moet rusten. Ik ben al heel wat over hem te weten gekomen. Hij is net achttien geworden en studeert Kunst. Later wil hij zijn eigen atelier openen en hij heeft een tweelingbroer, Edward. Hij woont dichterbij dan verwacht, aan de rand van de stad.

Ik pak mijn telefoon van het nachtkastje en ontgrendel hem. Ik heb een heleboel berichtjes die ik later wel lees en een paar gemiste oproepen van mijn moeder. Ik leg mijn telefoon terug weg en probeer wat te slapen, wat moeilijk gaat als je je nauwelijks kunt draaien zonder pijn te hebben. 

Dit wordt een lange nacht.

The wrong choiceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu