Hoofdstuk XX

40 4 0
                                    


Zaterdag 13 mei 2023

Het was zaterdag en, zoalselke zaterdag sinds al bijna een jaar, ging ik naar het noordelijkbos om de stadsmensen te bezoeken. Ik wist heel goed dat ik me daarde afgelopen twee weken niet aan gehouden had, maar ik vond dat dekinderen eens apart van hun vader moesten genieten en ik kon Benoitniet eeuwig straffen voor de fout die hij had begaan.

Benoit was dan ook toevalligde eerste die me opgemerkt had toen ik aan kwam lopen.

Hij stopte met het timmerenvan een houten muur en rende naar me toe om me het bos weer in tetrekken, zo ver mogelijk van zijn familie vandaan zodat ze ons nietzouden zien of horen.

"I-ik euh..."

"We hoeven het er nietover te hebben," zei ik, toen ik merkte hoeveel moeite hij hadom te spreken.

"Vind je het niet ergwat er gebeurt is?" vroeg hij hoopvol.

"Laten we zeggen dat ikje vergeef. Op zich is het een compliment dat je zoiets hebt gezegd.Ik blijf niet eeuwig jong," zei ik om het gesprek luchtig tehouden. Daarentegen voelde ik me helemaal niet zo vrolijk als ikwilde overkomen, waardoor mijn opmerking niet zo vrolijk over kwamals bedoeld.

"Voor mij blijf jeeeuwig jong en mooi Eden."

"Benoit..." Zijnnaam kwam er meer uit als gesmeek dan streng. "Zeg niet zulkedingen. Je weet hoe ik er over denk."

"Wat je ook denkt ofzegt, ik geloof het toch niet. Ik hou echt van je en daar kan ikniets aan doen."

"Jawel, je zou naar hetdorp kunnen en een leuk meisje kunnen ontmoeten in plaats van steedsin het bos te zitten."

"Ik zie niet wat ik zoumoeten met een ander meisje, ik wil jou."

"Nog één keer en ikdraai me om en je ziet me voor een maand niet meer," dreigde ik.

Dat leek de jongen niet leukte vinden en met een nors gezicht knikte hij instemmend dat hij beterop zijn woorden zou passen.

Alsof hij een kind was dieop zijn kop kreeg, ging hij met opgetrokken benen op de grond zitten."Ik heb gehoord dat je man terug is," zei hij of hijgedwongen was een gesprek te voeren met zijn grootmoeder.

"Klopt,"

"Ben je blij hem tezien?" Hij waagde het even me aan te kijken om te zien hoe ik opdie vraag reageerde.

Ik wist eigenlijk niet hoeik erop moest reageren. Benoit was een leuke jongen en ook algeloofde ik niet dat deze gevoelens iets meer waren dan een effectvan de zorg die ik hem gaf, toch wilde ik hem geen verdriet doen,noch hem hoop geven.

"Natuurlijk, ik heb hemheel erg gemist."

"En mij deze tweeweken?" waagde hij vervolgens te vragen.

"Benoit," zei ikstreng.

"Sorry, ik moest hetgewoon even proberen. Maar je moet toegeven dat je excuus dat jegetrouwd bent nogal flauw is. Heel Saint Thopian weet dat je alleenmaar getrouwd bent, omdat je hem en die kinderen levend wilt houden."

"Stel dat dat waar zouzijn, dan is er nog steeds een goede reden geweest dat ik dat tegenje gebruikte, niet?"

"Ja, je vind me te jongmaar ik word ouder weet je."

"En ik ook."

"Leeftijd is maar eencijfer."

"Dat zeg ik ook altijd,omdat mijn man 11 jaar ouder is."

"Wat? Is hij zo oud?Wat een pervers om met zo'n jong iemand te trouwen," zei Benoitmet een afkeurend gezicht.

"En hier zijn we dan.Zo gaan mensen ook over mij denken als ik met jou aan kom lopen,"zei ik met een zucht.

Three Golden RingsWhere stories live. Discover now