Chapter 25

215 20 10
                                    

Ik moet onderweg toch weer gewoon in slaap zijn gevallen, want als ik wakker word vliegen we niet meer in de lucht , maar ben ik alleen in een kleine cel. Het eerste wat me opvalt is de doordringende, stinkende geur van rottend ei. Ze hebben het hier vast al lang niet meer schoongemaakt. Overal om mij heen hoor ik gekreun en gefluister van andere mensen die net als ik achter tralies zijn geplaatst. Zouden die net als ik zijn? Zijn dat ook allemaal Nephilim? Waarschijnlijk heeft bijna niemand een idee waarom ze hier überhaupt zitten. Ik zou ook compleet flippen als ik geen informatie zou hebben gekregen. Als ik Mike niet had gehad.... Zou hij mij echt zo verraden hebben? Ik geloof het niet, ook al voel ik nog steeds mijn brandende wang. Ik dacht dat we na al die tijd al een stuk vertrouwelijker waren geworden. Ik dacht dat ik op hem zou kunnen rekenen. Maar bij de eerste de beste kans heeft hij mij uitgeleverd aan de vijand. Dat roept toch ook weer vragen op. Waarom heeft hij dan meer dan een week samen met mij gevlucht? Ik weet niet meer wat ik moet denken. Ik kijk naar de cel naast de mijne. Een paar kastanjebruine ogen kijken mij bang aan. Het is nog maar een klein meisje. Haar kleding is vies en haar bruine haar plakt aan haar gezicht aan. Ik ga zo dicht mogelijk tegen de tralies aanzitten en kijk haar vriendelijk aan. Ik steek mijn arm door de tralies heen. "Het komt allemaal goed. Alles komt goed". Ze kijkt me verslagen aan. Hoelang zou ze hier al zitten? Dan komt ze langzaam naar me toe gekropen en vlecht haar dunne, tengere vingers tussen die van mij. "Ik ben bang", fluistert ze. "Alles komt goed". Die woorden blijf ik maar herhalen, ook al geloof ik er zelf niet in. We komen hier niet weg. Niet als de engelen dat niet willen. Zolang Uriël nog bezig is met de experimenten moeten we allemaal vrezen voor onze levens. Misschien ben jij wel de volgende. Er loopt een traan over haar bemodderde wang. "Mama", fluistert ze. Ze begint nog harder te huilen, wat de aandacht begint te trekken van een paar mannen die door de gevangenis aan het patrouilleren zijn. Dat moeten dan wel engelen zijn. Ze kijken geïrriteerd als ze met zijn tweeën naar onze cellen toelopen. Als ze nu niet stopt, komt ze in de problemen. "Shht", probeer ik haar te kalmeren. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Alles wat ik probeer laat haar alleen nog maar harder huilen. De mannen staan nu naast onze cellen, en halen een grote sleutelbos tevoorschijn. Het meisje knijpt nu nog harder in mijn hand. "Laat haar!", roep ik tegen de twee engelen. "Het is nog maar een klein meisje! Laat haar met rust, stelletje gevleugelde bavianen!" Ik laat nu ook mijn andere arm door de tralies glijden en hou het meisje zo stevig mogelijk vast. Ze mogen haar niet meenemen, zij is veel te jong. Ze hoort nu gewoon bij haar moeder te zijn terwijl die haar verhaaltjes voor het slapen gaan voorleest. Een van de mannen kijkt nu ook mij boos aan. Dit gaat hij niet pikken. Hij opent mijn celdeur terwijl de ander die van het meisje opent. Ik laat haar niet los, maar kijk ook zeker de mannen niet aan. Ik ben eigenlijk al te ver gegaan, en nu is er geen Mike die me kan redden. Ik blijf tegen het meisje fluisteren dat het allemaal wel goed komt, maar zij heeft nu ook door dat het allemaal een grote leugen is. Ze begint harder en harder te huilen, terwijl de man haar probeert op te tillen. Ik begin samen met haar als een bezetene te schreeuwen terwijl ik voel hoe die andere man nu aan mij begint te trekken. Ik ga haar niet loslaten. Nooit. Dit meisje verdient dit niet. Ik moet ervoor zorgen dat ze terug kan naar haar mama. Maar ik weet ook dat dat een onmogelijke opgave is. Ze zal de zoveelste zijn die sterft tijdens de experimenten. Een klein meisje. De engelen hebben geen hart meer. Langzaam beginnen mijn vingers hun grip op het gescheurde jurkje van het meisje te verliezen. Ondertussen voel ik hoe iedereen in deze ruimte zijn aandacht op ons vestigt. Maar hoe kan iedereen stil zijn wanneer deze twee engelen haar meenemen? Zou ze wel goed genoeg zijn voor de experimenten wanneer ze nog maar zo jong is? Wat gaat er met haar gebeuren als blijkt dat ze alleen maar overlast is? Ik wil het niet weten. Ondertussen scheurt het jurkje kapot en grijp ik met beide handen in de lucht. De man pakt haar hardhandig op en neemt haar mee, terwijl haar geschreeuw langzaam verstomt. Ik laat me verslagen zakken als de andere engel in mijn cel me hardhandig omdraait en mij vol op mijn kaak slaat. Dan schopt hij me hard tussen mijn ribben. Ik heb nog een geluk dat ik niks hoor breken. Hij trapt me vol in mijn gezicht als ik iemand hoor schreeuwen. Een boze, mannelijke stem. Mijn zicht is wazig, maar ik hoor hoe er een andere man mijn cel inkomt en de ander commandeert. "Je weet wat de baas gezegd heeft! Haar mag je niks aandoen! Hij vermoord je als hij haar zo ziet!" De man die mij net een pak slaag heeft gegeven kijk de andere man onverschillig aan, maar in zijn stem klinkt toch iets van angst. "Waarom vind hij deze dan zo speciaal? Het is gewoon een meisje met een veel te grote bek!" Ik ga rustig op de grond liggen, het boeit me nu even niet meer hoe smerig de grond hier is. "Ik weet het ook niet, maar orders zijn orders. Er gaan geruchten dat hij hoopt van haar de eerste te maken". De eerste? De eerste Nephilim? Wat zou dat uitmaken? Blijkbaar zijn ze klaar met de discussie want ze lopen allebei de cel uit en doen hem weer op slot. Ik ben weer alleen.

*** 

Hello! 

Its me ;)

Dit was alweer het op een na laatste hoofdstuk van dit boek! Wat vonden jullie ervan?

We hadden deze keer ons doel van 10 votes niet gehaald. Jammer, want we hadden het met z'n 50'en zo kunnen halen! Daarom probeer ik het deze keer nogmaals: 10 votes voor het laatste hoofdstuk!! Anders upload ik natuurlijk gewoon zondag! 

Nog een fijn weekend, en vergeet zeker niet om te:

Voten!!

Commenten!! :DD

xxxx, de Schrijver <3

Broken Feathers (#Netties2016)Where stories live. Discover now