Hoofdstuk 6

25 0 6
                                    


Als we aangekomen zijn, pakt mama een rolstoel. Ik voel me inmiddels zo slap dat het lopen erg veel moeite kost. We rijden naar binnen en de hele wachtkamer zit vol. Nou we zijn niet de enige zeg ik, ik ben mijn humor nog zeker niet verloren :). We melden ons aan en we mogen gelijk door gaan. Oh dit is wel serieus. Ik mag op het bed liggen. Er komt een jongedame naar binnen lopen. Ze is super vriendelijk en heet Marit en is 32 jaar . Ze meet gelijk mijn vitale functies. Alles is prima, wel is mijn hartslag iets verhoogd en ik heb wel weer koorts. Ze vraagt ook wanneer ik voor het laatst heb gegeten. Nou, een hele maaltijd ongeveer 6 dagen geleden zeg ik met een lachend gezicht. Nee, vanmiddag wel geprobeerd, maar het kwam er gelijk weer uit. Oké zegt ze en vraagt of ik nu nog misselijk ben. Jazeker, vreselijk dit. Oké, ik ga even met de arts overleggen en dan ben ik zo bij je terug. Ik ben super moe en val in slaap. Ondertussen hebben mama en papa best wel honger, ja zij hebben nog niks gehad en het is al 18.00 geweest. Na een paar minuten komt de zuster weer binnen en loopt naar me toe en praat tegen mij. Ik schrik wakker, oh sorry sliep je? vraagt ze. Nee zeg ik, ik was aan het dromen in de werkelijkheid. De zuster schiet in de lach, oh oh oh. We gaan even bloedprikken en gelijk een infuus prikken. Dit kan met 1 prikje, zegt ze. Ook gaan we je pijnstillers geven en wat tegen de misselijkheid. Prima zeg ik. Ik vind dit niet zo spannend en ik lig gewoon met een glimlach in bed. Nadat het infuus is geprikt, medicijnen gegeven zijn en een liter bloed armer wil de zuster weg lopen. Dan spreekt papa haar aan. Wat zijn de vervolgstappen en hoelang gaat dit duren? Ze vertelt dat ze eerst de bloeduitslagen willen afwachten en dan kijken wat daar uit komt. Dit duurt ongeveer 1 tot 1.5 uur. Oké zegt hij en ze loopt weg. Mama vraagt of het goed is als zij even wat eten kunnen halen. Prima zeg ik, ik loop niet weg. Nee daar was ik ook niet bang voor hoor, roept papa. Ze lopen weg en daar lig ik heerlijk in de rust. De zuster komt naar mij en vraagt of ze nog wat voor mij kan doen. Nou zeg ik, zou je mijn oplader van de telefoon uit de tas willen pakken? Ik kan er niet bij en mijn ouders zijn net weg. Tuurlijk zegt ze, ik heb ze net weg zien lopen dus ik denk ik loop even naar je toe. Ze zoekt de oplader en kan hem niet vinden. Oh hoe kan dat nou, oo wacht mama heeft deze nog in haar jas zitten. Nou ja jammer dan, dan ga ik wel even slapen. Marit denkt na, ik heb er nog 1 liggen denk ik, wacht ik ga even zoeken. Ja, ik loop niet weg hoor :) Ze draait zich om, schiet in de lach en loopt weg. Even later komt ze terug met een oplader, kijk eens, je mag hem wel lenen. Super lief van je. Ze pakt een stoel en komt naast me zitten. Ze zegt: ik heb toch pauze dus als je zin hebt, kan ik wel bij je blijven? Ja gezellig zeg ik, maar moet je niet eten? Ja eigenlijk wel, maar dat vind ik zielig voor jou. Jij mag niet eten en dan zie je dat. Nee joh, haal lekker je eten, ik heb helemaal geen trek en ben ook niet misselijk meer dus ga lekker eten. Nou dan haal ik het wel even op. Ze komt met haar eten in de handen, maar legt deze gelijk weg. Je ontstekingswaarden zijn zo hoog dat we gelijk met een paar onderzoeken willen starten. We gaan eerst een echo maken en dan gelijk door de ct scan, maar we wachten wel even op je ouders. Ik zal je ouders gelijk even bellen. Nee joh, ik kan ook wel, alleen zo spannend is dat niet. Ik kan ook mee, zegt de zuster? Maar dan heb jij geen pauze, zeg ik. Maakt toch niet uit, wij hebben nu al een soort band opgebouwd. Ze helpt me in de rolstoel en duwt mij naar de CT-scan en helpt me daar weer op de bank. Ze blijft naast me staan. De arts komt binnen en begint bij mijn longen en hart. Wanneer ze naar beneden gaat begint het pijn te doen maar dat is nog wel redelijk te doen. Wanneer hij in het midden komt, krijg ik opeens enorme pijn, steken is het. Marit ziet aan mijn hoofd dat het erg veel pijn doet en vraagt of het gaat ze ik. Nee, schreeuw ik, opeens doet het zo veel pijn. De arts stopt gelijk, maar de pijn blijft doorzetten. Langzaam biggelen er tranen over mijn wangen. Ik heb nog nooit zoveel pijn gehad. Marit komt naast mij zitten en aait door mijn haren. Langzaam neemt de pijn weer af. De arts zegt genoeg te hebben gezien en we mogen door naar de scan. Ze rolde me naar een andere wachtkamer. We zaten daar helemaal alleen, want het was al 19.00. Ze liep naar de balie en pakte een paar tissues. Zo kan ik mijn tranen even wegvegen. Ze loopt weer naar mij toe en opeens weer een steek, net zo heftig als de vorige bij de echo. Weer schreeuw ik het uit. Marit rent naar mij toe. Nu trekt de steek niet zomaar meer weg en blijft de pijn continu aanwezig. Weer biggelen er langzaam tranen naar beneden. Ik heb zo'n pijn zeg ik. Ze belt de arts met de vraag wat we nu moeten doen. Zijn advies is echt om door de scan te gaan. Dan mogen we naar binnen. Nog steeds heb ik zo veel pijn en huil in stilte. Marit gaat voor mij zitten en kijkt mij aan. Ik trek volledig wit weg en schreeuw dat ik erg misselijk word. Ze vraagt of ik moet overgeven? Ik knik met mijn hoofd en ze rent naar buiten op zoek naar een prullenbak. Helaas te laat en ik geef over recht voor mij uit. Er komt alleen wat vocht en geel gal uit en het ligt op de vloer. Marit hoorde mij overgeven er komt terug, geeft niet zegt ze. Ben je nog steeds misselijk, vraagt ze? Mwah, een beetje, geef ik aan. Ze pakt uit de kast een paar handendoeken en ruimt het op. Ik voel me zo schuldig, geef ik aan. Niet doen, zegt ze. Jij kan hier toch ook niks aandoen. Nee, dat is wel zo. De broeder en Marit helpen mij om op het bed voor de scan te gaan liggen. Lopen en staan lukken eigenlijk niet meer dus ze tillen mij erop. Ik voel me zo slap en vermoeid. Ik krijg een koptelefoon met muziek op en ik ga de scan in. Marit kijkt mij aan en aait nog een keer over mijn been heen en loopt naar de straling vrije kamer. Even luister ik naar de muziek maar daarna ben ik al gauw diep in slaap. Na 10 minuten is het al klaar, maar ik slaap nog steeds. De broeder en Marit pakken een bed in plaats van een rolstoel, zodat ik kan blijven slapen. Wanneer ze mij proberen te verschuiven, word ik wakker met heel veel pijn. Ik kramp in elkaar en open mijn ogen. Het eerste wat ik zie zijn de ogen van Marit en de broeder. Ze gaat naast mij op bed zitten, streelt door mijn haren. Wat een pijn, zegt ze. Na een poosje trekt het weer weg en rijden we terug naar de spoed. Onderweg krijg ik nog zijn pijnlijke steek, ze komen steeds vaker terug. We zijn weer terug op mijn kamer en ik ben erg moe, ik val bijna in slaap. Marit geeft aan dat ik lekker mag slapen en pakt de bel en legt deze naast mij neer. Bij alles wat er is mag ik haar bellen, Al is het maar als ik even een glimlach nodig heb, zegt ze. Is goed, zeg ik en ze loopt weg. Ik val direct in slaap. Na 10 minuten wordt ik weer wakker en gebeurt hetzelfde als bij de scan. Een enorme pijn slaat toe en ik druk op de bel. De pijn is wederom zo heftig en ik begin weer te huilen. Wel in stilte, want niemand mag mij horen, vind ik. Marit komt aangelopen en zie mij huilen. Ze kan niks doen maar toch fijn dat ze er even is. Ze komt weer naast me zitten en de steek trekt weer weg. Dan komen mama en papa weer naar binnen gelopen.

Wat als je kanker hebt?Where stories live. Discover now