Hoofdstuk 16

6 1 0
                                    

'Ik heb goed nieuws voor je' zegt Jasper. Hij sluit de deur zodra hij de kamer binnen is. Ik kijk op van mijn boek.

'Wat zei je?' zeg ik.

'Ik heb goed nieuws voor je' herhaalt Jasper. 'De deal gaat door'

'Echt? Wanneer?' vraag ik.

'Zodra ze de documenten hebben gegeven aan de rechtbank. Dan krijgen wij een bevestiging van de rechtbank en hebben we onze eer terug. Dan laten we je vrij' zegt Jasper.

'Duren processen niet altijd een heel eind duurde voordat het voorbij is?' vraag ik.

'Ja, maar ik zei niet dat je vrij bent als het proces voorbij is, ik zei dat je vrij bent als de documenten bij de rechter zijn. Dan begint het hele proces nog maar. Een tweede keer weliswaar, maar zodra het proces begint, ben jij vrij' zegt Jasper.

'Hoe weet ik dat je niet liegt?' vraag ik.

'Ik heb je mijn verhaal verteld zonder te liegen, dus waarom zou ik nu liegen?' vraagt Jasper

'Ik zou jullie kunnen aanklagen omdat jullie me hebben ontvoerd' zeg ik.

'Heb je daar bewijs voor?' vraagt Jasper.

'Jonathan is getuige' zeg ik.

'Heeft hij me jou zien ontvoeren?' vraagt Jasper.

'Nee, maar hij weet het wel' zeg ik.

'En jij denkt dat de rechtbank hem gaat geloven als blijkt dat hij en zijn familie al eerder hebben gelogen?' zegt Jasper.

'Wat heeft dat-' zeg ik.

'Ik heb het nog niet gehad over hoe ze zouden kunnen denken dat jij ook liegt omdat je Jonathans vriendin, sorry, ex-vriendin, bent' zegt Jasper. Ik voel tranen opkomen, maar ik hou ze tegen. Hij mag niet weten hoeveel die woorden me eigenlijk raken.

'Die oude vrouw op de trein is getuige. Ze zag hoe jij me lastigviel' zeg ik.

'Maar je hebt geen naam of adres van haar. Je weet alleen maar dat ze dan op de trein zat. Daarmee raak je niet ver' zegt Jasper. 'En daarbij, toen we van de trein stapten, was ze er niet meer. En voor omstanders leek het alsof je vrijwillig met me meeging'

'Jullie hebben alles echt goed doordacht' mompel ik.

'Ik moet mijn grote brein toch ergens voor gebruiken?' zegt Jasper.

'Je zou ook kunnen schaken als je brein zo groot is' zeg ik. Nog geen tel later besef ik wat ik net zei. 'Dat was niet de bedoeling om luidop te zeggen'

'Wie zegt er dat ik niet kan schaken?' zegt Jasper, mijn laatste opmerking negerend.

'Je hebt nooit gezegd dat je het wel kan' zeg ik.

'Oké, goed. Ik ga je bewijzen dat ik wel kan schaken' zegt Jasper. Zonder nog een woord te zeggen loopt hij de kamer uit, om twee minuten later weer binnen te komen.

'Is dat een-?' begin ik.

'Een schaakbord? Ja, dat is het' zegt Jasper. 'Wij gaan schaken aangezien jij niet wil geloven dat ik kan schaken'

'Ik geloof je heus wel, het is helemaal niet nodig om-' zeg ik.

'Kan jij wel schaken?' vraagt Jasper.

'Ik heb vroeger vaak geschaakt met mijn opa, maar dat is ook al meer dan zes jaar geleden' zeg ik.

'Toon dan eerst maar eens wat je al kan' zegt Jasper. 'Kan je de stukken nog op de juiste plek plaatsen?'

'Zoiets vergeet ik niet' zeg ik. Ik begin met de pionnen, die het makkelijkst te plaatsen zijn. Jonathan kijkt zwijgend toe hoe ik de andere stukken van de buitenkant naar het midden op hun plaats zet.

Just not French... [NL]Where stories live. Discover now