Hoofdstuk 13

16 0 2
                                    

Mama geeft aan dat ze weer naar huis gaat, ze heeft daar nog veel werk te doen. Ik geef aan dat het prima is en dat ik zo ga vragen of Liam een spelletje wil doen. Mama geeft mij nog een kus en gaat weg. Ik voel mij nog steeds erg moe en slap, maar het lijkt wel alsof mijn lichaam niet meer kan slapen. Liam heeft van de zusters een tablet gekregen die naast de kast hing. Ik roep Liam en hij komt er gelijk aan gelopen. Wil je een spelletje doen?, vraag ik. Ja hoor, zegt hij met een lach op zijn gezicht. In onze kamer staat een grote kast met allemaal spullen en spelletjes voor kinderen. 'Kies er maar een uit' zeg ik. Hij pakt een mens-erger-je-niet, goede keuze, zeg ik. Net wanneer we alles klaar hebben staat komt de zuster binnen gelopen. 'Liam, ga je mee voor de scan?' zegt ze. Hij springt snel van mijn bed af en duikt tussen de kast en de muur, daar past hij nog precies tussen. Ik vermoed dat hij een beetje bang daarvoor is en vraag dat aan de zuster. Ja absoluut, dit vind hij doodeng heel vervelend. Wanneer de zuster langzaam naar hem toe komt lopen, springt hij weer mijn bed op en schiet naast mij onder mijn dekens. Ik vraag aan de zuster of ik misschien mee mag. Ik zie de zuster denken, ja dat mag wel. 'Liam, vind je het misschien fijn als ik ook mee ga?' Hij knikt een paar keer erg duidelijk en de zuster gaat een rolstoel halen. Ik kan nog steeds niet lopen, alleen even staan. De zuster helpt mij in mijn rolstoel en zet Liam boven op mij. Liam zijn infuus is tijdelijk even afgesloten, maar die van mij rolt lekker achter de rolstoel aan. Eenmaal bij de scan zeg ik tegen Liam dat hij een grote jongen is en dit heel goed gaat doen. Het is niet eng en als je goed blijft stil liggen is het zo gedaan, beloofd? Er komt een stille ja uit zijn mond. Dan gaat hij op de bank liggen, ik geef hem nog een zoen op zijn voorhoofd en ga dan met de zuster achter een speciaal glas staan. Hier komt geen straling doorheen. 'Waarom moet Liam eigenlijk een scan hebben', vraag ik? Umm, hij heeft darmkanker met uitzaaiingen naar zijn lever en bloed. Ik schrik ervan, waarom krijgen zulke jonge kinderen al kanker. 'Is het ernstig', vraag ik? Ja, hij is volledig uitbehandeld en krijgt nu elke twee weken een bloedonderzoek en een scan. Zijn levensverwachting is nog maar 3 maanden. Ik kan niks meer denken en ik kijk naar de scan die rond hem beweegt. Waar zijn zijn ouders dan, vraag ik. Zijn ouders zijn beide verstandelijk beperkt en zij snappen eigenlijk niet wat hun kind heeft. De rechter ziet het probleem voor het kind niet en wil dat Liam bij zijn ouders blijft. Eigenlijk kan dat dus niet. Hij heeft eigenlijk maar 1 keer in de twee weken een scan en bloedonderzoek, maar wij zeggen dat hij een week moet blijven. Zo krijgt hij in die week alle liefde, zorg, voedsel en aandacht die hij nodig heeft en in die andere week niet krijgt. Tenminste dat verwachtten we. Zij komen ook nooit in het ziekenhuis, zij brengen hem hier op maandag en halen hem vrijdag weer op. Gister voelde hij zich erg ziek en daardoor brachten zijn ouders hem toen al. Hoe kan je zo zijn en dat de rechter dat dan ook nog steeds niet begrijpt, pffff. Na 3 kwartier is het klaar en wij rijden weer achter het glas vandaan. Liam is in slaap gevallen en ik til hem rustig over naar mijn schoot. Op de terugweg houd ik hem stevig tegen me aan en ik word verdrietig van het gevoel dat hij er straks niet meer is. Als we op de kamer aangekomen zijn, leg ik hem in zijn eigen bed, zodat ik ook even kan rusten. Met behulp van de zuster stap/draai ik in mijn eigen bed. Ik wil net mijn hoofd neerleggen op het kussen en dan komt de zuster alweer. Het is 12 uur Julia, we gaan je bloedsuiker meten en eventueel daarop handelen. Ik pak mijn telefoon en scan hem. Hij begint meteen enorm te piepen, met een rood scherm staat er 2.4. Ummm, dit is niet goed. Zelfs de zuster schrikt ervan. Voel je je nu ook slecht? Ja, zeg ik, ik heb erg hoofdpijn en ben moe. Kijk, dat zijn symptomen voor een lage bloedsuiker. Ik heb hier een kaartje, op de ene kant staan symptomen. Als je je niet goed voelt kan je kijken waar dat bij hoort en zo kunnen ook je ouders hierop gaan letten. Op de andere kant staat een schema met hoeveel je moet spuiten als hij te hoog is en hoeveel suiker je moet toedienen als hij te laag is. Tussen de 2 en 2.5 mag je 50 gram suiker oplossen in ongeveer 50 ml water. De zuster komt met zakjes suiker uit haar broekzak en haalt een weegschaal op en bekertjes. Eerst weeg ik het water af en daarna de suiker. Dit los ik op en zuig ik met meerdere grote spuiten. Deze spuiten draai ik op mijn sonde lijn en spuit ik ze leeg. Het is een heel raar gevoel, maar doet zeker geen zeer. Dit is niet zo moeilijk, zeg ik. Nee dat klopt, alleen je moet net even weten hoe het moet en hoe je moet handelen in dit soort situaties, zegt de zuster. Ik kom over een uurtje terug en dan gaan we opnieuw je suiker meten, zegt de zuster en ze loopt weg. Dan bedenk ik mij opeens dat ik Lieke al een poosje niet heb gesproken en haar een heleboel te vertellen heb. Ik toets haar nummer in en haar telefoon gaat over. Heey Julia, wat fijn om je weer te horen, hoe is het? Weer wordt ik emotioneel, het lijkt wel alsof ik bij mijn ouders sterk wil blijven, zij hebben het ook moeilijk. Maar wanneer ik met iemand anders erover praat nemen de emoties de overhand. Lieke hoort mij snikken aan de andere kant van de telefoon. 'Gaat he Julia', hoor ik haar zeggen. Snikkend en lichtelijk geïrriteerd roep ik NEE! Zou je het fijn vinden als ik even langskom, vraagt Lieke. Ja, zeg ik, even met iemand anders aan mijn bed dan mijn ouders of de zusters. Zeker gaan we doen Julia, ik ben er om 15:00, is dat goed? Ja heel fijn, dankjewel en dan hang ik op. Ik leg mijn telefoon weg en leg mijn hoofd op het kussen. Waarom is deze wereld toch zo oneerlijk? Ik krijg kanker tijdens mijn examenjaar, Liam heeft geen goede ouders en waarom krijgen kinderen überhaupt kanker. Er staat bij ons op de afdeling altijd muziek op, om de sfeer wat luchtiger en relaxter te maken. Ik hoor een liedje van Bryan Adams (the summer of 69), dit liedje doet mij denken aan de tijd dat er nog niks aan de hand was. Ik leefde mijn leven zoals iedere tiener dat zou moeten doen. Lekker uitgaan en leuke dingen doen met vriendinnen. Ik hoop dat ik ook weer alles kan doen en met die gedachten val ik langzaam in slaap. 

Wat als je kanker hebt?Место, где живут истории. Откройте их для себя