Hoofdstuk 6

16 5 0
                                    

'Ik denk wat we hier dan afscheid nemen' zegt Jonathan. We hebben heel de middag nog gewandeld, maar nu is het al wat donkerder en zijn we aangekomen bij het hotel waar ik verblijf. 'Jammer dat je vanavond nog niet meekon naar mijn appartement'  

'Je ziet me morgen gewoon weer hoor' zeg ik lachend.

'Daarover gesproken, ik kom je morgen net na de middag ophalen, dan kan je al je spullen al droppen in mijn kamer en kunnen we nog iets doen' zegt Jonathan.

'Net na de middag?' vraag ik.

'Ja, rond half twee' zegt Jonathan met een glimlach. 'Dan heb je nog genoeg tijd om alles in te pakken. En als je nog niet klaar bent, kan ik je helpen'

'Dat is lief van je' zeg ik. 'Nou, tot morgen dan maar'

Ik draai me om en wil het hotel binnenlopen, als Jonathan mijn arm grijpt en me tegen hem aantrekt in een omhelzing.

'Je ging toch niet zomaar weggaan' zegt Jonathan met een pruillip.

'Dat was ik eerst wel van plan, ja' zeg ik plagend.

'Dan laat ik je voor nu even niet meer gaan' fluistert Jonathan terwijl hij me steviger tegen zich aantrekt. Ik kantel mijn hoofd wat naar achteren zodat ik Jonathan kan aankijken, maar door hoe hij me vasthoudt, lukt dat me niet. Het enige effect dat het heeft is dat mijn achterhoofd tegen zijn borstkas aangedrukt wordt. Opeens verslapt Jonathan zijn greep op me.

'Zo bedoelde ik het niet. Ik- euh. Ik bedoelde dat ik-' stottert hij.

'Ik weet wel wat je bedoelt' zeg ik.

'Ik had niet door dat die zin een nogal dubbele betekenis heeft' zegt Jonathan terwijl zijn hoofd knalrood wordt. Hij zet een paar stappen achteruit waardoor er nu een anderhalve meter tussen ons in is.

'Geen probleem hoor, niet voor mij. En buiten ons twee is hier niemand anders, dus kalmeer even' zeg ik.

'Ik moet er misschien maar eens vandoor gaan' zegt Jonathan.

'Je gaat toch niet weg zonder gedag te zeggen?' herhaal ik zijn woorden.

'Je hebt toch al een knuffel gekregen? Was die niet genoeg?' zegt Jonathan grappend.

Nee, dat was het niet...

'Ik had dan niet bepaald veel keus' zeg ik.

'Goed dan, je krijgt nog wel een knuffel. Maar dan wil ik iets in de plaats' zegt Jonathan. Een paar regendruppels beginnen uit de lucht te vallen als Jonathan de afstand tussen ons verkleint door kleine stapjes mijn richting uit te zetten.

'Wat dan?' vraag ik. Onbedoeld is mijn stem niet meer dan een fluister. Hij zet nog een stap dichterbij en ik voel mijn hartslag wat versnellen. Het begint nu al iets harder te regenen. Een paar druppels vallen van Jonathans haar.

'Dat zie je zo meteen wel' zegt Jonathan, en ook zijn stem is nu een schorre fluister. Hij staat nu zo dicht dat ik zijn adem kan horen. Hij beweegt zijn hand omhoog op het moment dat een gerinkel het moment verstoort. Geïrriteerd haalt Jonathan zijn telefoon uit zijn broekzak en neemt hij met een verontschuldigende blik op.

'Wat?' vraagt hij kortaf. Ik hoor een licht geluid aan de andere kant van de telefoon. 'Ja, Leonie staat bij me... Ja... Ja het regent... Nee, ik heb het niet koud... Ja, dat zei ik toch net al'

Hij geeft me zijn telefoon die ik na een veelbetekenende blik van Jonathan aanneem.

'Hallo?' zeg ik.

'Leonie, ben jij dat?' vraagt een stem die ik herken als die van Ilse.

Just not French... [NL]Nơi câu chuyện tồn tại. Hãy khám phá bây giờ