Hoofdstuk XVIII

33 2 0
                                    

Donderdag 20 April 2023


"Nou, ik ga er maar weer eens vandoor," zei ik als gedag tegen de stadsmensen.

Door de tijd heen waren de stadsmensen houten huizen gaan bouwen. Ze waren begonnen konijnen te fokken en met netten in het rivier vingen ze op oneerlijke wijze vis.

Het noordelijk bos begon langzaam op een eigen, klein dorp te lijken.

"Eden," Benoit holde een paar stappen achterna. "Ik loop wel even met je mee."

"Ik moet die kant op."

"Naar Saint Thopian?"

"Het is donderdag, de kinderen zijn op school," zei ik.

"Oh, ik ben heel die weekdagen kwijt. Ik weet niet eens hoe laat het is," Benoit krabde op zijn achterhoofd.

Ik glimlachte en legde een hand op zijn bovenarm. "Geeft niet, voor de kinderen op school zaten, ging ik wel eens met een verward hoofd op zondag werken. Ik wist toen ook nooit welke dag van de week het was."

Benoit leek gelukkig met mijn geruststellende woorden. "Dan hebben we dus nog iets gemeen."

"Blijkbaar. Maar ik ga-" Nog voor ik de afscheidswoorden kon zeggen, boog Benoit zich naar voor om een poging te wagen zijn lippen op de mijne te drukken.

Hoe verder hij zich naar voren boog des te meer ik naar achteren deinsde, niet meteen begrijpend wat er precies gaande was. Toen het langzaam tot me doordrong zette ik mijn hand recht in zijn gezicht en duwde de jonge knaap van pas zestien van me af.

"Waar ben je mee bezig?" siste ik toen Benoit op een fatsoenlijke afstand was en hij verward keek alsof hij niet begreep wat er mis was.

Blijkbaar had Benoit er rekening mee gehouden dat niemand ons zag, maar horen was nog goed mogelijk, dat was de reden dat ik niet luider sprak dan nodig was.

"I-Ik dacht..." stamelde hij ongemakkelijk.

"Wat dacht je?" vroeg ik ineens kwaad om zijn bespottelijke gedrag. "Je bent minderjarig. Vertel me eens wat je dacht?"

"Ik... We..." Hij leek verward en kon niets anders dan naar zijn schoenen staren, toch leek hij ineens moed te hebben verzameld en keek op. "Ik ben verliefd op je."

Zijn woorden kwamen als een klap aan. Hoe kon hij zoiets zo serieus zeggen? Hoe kon hij dat menen? Nee, dit kon niet kloppen. Ik schudde met mijn hoofd en zicht naar de juiste woorden.

"Dit meen je niet Benoit. Je bent jong en je hormonen zijn in de war."

"Geef mijn hormonen niet de schuld van wat hier net is gebeurt."

Hij leek zo beledigd te zijn dat ik het over zijn hormonen had dat ik bijna zeker wist dat dit niet de eerste keer was dat iemand hem dat vertelde.

"Ik ben tien jaar ouder, ik heb zelfs twee kinderen en of het niet genoeg is ben ik getrouwd! Wat dacht je net om een poging te wagen me te kussen?"

"Ik dacht dat er iets speciaals was... Ik dacht dat je... je me leuk vond." Bij ieder woord die hij uitsprak werd hij weer onzekerder.

"Als een leerling ja, of misschien zelfs als vrienden, niet als geliefden."

"M-maar..." De arme jongen keek bedroefd naar zijn versleten schoenen en bijna kreeg ik medelijden.

"Je kunt me misschien bewonderen omdat ik jou, je familie en de rest van de stadsmensen help, maar dit zijn niet je ware gevoelens," zei ik wat kalmer.

Three Golden RingsWhere stories live. Discover now