1

2 0 0
                                    


De krakende takken van de kale bomen leken te fluisteren over de kille eenzaamheid die het landgoed Malfoy omhulde terwijl Draco langzaam door de besneeuwde tuinen liep. Het was Kerstmis, een tijd die voor velen symbool stond voor warmte en familie, maar voor Draco was het slechts een voortzetting van de duisternis die zijn leven al zolang had omhuld.

De zware eikenhouten deuren van het landhuis leken te zuchten toen Draco ze openduwde en de hal betrad, waar de geur van dennennaalden vermengd was met de scherpe geur van brandend haardvuur. Hij voelde een rilling over zijn rug lopen, niet van de kou, maar van de spanning die altijd in de lucht hing wanneer hij thuis was.

Lucius Malfoy, zijn vader, stond bij de haard, zijn gestalte gehuld in schaduwen terwijl hij naar Draco keek met een blik die geen warmte of liefde toonde, alleen minachting en afkeuring. "Je bent te laat, Draco," siste hij, zijn stem als een zweepslag in de stille hal. "Je moeder zal niet blij zijn."

Draco slikte moeizaam en probeerde zijn angst onder controle te houden terwijl hij zijn blik afwendde van zijn vaders strenge ogen. Hij voelde de pijnlijke herinnering aan de laatste keer dat hij te laat was geweest, toen zijn vader zijn boosheid op hem had botgevierd met harde woorden en nog hardere slagen.

Terwijl hij door de gangen van het landhuis liep, kon Draco de gespannen sfeer bijna tastbaar voelen. Overal waar hij keek, leek het alsof de muren luisterden naar zijn stappen, klaar om zijn geheimen te verzwelgen en zijn pijn te absorberen.

In de eetkamer werd Draco begroet door de sinistere aanblik van zijn tante Bellatrix, haar gitzwarte ogen die fonkelden van plezier bij het zien van zijn ongemak. "Ach, kijk eens wie er eindelijk besloten heeft om zich bij ons te voegen," sneerde ze, haar stem als ijs op een koude winterdag.

Draco probeerde een zwakke glimlach te produceren, maar het voelde hol en leeg, een masker voor de angst en pijn die hij vanbinnen voelde. Hij wist dat zijn tante genoot van zijn lijden, dat ze elk moment van zijn zwakte koesterde als een kostbaar juweel in haar kroon van wreedheid.

Terwijl hij aan tafel zat, kon Draco de vlijmscherpe blikken van zijn vader en tante voelen, als messen die in zijn ziel sneden. Hij wist dat hij niets kon zeggen, niets kon doen om hun woede te ontlopen, behalve stil te blijven en te hopen dat de nacht snel voorbij zou zijn.

Maar zelfs als de kerstversieringen twinkelden en de kaarsen brandden, voelde Draco zich alleen, verloren in een zee van duisternis die zijn thuis was geworden.

Verbonden in de Duisternis || DrarryWhere stories live. Discover now