Hoofdstuk 11

23 1 5
                                    


Na een poosje word ik wakker. Ik word enorm suf wakker, het is klaar zegt de broeder. Ik heb zo raar gedroomd zeg ik, als we terug naar de afdeling rijden. Nou kom maar op wat was het, vraagt hij. Nou ik kan mij er vaag wat van herinneren, maar het ging over groene en blauwe wezens. Het waren een soort spoken, maar wel hele lieve spoken. Ze kropen over mijn armen en gaven kusjes ofzo. De broeder schiet in de lach, je vertelt dit zo mooi, ik ga stuk. Dit kan ook te maken hebben met de vloeistof die wij bij jou naar binnen hebben gespoten, hierdoor kan je wat rare dingen zien. Jij viel direct in slaap en hierdoor heb je waarschijnlijk heel raar gedroomd. Nou, ik vond het eigenlijk helemaal niet zo erg. Eenmaal op de kamer gekomen wil de broeder weer weg lopen. Hoo meneer wilt u nog de foto van mijn vriendin zien? Heey, noem maar maar gewoon Niels en ik steek mijn duim op. Ik pak de profielfoto van de magister en laat die aan hem zien. Nou zeg ik vragend? Is het wat? Nou ja, zij is zeker niet verkeerd. Wil je haar nummer, vraag ik. Kan dan wel, zegt hij. Geen idee of Lieke dat goed vindt, maar ik doe het gewoon. Als jij er geen rare dingen mee doet, dan kan dat wel. Ik zoek het nummer van Lieke op en het schrijft hem over. Ik moet weer gaan Julia, als ik nog een keer op de afdeling ben kom ik wel even om de deur kijken. Is goed, antwoord ik en hij loopt weg. Dan komt de zuster binnen lopen en sluit mijn sondevoeding weer aan. Deze moest uit blijven, omdat mijn maag leeg moest zijn voor de scan. Ze vraagt of ik ook iets wil proberen te eten. Nee, zegt ik. Ik ben gewoon bang om weer te moeten overgeven. Ja, dat begrijp ik, antwoordt de zuster. Dan wordt de zuster gebeld en loopt ze de gang op. Weer voel ik me zo uitgeput. Alsof ik al nachten niet heb geslapen. Toch probeer ik wakker te blijven, dan kan ik vannacht weer goed slapen en blijf ik in het goede ritme. Dan komt de zuster weer binnen. Kan je je ouders bellen, Julia? We hebben de uitslagen van de scan en het bloedonderzoek. Ja natuurlijk en er stroomt direct een zee van spanning over mij heen. Ik bel mama, hoi met mij. Hey Juul, hoe gaat het? Goed hoor, maar de zuster kwam net binnen en vroeg of ik jullie wilde bellen. Ze hebben de uitslagen van de scan en het bloedonderzoek. Arts is hier om 17.00 uur, dat is al over een half uur. Lukt dat? Jazeker dan kunnen Jeppe en Meike wel even thuis blijven, het zou vast wel niet zo lang duren. Rond 17.00 uur komen mama en papa binnen en ik zie dat mama gehuild heeft. Ik kijk haar aan, vind je het spannend, vraag ik aan mama. Enorm is het te zien? Mam, je hebt gehuild. Ja klopt Juul, geeft niet, het is gewoon spannend. Ja, dat is ook wel zo, antwoord ik. Tot op heden heb ik best wel een goed gevoel over de uitslagen, waarom weet ik niet. Dan komt de dokter binnen. Hij geeft ons een hand en vertelt dat we weer naar zijn kantoor gaan. Papa gaat voor mij staan en zet de rolstoel naast mij. We gaan proberen om zelf naar de rolstoel te komen en als het niet lukt help ik je. Zo kunnen we even kijken hoe het gaat. Ik probeer zelf te gaan staan, maar dat lukt niet. Papa trekt mij omhoog en houd mij vast. Dan lukt het enigszins om te blijven staan. Dan wil ik een stap zetten, alleen het lukt mijn hoofd niet om het juiste aan te sturen en mijn benen bewegen niet. Gelukkig is papa sterk en beweegt hij mij in een beweging naar de rolstoel en kijkt dan naar zijn spierballen. Wat ben ik toch sterk, zegt hij en iedereen lacht. Ik kijk mama en zegt zacht, wat een idioot is het toch en ze glimlacht naar mij. We zijn op weg en opeens voel ik dat het toch niet goed gaat komen, een paar meter later denk ik juist wel weer goed. Ik weet het niet, maar ik maak mezelf helemaal gek. Dan lopen we het kamertje binnen en ik krijg allemaal rillingen. Precies hier kreeg ik vrijdag zo kut nieuws en nu misschien wel weer. De arts gaat tegenover mij zitten en ziet mij erg wit wegtrekken. Gaat het Julia? Nee, zeg ik. Ik voel mij zo raar en wordt erg misselijk. Dan loopt de arts de gang op en haal vanuit een andere kamer een wit zakje, hierin kan ik eventueel spugen als dat nodig is. Hij geeft het net op tijd aan mij en dan begin ik te overgeven. Er komt niet veel uit, alleen wat vieze lichtbruine smurrie. Ik kijk raar in het zakje. Bah, wat is dat. Dat is van jouw sondevoeding Julia. Oke en ik haal opgelucht adem. Ik was al bang dat het iets ergs was. Ik denk dat dit door de spanning komt, zegt de dokter. Daarbij natuurlijk ook de maag die geïrriteerd is. Oke, maar waarvoor we hier eigenlijk komen zijn de uitslagen natuurlijk. Ik heb goed en slecht nieuws, zegt hij. Ik begin met het goede nieuws, de kanker is niet uitgezaaid, maar dan komt het slechte nieuws dat de tumor nog dermate groot is dat we deze nog niet kunnen opereren. De tumor zit aan de hele onderkant van de maag en de hele bovenkant van de alvleesklier. We willen eerst 30 keer bestralen in 6 weken. Het is nu zondag en het is goed om een weekje rust te hebben. Volgende week maandag wil ik starten met de bestraling. Daar schrik ik van, dat zijn 5 dagen per week naar het ziekenhuis komen voor 6 weken. Dan praat de dokter verder, daarna krijg je nog chemotherapie. Deze chemo duurt 5 dagen en dan verblijf je in het ziekenhuis. Dan heb je twee weken rust en in de derde week krijg je weer een chemo. Je krijgt dan 4 van deze kuren en daarna kunnen we kijken of je geopereerd kan worden. Na de bestraling gaan we ook nog een scan maken en tussen kuur 2 en 3 ook. Zo kunnen we kijken of de behandelingen aanslaan. Er is nog iets, we hebben ook je bloed onderzocht en daar is uitgekomen dat je diabetes hebt. Je alvleesklier maakt insuline aan wanneer jij suiker eet, maar omdat je alvleesklier ziek is door de kanker doet hij dat niet meer. De verpleegkundigen gaan je hier meer uitleg over geven. Ik ben sprakeloos, er staat mij zoveel te wachten in het aankomende jaar. Eigenlijk krijgen we nu opnieuw gewoon K*T nieuws. Ik had gehoopt dat ik geopereerd kon worden en dat het dan weg zou zijn maar niet dus. PFFFF. In de kamer is het doodstil, niemand weet wat hij moet zeggen. Dan zegt de dokter, het is beter als jullie nu even naar de afdeling gaan. Als er vragen zijn kan je mij altijd een appje sturen. Deze krijg ik binnen op mijn werktelefoon, dus het kan zijn dat er niet altijd direct een antwoord terugkomt. Wij lopen de kamer en gaan terug naar de afdeling. Dan zie ik in de verte een zuster lopen die onze kant op komt. Opeens zie ik dat het Marit is en roep ik, MARITTTT!!!! Ik pak met mijn beide handen de rolstoel vast en papa laat mij los. Ik rij zo hard als ik haar kant op. Marit pakt mij vast en dan breek ik. Het is niet goed Marit, het is niet goed. Ik ben volledig overstuur. Hoe komt het toch dat als ik Marit zie elke keer mijn gevoelens uit (vaak erg emotioneel) Ze zegt erg lieve dingen tegen mij en aait door mijn haar. Je kunt dit hé, je bent een sterke meid. Marit loopt met ons mee naar de afdeling en ik neem afscheid van papa en mama. Morgen gaan we kijken of ik langzaam naar huis kan. Marit helpt mij op bed leggen, dan gaat haar pieper af. Julia ik moet ervandoor en legt een briefje op mijn nachtkastje. Ze geeft mij nog een dikke knuffel, we zien elkaar vast nog wel vaker. Houd moed en kop op Juul. Dan loopt ze weg en kijk ik wat er op het briefje staat.

Heey Julia,

ik was op zoek naar jou en hoorde toen van de zuster op de afdeling dat je erg slecht nieuws kreeg op dat moment, daarom kwam ik je tegen op de gang. Met dit briefje wil ik je laten weten dat je een sterk persoon bent. Jij kan dit, laat je door niemand gek maken. Als er iets is kun je mij altijd een appje sturen op de nummer: 06-*********. We gaan elkaar vast nog wel zien.

Marit

PS: Elke keer als je dit berichtje leest, kan je aan mij denken.

Ook al is het een vreselijke week geweest, waarin ik erg ziek was. Ik had enorme hoofdpijn, was misselijk en eigenlijk gewoon doodziek. Ik ging naar de dokter en die stuurde mij met torenhoge waarden naar het ziekenhuis en daar bleek ik kanker te hebben. Toch maken dit soort dingen mij intens gelukkig. Dan zie ik mijn telefoon liggen. Eerder was ik hier best wel verslaafd aan, maar nu heb ik al meer dan een dag niet op whatsapp gekeken. Ik heb alleen lieke gebeld. Dan open ik mijn telefoon en zie ik dat ik allemaal appjes heb gekregen. Als eerst in onze groepsapp van de vrienden. Één iemand heeft een appje gedaan namens de hele groep. Ze wisten niet wat er aan de hand was en eigenlijk nog steeds niet, maar ze steunen mij ten alle tijde. Ze vragen ook hoe het nu gaat. Ik wil eigenlijk zelf persoonlijk dit aan hun vertellen. Ik stuur een appje terug, met dat het niet heel goed gaat, maar hier snel op terugkom. Ik mag waarschijnlijk snel naar huis en dan vertel ik het persoonlijk. Dan zie ik dat mijn trainster ook een appje heeft gedaan: heey Julia, ik heb je gemist op de afgelopen twee trainingen. Nu hoorde ik dat je erg ziek bent, hopelijk word je snel beter. Ik stuur terug dat ik nog erg ziek ben, maar ik snel weer van mij laat horen. Mama heeft ook nog een appje gestuurd. Ze zegt dat ze morgenochtend weer naar mij toe komt en wenst mij alvast welterusten. Het is nog maar 18.00 uur, maar ik ben zo moe. Ik leg mijn telefoon weg en val in slaap.

Wat als je kanker hebt?Where stories live. Discover now