een nieuw begin

183 15 111
                                    


Yip opent haar ogen en wordt begroet door het zonlicht dat haar samen met het geluid van de vogels wakker maakt.

Haar kamer is rommelig, met veel foto's en tekeningen aan de muren. Er staat een houten kleerkast en de rest van haar kamer is ingenomen door allemaal verschillende soorten planten. Haar boekentas staat naast de deur, en in haar bed liggen er zoveel knuffels dat er met moeite genoeg plaats is voor haarzelf.

Ze ligt in een bolletje op haar bed en denkt 'ik wil nog niet uit bed'. Ze heeft geen zin om naar school te gaan. Ze twijfelt of ze zou opstaan, of blijft liggen. Uiteindelijk besluit ze nog even te blijven liggen, maar op het moment dat ze haar ogen sluit komt er een vrouw van ongeveer 40 jaar de kamer binnen met een geïrriteerde expressie op haar gezicht. Ze zegt 'Yip, lig je nu nog in je bed? Je had al lang klaar moeten zijn voor school'. 'Ja mama' antwoordt Yip vermoeid. 'ik zie u binnen een half uur beneden of je moet zonder eten naar school vertrekken'. Terwijl ze de kamer verlaat roept ze 'kom je nog uit bed of niet? Je gaat te laat op school zijn Yip'. 'Ik kom al!' Met veel moeite komt ze uit haar bed.

Ze loopt met vermoeide ogen haar kamer uit richting de badkamer en begint zich klaar te maken voor school. En net wanneer ze haar pyjama wil uitdoen kijkt ze naar de klok, het is bijna acht uur. 'Ik ga te laat op school zijn!' denkt ze, terwijl ze gehaast door de badkamer rent richting haar kleren. Ze kleedt zich zo snel als ze kan om. 'Ik heb geen tijd om me te douchen. Ik douche wel als ik thuis kom'. Ze doet haar kleren aan en rent naar beneden en neemt een stuk brood van de tafel terwijl haar broer goedemorgen roept. Maar ze laat hem niet uitspreken en roept 'geen tijd, ben te laat voor school!'

Ze rent naar buiten, springt op haar fiets en rijdt zo snel als ze kan naar school. En net wanneer ze op school aankomt herinnert ze zich iets. Haar klok staat een uur voor. Een beetje beschaamt loopt ze het schoolgebouw binnen.

Maar in plaats van de harde tegels van het schoolgebouw voelt ze een zachte mos onder haar voeten. En in plaats van het geluid van pratende tieners hoort ze de stemmen van onmenselijke wezens die roepen ' PAK DE HALFLINGEN'. met daarop het geschreeuw van andere mensen. Ze kijkt om zich heen. Overal rondom zich ziet ze hoge bomen met groene bladeren, en aan de voeten van die bomen groeien er allemaal vreemde soorten bloemen, paddenstoelen en mossen die ze nog nooit gezien heeft. Dit is niet haar school, realiseert ze zich. Dit is een bos, en ze is omringd door andere mensen. Mensen die in horror wegrennen van monsterlijke wezens, met een blauwgroene huid die half verrot is, en gele ogen vol etter, zonder pupillen.

Ze staart verward voor zich uit.

Totdat ze begint te beseffen wat er aan de hand is. Deze monsters proberen de mensen rondom haar gevangen te nemen.

Ze raakt in paniek. 'Waar ben ik?' Vraagt ze zich af: 'Hoe ben ik hier terechtgekomen?'

Maar voordat ze tijd heeft om hierover na te denken ziet ze een van de monsters op haar af komen, en zonder na te denken begint ze zo snel als ze kan te rennen. Het monster zit haar op de hielen. Hij heeft een gigantische bijl bij zich. Met een hese kapotte stem roept hij 'Deze probeert te ontsnappen!'

Meerdere monsters richten zich naar Yip die aan het wegrennen is, en beginnen haar te achtervolgen. Yip kijkt achterom en ziet een groep van niet vijf, niet acht maar wel tien van die monsters haar richting uit rennen. Alle tien hebben ze dezelfde verschrikkelijk boosaardige blik in hun ogen. Ze begint harder te rennen.

De monsters komen steeds dichter bij haar. Ze denkt bij zichzelf 'Komaan, wat kan ik doen om die monsters af te schudden?' en dan ziet ze een ravijn met er vlak voor een liaan. In elke andere situatie zou ze nooit een actiefilm nadoen, al zeker niet voor een leven of dood situatie zoals nu, maar door de adrenaline en het gebrek aan opties neem ze de liaan en zonder enige twijfel springt ze naar de overkant waar ze op een haar na voorbij het ravijn beland. Maar er is geen tijd te verspillen. Ze is nog steeds niet veilig. Ze moet zo ver mogelijk van het ravijn wegrennen. Na een tijdje rennen zijn de monsters eindelijk uit zicht. Ze begint een beetje trager te lopen, maar dan hoort Yip ze roepen 'ze is deze kant uit gegaan' dus ze start opnieuw met rennen totdat er plots vanuit de struiken een arm komt die haar vliegensvlug in de struiken trekt. de arm was van een meisje met normale kleren en een prachtige dolk aan haar riem. Het meisje heeft bruin haar dat tot aan haar schouders komt en groene ogen. Yip vraagt 'wie ben j-' maar voor ze kan uitspreken legt het onbekende meisje met bruin haar haar hand voor Yip's mond en zegt 'sst stil'

Halve Magie: Duistere KrachtWhere stories live. Discover now